ECLI:NL:RBROT:2024:11918
Rechtbank Rotterdam
- Eerste aanleg - meervoudig
- Rechtspraak.nl
Afwijzing subsidieaanvraag STAP-budget door UWV
In deze uitspraak van de Rechtbank Rotterdam op 3 december 2024, wordt het beroep van eiser tegen de afwijzing van zijn aanvraag om subsidie op grond van de Subsidieregeling STAP-budget beoordeeld. Eiser, afkomstig uit Soest, had op 3 juli 2023 een aanvraag ingediend voor een subsidie van € 1.000,- voor de cursus 'Arbeidsmediator specialisatieopleiding'. De aanvraag werd afgewezen omdat het subsidieplafond voor het derde aanvraagtijdvak al was bereikt. Eiser heeft hiertegen bezwaar gemaakt, maar dit werd ongegrond verklaard door verweerder, de minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, vertegenwoordigd door het UWV.
De rechtbank behandelt het beroep en constateert dat eiser niet is verschenen op de zitting, terwijl de gemachtigden van verweerder wel aanwezig waren. De rechtbank oordeelt dat de STAP-regeling voorziet in een subsidieplafond dat voor elke aanvraag geldt. Eiser stelt dat de besluitvorming van verweerder onzorgvuldig is en in strijd met het rechtszekerheidsbeginsel, omdat de afwijzing binnen 24 uur na de aanvraag is gedaan. De rechtbank wijst deze argumenten van de hand en stelt vast dat de afwijzing terecht was, aangezien het subsidieplafond al was overschreden op het moment van indiening van de aanvraag.
De rechtbank concludeert dat eiser geen procesbelang heeft bij zijn beroep, omdat de afwijzing van de aanvraag op juiste gronden is gebaseerd. De rechtbank verklaart het beroep ongegrond en wijst erop dat eiser geen recht heeft op terugbetaling van het griffierecht of vergoeding van proceskosten. Deze uitspraak is openbaar gemaakt en een afschrift is verzonden aan de betrokken partijen. Eiser heeft de mogelijkheid om in hoger beroep te gaan tegen deze uitspraak binnen zes weken na verzending.