Uitspraak
Rechtbank Rotterdam
1.Onderzoek op de terechtzitting
2.Tenlastelegging
bijlage Iaan dit vonnis gehecht.
3.Eis officier van justitie
- bewezenverklaring van het onder 1 en 2 ten laste gelegde;
- veroordeling van de verdachte tot een gevangenisstraf voor de duur van 15 maanden, met aftrek van voorarrest, waarvan 5 maanden voorwaardelijk, met een proeftijd van 2 jaar en oplegging van de door de reclassering geïndiceerde bijzondere voorwaarden.
4.Waardering van het bewijs
De verklaring van de verdachte dat het wapen mogelijk door een vriend in zijn tas zou zijn gelegd, acht de rechtbank onvoldoende concreet en onaannemelijk. De verdachte heeft verklaard dat hij ruzie heeft gekregen met deze vriend, maar onduidelijk is gebleven waarom dit reden zou zijn voor de bewuste vriend om een vuurwapen in de tas van de verdachte achter te laten. Deze verklaring is tevens niet verifieerbaar, nu de verdachte de naam van de bewuste vriend niet noemen. De rechtbank ziet evenmin aanleiding om aan te nemen dat de verdachte het wapen slechts één keer heeft vastgehouden in juni en dat zijn DNA op die wijze op het wapen is terechtgekomen, ook omdat dit niet correspondeert met de metagegevens van het filmpje waaruit blijkt dat dit op 21 juli 2024 is gemaakt.
bijlage IIheeft de rechtbank de inhoud van wettige bewijsmiddelen opgenomen, houdende voor de bewezenverklaring redengevende feiten en omstandigheden. Op grond daarvan, en op grond van de redengevende inhoud van het voorgaande, is wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte het onder 1 ten laste gelegde heeft begaan op die wijze dat:
5.Strafbaarheid feit
6.Strafbaarheid verdachte
7.Motivering straf
- een meldplicht;
- gedragsinterventie die gericht is op cognitieve vaardigheden.
8.Beslag
9.Toepasselijke wettelijke voorschriften
10.Bijlagen
11.Beslissing
gevangenisstraf voor de duur van 6 (zes) maanden;
2 (twee) maandenniet ten uitvoer zal worden gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten;