Uitspraak
RECHTBANK ROTTERDAM
1.De procedure
- de dagvaarding van 26 maart 2024, met bijlagen;
- het mondelinge antwoord;
- de akte van DSW van 22 oktober 2024, met bijlage.
Rechtbank Rotterdam
In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Rotterdam op 22 november 2024 uitspraak gedaan in een geschil tussen Onderlinge Waarborgmaatschappij DSW Zorgverzekeraar U.A. en een gedaagde die zelf procedeert. De eiseres, vertegenwoordigd door GGN Mastering Credit B.V., vorderde betaling van onbetaalde zorgpremies van de gedaagde, die een zorgverzekering had afgesloten bij DSW. De gedaagde had volgens de eiseres niet voldaan aan zijn betalingsverplichtingen en was ook zijn betalingsregeling niet nagekomen. De eiseres vorderde een totaalbedrag van € 1.201,43, inclusief rente en kosten.
Tijdens de zitting op 24 juli 2024 erkende de gedaagde dat hij een bedrag van € 1.057,25 aan zorgpremies nog moest betalen. De kantonrechter heeft dit bedrag toegewezen, maar kon geen betalingsregeling vaststellen omdat DSW hiervoor geen toestemming had gegeven. Daarnaast zijn de incassokosten van € 74,78 en de wettelijke rente van € 69,40 toegewezen, omdat de gedaagde in verzuim was met de betaling van de premies. De proceskosten aan de zijde van DSW zijn vastgesteld op € 802,88, die de gedaagde ook moet betalen.
Het vonnis is uitvoerbaar bij voorraad verklaard, wat betekent dat DSW het vonnis onmiddellijk kan uitvoeren, zelfs als de gedaagde in hoger beroep gaat. De kantonrechter heeft de gedaagde veroordeeld tot betaling van het totale bedrag van € 1.201,43, inclusief rente, en de proceskosten, en heeft de beslissing openbaar uitgesproken.