ECLI:NL:RBROT:2024:11874

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
2 december 2024
Publicatiedatum
28 november 2024
Zaaknummer
ROT 24/798
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht; Omgevingsrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Sluiting van een woning door de burgemeester wegens ernstige vrees voor wanordelijkheden na explosies

In deze uitspraak van de Rechtbank Rotterdam op 2 december 2024, wordt het beroep van eisers tegen de sluiting van hun woning in Capelle aan den IJssel beoordeeld. De burgemeester had op 13 juli 2023 besloten de woning voor drie maanden te sluiten na een explosie die plaatsvond in de nacht van 30 juni op 1 juli 2023. Dit besluit volgde op eerdere incidenten, waaronder een explosie in mei 2023. De burgemeester handhaafde zijn besluit na bezwaar van eisers, die stelden dat er geen feiten waren die de sluiting rechtvaardigden en dat er alternatieven beschikbaar waren om herhaling te voorkomen.

De rechtbank oordeelt dat de burgemeester in redelijkheid tot zijn besluit heeft kunnen komen. De rechtbank stelt vast dat er een ernstige vrees voor wanordelijkheden bestond, gezien de eerdere explosies en verdachte situaties rondom de woning van eisers. De rechtbank benadrukt dat de burgemeester bevoegd was om de woning te sluiten op basis van artikel 175 van de Gemeentewet, en dat de sluiting noodzakelijk was om de openbare orde te handhaven.

Eisers kregen geen vergoeding van hun proceskosten en het beroep werd ongegrond verklaard. De rechtbank concludeert dat de burgemeester de belangen van de openbare veiligheid zwaarder heeft mogen laten wegen dan de belangen van eisers bij het behouden van toegang tot hun woning. De uitspraak is openbaar uitgesproken en een afschrift is verzonden aan de betrokken partijen.

Uitspraak

RECHTBANK ROTTERDAM
Bestuursrecht
zaaknummer: ROT 24/798

uitspraak van de enkelvoudige kamer van 2 december 2024 in de zaak tussen

[naam eiser 1] en [naam eiser 2] , uit Maassluis, eisers

(gemachtigde: mr. M.P. Harten),
en

de burgemeester van Capelle aan den IJssel, de burgemeester

(gemachtigde: mr. S. van Boxel).

Inleiding

1. In deze uitspraak beoordeelt de rechtbank het beroep van eisers tegen de sluiting van hun woning aan de [adres] in Capelle aan den IJssel.
1.1.
Met het primaire besluit van 13 juli 2023 heeft de burgemeester de woning gesloten voor de duur van drie maanden. Met het bestreden besluit van 5 december 2023 op het bezwaar van eisers is de burgemeester bij dat besluit gebleven.
1.2.
De rechtbank heeft het beroep op 24 oktober 2024 op zitting behandeld. Hieraan hebben deelgenomen: eiser [naam eiser 1] , zijn gemachtigde en de gemachtigde van de burgemeester.

Totstandkoming van het besluit

2. In de nacht van 30 juni op 1 juli 2023 rond 00:15 uur is een explosief afgegaan bij de woning aan de [adres] in Capelle aan den IJssel. De burgemeester heeft vervolgens mondeling het bevel gegeven om deze woning te sluiten voor de duur van twee weken, omdat de politie onderzoek doet naar de explosie. De burgemeester heeft vervolgens, na ontvangst van een bestuurlijke rapportage van de politie, het primaire besluit genomen en een noodbevel afgegeven. [1] Daarbij heeft de burgemeester bepaald dat de woning drie maanden gesloten moet blijven. In het bestreden besluit is de burgemeester bij dat besluit gebleven. Uit politieonderzoek is nog niet gebleken welk conflict aanleiding was voor de explosie. De kans op herhaling is groot. Daarnaast is in de nacht van 7 op 8 mei 2023 ook al sprake geweest van een explosie bij de woning. Omdat door de meest recente explosie een ernstige vrees voor ernstige wanordelijkheden is ontstaan, heeft de burgemeester bepaald dat de woning gesloten moet blijven voor in ieder geval drie maanden.

Het beroep van eisers

3. Eisers zijn het niet eens met de sluiting van hun woning. De burgemeester heeft geen feiten en omstandigheden aangevoerd waardoor aannemelijk is dat de ontploffing gericht was tegen (de woning van) eisers. De burgemeester had na de eerste explosie (in de nacht van 7 op 8 mei 2023) moeten onderzoeken of er alternatieven mogelijk waren om herhaling te voorkomen, zoals cameratoezicht, bewaking en surveillance. Er waren toen al klachten van omwonenden over inbraken, hangjongeren en autovernielingen in de straat. Volgens eisers had de burgemeester kunnen volstaan met minder verstrekkende maatregelen dan een sluiting. Het bestreden besluit is verder in strijd met het gelijkheidsbeginsel omdat de woning van eisers buurman niet is gesloten, terwijl deze woning ernstig is getroffen. Daar komt bij dat de burgemeester bij de vorige explosie zowel eisers woning als de woning van de buurman heeft gesloten. Ook heeft de burgemeester niet afgewogen of alternatief onderdak en/of bescherming aan het gezin van eisers had moeten worden geboden. Eisers hebben kosten gemaakt voor hun verblijf elders en het had de burgemeester gesierd als deze tenminste waren vergoed.

Beoordeling door de rechtbank

Procesbelang
4. De woning is op dit moment niet meer gesloten. De rechtbank moet daarom eerst de vraag beantwoorden of eisers voldoende procesbelang hebben bij de beoordeling van hun beroep. Naar het oordeel van de rechtbank is dat het geval, omdat eisers door de sluiting niet in de woning konden verblijven en voor hun verblijf elders kosten hebben gemaakt.
Inhoudelijke beoordeling
5. De voor het beroep relevante wetgeving is opgenomen in een bijlage bij deze uitspraak.
6. De burgemeester heeft de woning gesloten met toepassing van artikel 175, eerste lid, van de Gemeentewet. Het is niet in geschil dat de burgemeester bevoegd was tot sluiten. De rechtbank overweegt dat het criterium “ernstige vrees voor het ontstaan van ernstige wanordelijkheden” erop duidt dat aan de burgemeester beoordelingsruimte toekomt. [2] De rechtbank moet beoordelen of de burgemeester in redelijkheid tot het oordeel heeft kunnen komen dat deze ernstige vrees bestond op het moment dat hij het besluit nam om de woning te sluiten.
7. Uit de bestuurlijke rapportage van 1 juli 2023 volgt dat de woning in de nacht van 7 op 8 mei 2023 rond 01:30 uur doelwit is geweest van een explosie, waarna de woning is gesloten voor twee weken. Op 2 juni 2023, rond 23:43 uur, is sprake geweest van een verdachte situatie bij de woning. Twee mannen hebben aangebeld en zijn vervolgens weggereden in een voertuig. Op 3 juni 2023, rond 00:05 uur, hebben er drie mannen voor de woning van eisers gestaan. De politie heeft vervolgens twee mannen staande gehouden die geen logische verklaring konden geven voor hun aanwezigheid bij de woning. In de nacht van 30 juni op 1 juli 2023, rond 00:15 uur, is er een explosief afgegaan bij de voordeur van de woning van eisers. De politie heeft schade geconstateerd aan de ruit van de woning en weet nog niet wat de aanleiding voor de explosie is geweest. De politie heeft geconcludeerd dat dat de kans op herhaling aanzienlijk is. De rechtbank overweegt dat er geen aanleiding bestaat om te twijfelen aan de inhoud van de bestuurlijke rapportage, zodat de burgemeester heeft mogen uitgaan van de in die bestuurlijke rapportage neergelegde bevindingen. Gelet op alle overwegingen daarin over de twee explosies en verdere omstandigheden is de rechtbank van oordeel dat de burgemeester zich in redelijkheid op het standpunt heeft kunnen stellen dat sprake was van ernstige vrees voor het ontstaan van ernstige wanordelijkheden.
8. Bij een woningsluiting wordt de eerbiediging van de persoonlijke levenssfeer [3] beperkt. Daar staat tegenover dat de Staat op basis van artikel 2, eerste lid van het EVRM [4] (onder andere) een verplichting heeft om het recht op leven van individuen te beschermen. [5] Het kan wel aanvaardbaar zijn om een noodbevel af te geven, ook als daarbij het recht op eerbiediging van de persoonlijke levenssfeer wordt beperkt. Het noodbevel moet dan wel aan de eisen van subsidiariteit en proportionaliteit voldoen.
9. Voordat een noodbevel wordt afgegeven moet de burgemeester beoordelen of er minder verstrekkende middelen voorhanden zijn. De burgemeester heeft hierbij het standpunt ingenomen dat minder ingrijpende middelen niet voldoende zijn om herhaling te voorkomen. De rechtbank is van oordeel dat de burgemeester zich in redelijkheid op dit standpunt heeft kunnen stellen. Inmiddels zijn er verdachten aangehouden, dat neemt echter niet weg dat de woning eerder (in de nacht van 7 op 8 mei 2023) doelwit is geweest van een explosie. Vervolgens hebben zich op 2 en 3 juni 2023 verdachte situaties voorgedaan bij de woning, waarna in de nacht van 30 juni op 1 juli 2023 een tweede explosie heeft plaatsgevonden. De burgemeester heeft voldoende gemotiveerd dat andere middelen zoals cameratoezicht, bewaking of surveillance in dit geval niet effectief genoeg zijn om ernstige wanordelijkheden te voorkomen. Naar het oordeel van de rechtbank is het bestreden besluit dan ook niet in strijd met het subsidiariteitsbeginsel.
10. Bij de beantwoording van de vraag of het noodbevel ook proportioneel was, geldt het volgende. Enerzijds moet rekening worden gehouden met de aard en de ernst van de vrees voor een noodsituatie (waarvoor het noodbevel is gegeven) en anderzijds met de aard en de ernst van de beperking van grondrechten, zoals in dit geval het recht op eerbiediging van de persoonlijke levenssfeer. Uit de bestuurlijke rapportage van 1 juli 2023 blijkt dat eiser [naam eiser 1] enkele antecedenten heeft en dat zijn broer [persoon A] meerdere antecedenten heeft. Hun buurman heeft geen antecedenten. Daar komt bij dat, zoals onder 7 al werd omschreven, op 2 juni 2023 twee mannen hebben aangebeld bij de woning van eisers en zijn weggereden en op 3 juni 2023 drie mannen voor de woning van eisers hebben gestaan, waarna twee daarvan tegenover de politie geen logische verklaring konden geven voor hun aanwezigheid bij de woning van eisers. De rechtbank overweegt dat de burgemeester zich in redelijkheid op het standpunt heeft kunnen stellen dat een mogelijk verband tussen de explosie en (de woning van) eisers aannemelijk is. De rechtbank volgt daarom de stelling van eisers dat sprake zou zijn van schending van het gelijkheidsbeginsel omdat de woning van de buurman na de tweede explosie niet is gesloten, ook niet.
De rechtbank is verder van oordeel dat de burgemeester zich – in tegenstelling tot wat eiser heeft betoogd – in redelijkheid op het standpunt heeft kunnen stellen dat hij niet voor alternatief onderdak voor eisers hoefde te zorgen. Daar komt bij dat eisers ook zelf al elders onderdak hadden gevonden. Tot slot overweegt de rechtbank dat de burgemeester bij het sluiten van de woning het algemeen belang bij het herstel van de openbare orde, het wegnemen van de ontstane maatschappelijke onrust en het belang van de veiligheid van de omwonenden, zwaarder heeft mogen laten wegen dan het belang van eisers bij het opnieuw toegang krijgen tot de woning. Gelet op de tijdens de zitting gegeven toelichting op de omstandigheden en het door de burgemeester gehanteerde beleid in dit soort gevallen is het navolgbaar dat de burgmeester is overgegaan tot een sluiting voor de duur van drie maanden. Gelet op het voorgaande is de rechtbank van oordeel dat in deze situatie ook is voldaan aan het proportionaliteitsbeginsel.

Conclusie en gevolgen

11. De rechtbank is van oordeel dat de burgemeester de woning van eisers heeft mogen sluiten voor de duur van drie maanden. Het beroep is daarom ongegrond. Eisers krijgen het griffierecht niet terug. Zij krijgen ook geen vergoeding van hun proceskosten.

Beslissing

De rechtbank verklaart het beroep ongegrond.
Deze uitspraak is gedaan door mr. M. Zoethout, rechter, in aanwezigheid van mr. H. Sabanovic, griffier. De uitspraak is uitgesproken in het openbaar op 2 december 2024.
griffier
rechter
Een afschrift van deze uitspraak is verzonden aan partijen op:

Informatie over hoger beroep

Een partij die het niet eens is met deze uitspraak, kan een hogerberoepschrift sturen naar de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State waarin wordt uitgelegd waarom deze partij het niet eens is met deze uitspraak. Het hogerberoepschrift moet worden ingediend binnen zes weken na de dag waarop deze uitspraak is verzonden. Kan de indiener de behandeling van het hoger beroep niet afwachten, omdat de zaak spoed heeft, dan kan de indiener de voorzieningenrechter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State vragen om een voorlopige voorziening (een tijdelijke maatregel) te treffen.

Bijlage: relevante wetgeving

Grondwet
Artikel 10
1. Ieder heeft, behoudens bij of krachtens de wet te stellen beperkingen, recht op eerbiediging van zijn persoonlijke levenssfeer.
2. De wet stelt regels ter bescherming van de persoonlijke levenssfeer in verband met het vastleggen en verstrekken van persoonsgegevens.
3. De wet stelt regels inzake de aanspraken van personen op kennisneming van over hen vastgelegde gegevens en van het gebruik dat daarvan wordt gemaakt, alsmede op verbetering van zodanige gegevens.

Gemeentewet

Artikel 175

1. In geval van oproerige beweging, van andere ernstige wanordelijkheden of van rampen, dan wel van ernstige vrees voor het ontstaan daarvan, is de burgemeester bevoegd alle bevelen te geven die hij ter handhaving van de openbare orde of ter beperking van gevaar nodig acht. Daarbij kan van andere dan bij de Grondwet gestelde voorschriften worden afgeweken.
2. De burgemeester laat tot maatregelen van geweld niet overgaan dan na het doen van de nodige waarschuwing.

Voetnoten

1.Op grond van artikel 175, eerste lid, van de Gemeentewet
2.Zie bijvoorbeeld de uitspraak van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State (de Afdeling) van 15 december 2021, ECLI:NL:RVS:2021:2838.
3.Zoals bedoeld in artikel 10, eerste lid van de Grondwet.
4.Verdrag tot bescherming van de rechten van de mens en de fundamentele vrijheden
5.Zie voetnoot 1.