In deze beschikking van de kinderrechter van de Rechtbank Rotterdam, gedateerd 8 november 2024, wordt een voorwaardelijke machtiging voor gesloten jeugdhulp en een machtiging tot uithuisplaatsing verleend voor een minderjarige, geboren in 2010. De zaak is aangespannen door Jeugdbescherming West, die als gecertificeerde instelling (GI) optreedt. De kinderrechter heeft vastgesteld dat de moeder van de minderjarige, die het ouderlijk gezag heeft, niet aanwezig was tijdens de mondelinge behandeling, maar wel correct was opgeroepen. De minderjarige verblijft momenteel in een gesloten accommodatie voor jeugdhulp en heeft eerder positieve stappen gezet in zijn ontwikkeling. De kinderrechter oordeelt dat jeugdhulp noodzakelijk is vanwege ernstige opgroei- en opvoedingsproblemen die de ontwikkeling van de minderjarige belemmeren. De kinderrechter verleent de voorwaardelijke machtiging voor een periode van zes maanden, met de mogelijkheid om het telefoongebruik van de minderjarige te beperken indien nodig. Tevens wordt de machtiging tot uithuisplaatsing verleend voor de duur van de ondertoezichtstelling, die loopt tot 5 september 2025. De kinderrechter benadrukt dat de machtiging ook ruimte biedt voor (deeltijd)verblijf bij de pleegmoeder van de minderjarige, wat in de toekomst mogelijk is.