In deze uitspraak van de Rechtbank Rotterdam op 3 december 2024, wordt het beroep van eiseres tegen de beëindiging van haar WIA-uitkering per 18 augustus 2022 beoordeeld. Eiseres had eerder een WIA-uitkering ontvangen, maar het UWV concludeerde dat zij per 18 augustus 2022 minder dan 35% arbeidsongeschikt was. Na bezwaar van eiseres, werd de beëindiging van de uitkering uitgesteld tot 2 oktober 2023. Eiseres betwistte de vastgestelde arbeidsongeschiktheid en voerde aan dat haar beperkingen niet correct waren vastgesteld. De rechtbank beoordeelt of het UWV de mate van arbeidsongeschiktheid terecht heeft vastgesteld. De rechtbank concludeert dat het UWV de functionele mogelijkheden van eiseres correct heeft vastgesteld en dat de belasting van de voorgehouden functies niet de mogelijkheden van eiseres overschrijdt. De rechtbank oordeelt dat het bestreden besluit niet deugdelijk is gemotiveerd, maar dat eiseres hierdoor niet is benadeeld. De rechtbank verklaart het beroep ongegrond, maar veroordeelt het UWV tot vergoeding van het griffierecht en de proceskosten van eiseres.