ECLI:NL:RBROT:2024:1181

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
1 februari 2024
Publicatiedatum
20 februari 2024
Zaaknummer
10/094948-23
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Veroordeling voor belaging met voorwaardelijke gevangenisstraf en bijzondere voorwaarden

Op 1 februari 2024 heeft de Rechtbank Rotterdam uitspraak gedaan in de zaak tegen de verdachte, geboren in 1970, die zich schuldig heeft gemaakt aan belaging van een slachtoffer gedurende een periode van negen jaar. De verdachte heeft stelselmatig inbreuk gemaakt op de persoonlijke levenssfeer van de aangeefster, door onder andere herhaaldelijk langs haar woning te rijden, bloemen te sturen, en contact te zoeken met haar familieleden. De officier van justitie heeft een voorwaardelijke gevangenisstraf van zes maanden geëist, met bijzondere voorwaarden zoals een meldplicht bij de reclassering en een contactverbod. De rechtbank heeft vastgesteld dat de verdachte in sterk verminderde mate toerekeningsvatbaar is, vanwege een bipolaire stoornis met psychotische kenmerken. De rechtbank heeft besloten om de verdachte te veroordelen tot een voorwaardelijke gevangenisstraf van zes maanden, met een proeftijd van drie jaar en een maatregel van vijf jaar die een contact- en gebiedsverbod inhoudt. De rechtbank heeft ook rekening gehouden met de ernst van de feiten en de impact op het slachtoffer en haar gezin, en heeft de maatregel dadelijk uitvoerbaar verklaard.

Uitspraak

Rechtbank Rotterdam

Team straf 2
Parketnummer: 10/094948-23
Datum uitspraak: 1 februari 2024
Tegenspraak
Vonnis van de rechtbank Rotterdam, meervoudige kamer voor strafzaken, in de zaak tegen de verdachte:
[verdachte01]
geboren te [geboorteplaats01] op [geboortedatum01] 1970,
ingeschreven in de basisregistratie personen op het adres:
[adres01] , [postcode01] te [woonplaats01] .

1.Onderzoek op de terechtzitting

Gelet is op het onderzoek op de terechtzitting van 1 februari 2024.

2.Tenlastelegging

Aan de verdachte is ten laste gelegd hetgeen is vermeld in de dagvaarding. De tekst van de tenlastelegging is als bijlage I aan dit vonnis gehecht.

3.Eis officier van justitie

De officier van justitie mr. K.L. Rook heeft gevorderd:
bewezenverklaring van het ten laste gelegde;
veroordeling van de verdachte tot een voorwaardelijke gevangenisstraf voor de duur van 6 maanden met een proeftijd van 3 jaar en als bijzondere voorwaarden een meldplicht bij de reclassering, ambulante behandeling en een verbod tatoeages met de namen van [slachtoffer01] en/of haar familieleden op zijn lichaam te (laten) zetten;
oplegging van een maatregel als bedoeld in artikel 38v van het Wetboek van Strafrecht, te weten een contactverbod en een locatieverbod voor de duur van 5 jaren met 1 week hechtenis per overtreding tot een maximum van 6 maanden hechtenis, alsmede dadelijke uitvoerbaarheid van de maatregel.

4.Waardering van het bewijs

4.1.
Bewezenverklaring zonder nadere motivering
Het ten laste gelegde is door de verdachte bekend, behoudens hetgeen is opgenomen onder het tweede gedachtestreepje. Het rijden langs de woning van [slachtoffer01] (hierna: aangeefster) is door de verdachte ontkend, in die zin dat hij daar wel eens reed maar met een ander doel. De rechtbank acht ook dit onderdeel van de tenlastelegging wettig en overtuigend bewezen. Aangeefster heeft verklaard dat de verdachte in de tenlastegelegde periode meerdere keren (per dag) langs haar woning is gereden. Dit wordt ondersteund door een van de getuigenverklaringen. De rechtbank heeft geen aanleiding om te twijfelen aan deze verklaringen. Dit feit zal dus zonder nadere bespreking bewezen worden verklaard.
4.2.
Bewezenverklaring
In bijlage II heeft de rechtbank een opgave gedaan van wettige bewijsmiddelen, houdende voor de bewezenverklaring redengevende feiten en omstandigheden. Ten aanzien van het tweede gedachtestreepje heeft de rechtbank de inhoud van wettige bewijsmiddelen opgenomen, houdende voor de bewezenverklaring redengevende feiten en omstandigheden.
Met deze opgave wordt volstaan, nu de verdachte het bewezen verklaarde heeft bekend en alleen het ‘langs de woning rijden’ ontkent. Er is ook geen verweer gevoerd dat strekt tot vrijspraak.
Op grond daarvan is wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte het onder ten laste gelegde heeft begaan.
De verdachte heeft het bewezen verklaarde feit op die wijze begaan dat:
hij op een of meer tijdstippen in de periode van 1 januari 2014 tot en
met 13 maart 2023 te Giessenburg, gemeente Giessenlanden,
wederrechtelijk stelselmatig opzettelijk inbreuk heeft gemaakt
op eens anders persoonlijke levenssfeer, te weten die van [slachtoffer01] ,
door meermaals
- aan de voordeur van de woning van die [slachtoffer01] te komen,
- langs de woning van die [slachtoffer01] te rijden,
- bloemen naar die [slachtoffer01] te sturen en te brengen,
- (via social media) contact met familieleden van die [slachtoffer01] te zoeken,
- die [slachtoffer01] en familieleden van die [slachtoffer01] te volgen en te fotograferen,
- een tatoeage van die [slachtoffer01] en haar familieleden te laten zetten en die aan
anderen te tonen,
- rekeningen naar die [slachtoffer01] te sturen,
- voorwerpen met afbeeldingen van die [slachtoffer01] te laten bedrukken,
- brieven/kaarten/liefdesverklaringen en tekeningen naar die [slachtoffer01] te sturen,
met het oogmerk die [slachtoffer01] , te dwingen iets te dulden Strafbaarheid feit

5.Strafbaarheid feit

Het bewezen feit levert op:
Belaging
Er zijn geen feiten of omstandigheden aannemelijk geworden die de strafbaarheid van het feit uitsluiten. Het feit is dus strafbaar.

6.Strafbaarheid verdachte

Er is geen omstandigheid aannemelijk geworden die de strafbaarheid van de verdachte uitsluit. De verdachte is dus strafbaar.

7.Motivering straf en maatregel

7.1.
Algemene overweging
De straffen en maatregel die aan de verdachte worden opgelegd, zijn gegrond op de ernst van het feit, de omstandigheden waaronder het feit is begaan en de persoon en de persoonlijke omstandigheden van de verdachte. Daarbij wordt in het bijzonder het volgende in aanmerking genomen.
7.2.
Feit waarop de straf en maatregel zijn gebaseerd
De verdachte heeft gedurende een periode van negen jaar de aangeefster, haar man en drie dochters stelselmatig lastig gevallen en gestalkt. Op obsessieve wijze heeft hij contact met hen gezocht, terwijl aangeefster van begin af aan aangegeven heeft hier niet van gediend te zijn. Hij heeft aangeefster onder meer een veelvoud aan brieven, bloemen, en liefdesverklaringen gestuurd. Daarnaast is hij meerdere keren langs haar woning gereden en aan haar voordeur verschenen. Met betrekking tot de dochters van aangeefster heeft hij hen op verschillende locaties achtervolgd, gefotografeerd en via social media berichten gestuurd waarin hij beweerde hun vader te zijn. De verdachte heeft tot slot zelfs de namen van aangeefster en haar dochters op zijn arm laten tatoeëren.
Door zijn handelen heeft de verdachte op grove wijze stelselmatig inbreuk gemaakt op de persoonlijke levenssfeer van het slachtoffer en haar familieleden. Uit de slachtofferverklaring van aangeefster blijkt daarnaast dat haar gezin in deze periode veel stress en angst heeft ervaren. De ervaring leert bovendien dat slachtoffers van stalking nog lange tijd psychische nadelige gevolgen kunnen ondervinden. Dit rekent de rechtbank de verdachte aan.
7.3.
Persoonlijke omstandigheden van de verdachte
7.3.1.
Strafblad
De rechtbank heeft acht geslagen op een uittreksel uit de justitiële documentatie van 15 januari 2024, waaruit blijkt dat de verdachte niet eerder is veroordeeld voor soortgelijke strafbare feiten. De rechtbank zal dit verder niet betrekken bij de strafmaat.
7.3.2.
Rapportages
Reclassering Nederland (hierna: de reclassering) heeft een rapport over de verdachte opgemaakt, gedateerd 29 juni 2023. Hieruit volgt dat er diverse factoren gesignaleerd zijn die voor herhaald gedrag bij de verdachte kunnen zorgen: zijn denkwijze, gedrag, houding en psychisch welzijn alsmede het feit dat hij een beperkt sociaal netwerk heeft. De verdachte is in het verleden eerder kortdurend klinisch opgenomen geweest en hij heeft sinds jaren maandelijks ambulante begeleiding. Het risico op recidive en letselschade wordt ingeschat op hoog. Geadviseerd wordt daarom om bij een veroordeling een fors voorwaardelijk strafdeel op te leggen met de volgende bijzondere voorwaarden: meldplicht bij de reclassering, ambulante behandeling, een contact- en locatieverbod (op grond van artikel 38v Sv) en de inspanningsverplichting om de tatoeages met de namen van de familieleden te laten verwijderen en geen nieuwe meer te laten zetten. De reclassering adviseert in dit kader een langere proeftijd dan de reguliere twee jaar op te leggen om hem langer te kunnen monitoren.
Psychiater dr. [psychiater01] heeft een rapport over de verdachte opgemaakt, gedateerd 16 juni 2023. Dit rapport houdt het volgende in. Bij de verdachte is een psychische stoornis in de vorm van een bipolaire stemmingsstoornis met psychotische kenmerken vastgesteld. Er wordt daarom geadviseerd om het ten laste gelegde bij een bewezenverklaring in een sterk verminderde mate toe te rekenen. Om het recidivegevaar te beperken worden de volgende bijzondere voorwaarden bij een voorwaardelijke straf geadviseerd: een ambulante psychiatrische behandeling onder toezicht van de reclassering en een contact- en gebiedsverbod. Gezien het chronische beloop van de stoornis wordt een lange proeftijd raadzaam geacht.
7.4.
Conclusies van de rechtbank
Gelet op hetgeen de rechtbank hierboven heeft overwogen, komt zij tot de volgende conclusies.
Nu de conclusie van de psychiater gedragen wordt door zijn bevindingen en door hetgeen ook overigens op de terechtzitting is gebleken, neemt de rechtbank die conclusie over en maakt die tot de hare. De verdachte wordt in sterk verminderde mate toerekeningsvatbaar geacht. Bij de verdachte bestond tijdens het begaan van het feit een ziekelijke stoornis van de geestvermogens in verband waarmee hij in sterk verminderde mate toerekeningsvatbaar wordt geacht.
Gezien de ernst van het feit kan in beginsel niet anders worden gereageerd dan met het opleggen van een gevangenisstraf. Voor een dergelijk feit wordt in de regel, afhankelijk van de duur, intensiteit en ontwrichting van het leven van het slachtoffer, een gevangenisstraf opgelegd. De rechtbank houdt in onderhavige zaak in strafverzwarende zin rekening met het feit dat de stalking ruim negen jaar geduurd heeft en dat alle gezinsleden hebben geleden onder het gedrag van verdachte. De verdachte heeft hen niet alleen belemmerd in het dagelijks leven, maar hen daarnaast ook grote vrees aangejaagd.
De rechtbank houdt bij het bepalen van de straf rekening met het gegeven dat verdachte sterk verminderd toerekeningsvatbaar is en ziet op daarom af van het opleggen van een onvoorwaardelijke gevangenisstraf. Zij is van oordeel is dat zowel de verdachte als de samenleving meer is gediend bij het feit dat de verdachte in de toekomst geen (soortgelijke) strafbare feiten zal plegen. In plaats daarvan wordt een voorwaardelijke gevangenisstraf opgelegd die als forse stok achter de deur moet dienen.
De rechtbank is van oordeel dat de verdachte langdurig moet worden begeleid en behandeld. Daarom zal de rechtbank aan voornoemde gevangenisstraf de na te noemen (bijzondere) voorwaarden verbinden en de proeftijd bepalen op drie jaren. Dit voorwaardelijk strafdeel dient er tevens toe de verdachte ervan te weerhouden in de toekomst opnieuw strafbare feiten te plegen. Het gevorderde tatoeageverbod wordt niet opgelegd. De rechtbank acht dit een te vergaande inbreuk op de lichamelijke integriteit van de verdachte.
Ter beveiliging van de maatschappij en ter voorkoming van strafbare feiten wordt aan de verdachte de maatregel strekkende tot beperking van de vrijheid voor de duur van vijf jaren
opgelegd, inhoudende een gebieds- en contactverbod met betrekking tot aangeefster [slachtoffer01] en haar gezinsleden.
Nu er ernstig rekening mee moet worden gehouden dat de verdachte opnieuw een strafbaar feit zal plegen of zich belastend zal gedragen jegens aangeefster en/of haar gezin wordt bevolen dat de maatregel dadelijk uitvoerbaar is.
Alles afwegend acht de rechtbank de hierna te noemen straf en maatregel passend en geboden.

8.Toepasselijke wettelijke voorschriften

Gelet is op de artikelen 14a, 14b, 14c, 38v, 38w en 285b van het Wetboek van Strafrecht.

9.Bijlagen

De in dit vonnis genoemde bijlagen maken deel uit van dit vonnis.

10.Beslissing

De rechtbank:
verklaart bewezen, dat de verdachte het ten laste gelegde feit, zoals hiervoor omschreven, heeft begaan;
verklaart niet bewezen hetgeen aan de verdachte meer of anders ten laste is gelegd dan hiervoor bewezen is verklaard en spreekt de verdachte daarvan vrij;
stelt vast dat het bewezen verklaarde oplevert het hiervoor vermelde strafbare feit;
verklaart de verdachte strafbaar;
veroordeelt de verdachte tot een
gevangenisstraf voor de duur van 6 (zes) maanden;
bepaalt dat deze gevangenisstraf niet ten uitvoer zal worden gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten;
verbindt hieraan een proeftijd, die wordt gesteld op 3 (drie) jaar;
tenuitvoerlegging kan worden gelast als de veroordeelde de algemene voorwaarde niet naleeft en ook als de veroordeelde gedurende de proeftijd een bijzondere voorwaarde niet naleeft of een voorwaarde die daaraan van rechtswege is verbonden;
stelt als algemene voorwaarde:
- de veroordeelde zal zich vóór het einde van de proeftijd niet aan een strafbaar feit schuldig maken;
stelt als bijzondere voorwaarden:
de veroordeelde zal zich melden bij Reclassering Nederland, zolang en frequent als die reclasseringsinstelling noodzakelijk vindt;
de veroordeelde zal zich onder ambulante behandeling stellen van een nader door de reclassering te bepalen zorgverlener voor zijn problematiek, gedurende de proeftijd of zoveel korter als de reclassering in overleg met de behandelaar verantwoord vindt. De veroordeelde houdt zich aan de huisregels en aanwijzingen die de zorgverlener geeft voor de behandeling;
verstaat dat van rechtswege de volgende voorwaarden zijn verbonden aan de hierboven genoemde bijzondere voorwaarden
- de veroordeelde zal ten behoeve van het vaststellen van zijn identiteit medewerking verlenen aan het nemen van één of meer vingerafdrukken of een identiteitsbewijs als bedoeld in artikel 1 van de Wet op de identificatieplicht ter inzage aanbieden;
- de veroordeelde zal medewerking verlenen aan reclasseringstoezicht, daaronder begrepen de medewerking aan huisbezoeken en het zich melden bij de reclassering zo vaak en zolang als de reclassering dit noodzakelijk acht;
geeft aan genoemde reclasseringsinstelling opdracht toezicht te houden op de naleving van de voorwaarden en de veroordeelde ten behoeve daarvan te begeleiden;
legt de veroordeelde op de
maatregel strekkende tot beperking van de vrijheid voor de
duur van 5 jaren, inhoudende dat de veroordeelde wordt bevolen:
1a. zich niet op te houden in/op de [adres02] te Giessenburg en zich niet op te houden in een straal van 750 meter rondom het adres [adres02] te Giessenburg, gedurende 5 jaar na heden;
2a. zich te onthouden van direct of indirect contact met [slachtoffer01] , [slachtoffer02] , [slachtoffer05] , [slachtoffer03] en [slachtoffer04] , gedurende 5 jaar na heden,
beveelt dat, voor het geval de veroordeelde niet aan de maatregel voldoet, vervangende hechtenis zal worden toegepast;
bepaalt dat voor iedere keer dat niet aan de maatregel wordt voldaan vervangende hechtenis wordt toegepast voor de duur van 1 week;
toepassing van de vervangende hechtenis heft de verplichtingen ingevolge de opgelegde maatregel niet op en zal in totaal ten hoogste 6 maanden bedragen;
beveelt dat de maatregel dadelijk uitvoerbaar is.
Dit vonnis is gewezen door mr.
L. Feraaune, voorzitter,
en mrs.
C. Sikkelen
J. Groot,rechters,
in tegenwoordigheid van mrs. S. Hoebe en D.C. van Beek, griffiers,
en uitgesproken op de openbare terechtzitting op de datum die in de kop van dit vonnis is vermeld.
De voorzitter is buiten staat dit vonnis mede te ondertekenen.
Bijlage I
Tekst tenlastelegging
Aan de verdachte wordt ten laste gelegd dat
hij op een of meer tijdstippen in of omstreeks de periode van 1 januari 2014 tot en
met 13 maart 2023 te Giessenburg, gemeente Giessenlanden,
althans in Nederland,
wederrechtelijk
stelselmatig
opzettelijk
inbreuk heeft gemaakt
op eens anders persoonlijke levenssfeer, te weten die van [slachtoffer01] ,
door meermaals
- aan de voordeur van de woning van die [slachtoffer01] te komen,
- langs de woning van die [slachtoffer01] te rijden,
- bloemen naar die [slachtoffer01] te sturen en/of te brengen,
- (via social media) contact met familieleden van die [slachtoffer01] te zoeken,
- die [slachtoffer01] en/of familieleden van die [slachtoffer01] te volgen en/of te fotograferen,
- een tatoeage van die [slachtoffer01] en/of haar familieleden te laten zetten en/of die aan
anderen te tonen,
- rekeningen naar die [slachtoffer01] te sturen,
- voorwerpen met afbeeldingen van die [slachtoffer01] te laten bedrukken,
- brieven/kaarten/liefdesverklaringen en/of tekeningen naar die [slachtoffer01] te sturen,
met het oogmerk die [slachtoffer01] , te dwingen iets te doen, niet te doen, te dulden en/of
vrees aan te jagen;