Uitspraak
Rechtbank Rotterdam
1.Onderzoek op de terechtzitting
2.Tenlastelegging
De tekst van de tenlastelegging is als
bijlage Iaan dit vonnis gehecht.
3.Eis officier van justitie
- bewezenverklaring van het onder 1, 2, 3 en 4 ten laste gelegde;
- veroordeling van de verdachte tot een gevangenisstraf voor de duur van 5 maanden, met aftrek van voorarrest.
4.Tenlastelegging
5.Waardering van het bewijs
bijlage IIheeft de rechtbank de inhoud van wettige bewijsmiddelen opgenomen, houdende voor de bewezenverklaring redengevende feiten en omstandigheden. Op grond daarvan, en op grond van de redengevende inhoud van het voorgaande, is wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte het in
zaak A en in zaak Bten laste gelegde heeft begaan.
bijlage IIIheeft de rechtbank een opgave gedaan van wettige bewijsmiddelen, houdende voor de bewezenverklaring redengevende feiten en omstandigheden. Met deze opgave wordt volstaan, nu de verdachte het bewezen verklaarde heeft bekend en geen verweer is gevoerd dat strekt tot vrijspraak. Op grond daarvan is wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte het in
zaak C en in zaak Dten laste gelegde heeft begaan.
Vlaardingen
6.Strafbaarheid feiten
7.Strafbaarheid verdachte
8.Motivering straf
9.Vordering benadeelde partij
- Verlies aan verdienvermogen à € 18.100, -.
- Telefoon beschadigd tijdens val à € 245,00,-
- Contant geld verloren à € 65,00,-
10.Toepasselijke wettelijke voorschriften
11.Bijlagen
12.Beslissing
gevangenisstraf voor de duur van 5 (vijf) maanden;
[benadeelde partij]te betalen
€ 3.000,00 (zegge: drieduizend euro), bestaande uit immateriële schade, te vermeerderen met de wettelijke rente hierover vanaf 21 juli 2024 tot aan de dag der algehele voldoening;
de maatregel tot schadevergoedingop, inhoudende de verplichting aan de staat ten behoeve van [benadeelde partij] te betalen
€ 3.000,00 (zegge: drieduizend euro),vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 21 juli 2024 tot aan de dag van de algehele voldoening; bepaalt dat indien volledig verhaal van de hoofdsom van € 3.000,00 niet mogelijk blijkt,
gijzelingkan worden toegepast voor de duur van
40 dagen; de toepassing van de gijzeling heft de betalingsverplichting niet op.