ECLI:NL:RBROT:2024:11910
Rechtbank Rotterdam
- Wraking
- Rechtspraak.nl
Wraking van rechters in civiele procedures en de beoordeling van wrakingsverzoeken
Op 6 november 2024 heeft de wrakingskamer van de Rechtbank Rotterdam een mondelinge uitspraak gedaan over een wrakingsverzoek van een verzoeker tegen mr. H. Bedee, rechter in de meervoudige kamer, en mr. M. de Geus, lid van de wrakingskamer. De verzoeker heeft zijn wrakingsgronden toegelicht, waarbij hij stelde dat hij in eerdere procedures onterecht geen proceskosten had gekregen en dat zijn recht op toegang tot de rechter was geschonden. De wrakingskamer heeft het verzoek tot wraking van mr. M. de Geus buiten behandeling gesteld, omdat het verzoek evident misbruik van het wrakingsmiddel zou zijn. De wrakingskamer oordeelde dat eerdere uitspraken van de rechter geen grond voor wraking kunnen zijn, tenzij er bijzondere omstandigheden zijn die dat rechtvaardigen. De wrakingskamer heeft ook het verzoek tot wraking van mr. H. Bedee afgewezen en bepaald dat toekomstige wrakingsverzoeken van de verzoeker niet in behandeling hoeven te worden genomen als er sprake is van evident misbruik van het wrakingsinstrument. De procedure kan daardoor doorgang vinden.