Uitspraak
RECHTBANK ROTTERDAM
1.De procedure
- de dagvaarding van 2 november 2023, met producties 1 tot en met 12;
- de conclusie van antwoord;
- de brief van de rechtbank van 8 maart 2024 waarbij partijen zijn opgeroepen voor de mondelinge behandeling;
- de brief van de rechtbank van 23 mei 2024 met de zittingsagenda;
- de mondelinge behandeling op 2 juli 2024, waarvan de griffier aantekeningen heeft gemaakt.
2.De feiten
3.De vordering
4.De beoordeling
[gedaagde] betwist dat hij aansprakelijk is op grond van onrechtmatige daad. Volgens [gedaagde] is bovendien (door beslaglegging op zijn bankrekening) al een bedrag door ABN AMRO geïnd.
De rechtbank oordeelt bij dit vonnis dat [gedaagde] aansprakelijk is en wijst de vorderingen van ABN AMRO toe. Hierna wordt uiteengezet op welke gronden de rechtbank tot die beslissing komt.
2.428,00(2 punten × tarief IV € 1.214,00)