ECLI:NL:RBROT:2024:11674

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
22 november 2024
Publicatiedatum
22 november 2024
Zaaknummer
83-218002-23 en 83-056727-24
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Overtreding van de Sanctiewet 1977 en Verordening (EU) nr. 833/2014 met betrekking tot de levering van luchtvaartonderdelen aan Rusland

Op 22 november 2024 heeft de Rechtbank Rotterdam uitspraak gedaan in een strafzaak tegen de verdachte, die wordt beschuldigd van meerdere strafbare feiten, waaronder overtredingen van de Sanctiewet 1977 en de Verordening (EU) nr. 833/2014. De verdachte heeft samen met mededaders luchtvaartonderdelen via omzeilingsroutes aan een bedrijf in Rusland geleverd, ondanks de verscherpte sancties die na de Russische inval in Oekraïne zijn ingesteld. Daarnaast is de verdachte beschuldigd van het overtreden van de Wet wapens en munitie, verduistering in dienstbetrekking, en het opzettelijk gebruik maken van valse documenten.

De rechtbank heeft rekening gehouden met de persoonlijke omstandigheden van de verdachte, waaronder zijn PTSS-klachten, en heeft een gevangenisstraf van 300 dagen opgelegd, waarvan 195 dagen voorwaardelijk met een proeftijd van 2 jaar. Tevens is er een taakstraf van 240 uur opgelegd, subsidiair 120 dagen hechtenis, en is de verdachte voor 3 jaar ontzet van het recht om als bestuurder van een rechtspersoon op te treden. De rechtbank oordeelde dat de verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan het medeplegen van de overtredingen en dat de bewijsvoering voldoende was om tot een veroordeling te komen.

De rechtbank heeft de dagvaarding geldig verklaard en de officier van justitie ontvankelijk in de vervolging. De verdachte is strafbaar bevonden en de opgelegde straffen zijn in overeenstemming met de ernst van de feiten en de persoonlijke omstandigheden van de verdachte. De rechtbank heeft de straffen gemotiveerd en benadrukt dat de verdachte misbruik heeft gemaakt van zijn positie bij Defensie door munitie te verduisteren en valse documenten te gebruiken voor frauduleuze doeleinden.

Uitspraak

Rechtbank Rotterdam

Team straf 1
Parketnummers: 83-218002-23 en 83-056727-24 (t.t.z. gevoegd)
Datum uitspraak: 22 november 2024
Tegenspraak (artikel 279 Sv)
Vonnis van de rechtbank Rotterdam, meervoudige kamer voor strafzaken, in de zaak tegen de verdachte:
[verdachte],
geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum] ,
ingeschreven in de basisregistratie personen op het adres:
[adres] ,
gemachtigd raadsman mr. H.J.G. Dudink, advocaat te Haarlem.

1.Onderzoek op de terechtzitting

Gelet is op het onderzoek op de terechtzitting van 8 november 2024.

2.Tenlastelegging

Parketnummer: 83-218002-23: Dagvaarding I:
Aan de verdachte is ten laste gelegd hetgeen is vermeld in de vordering nadere omschrijving
feiten in de tenlastelegging ex artikel 314a van het Wetboek van Strafvordering waarbij de oorspronkelijke opgave van de feiten op de terechtzitting van 8 november 2024 overeenkomstig de vordering van de officier van justitie is gewijzigd.
Parketnummer: 83-056727-24 Dagvaarding II:
Aan de verdachte is ten laste gelegd hetgeen is vermeld in de dagvaarding, zoals deze op de terechtzitting van 8 november 2024 overeenkomstig de vordering van de officier van justitie is gewijzigd.
De tekst van beide tenlasteleggingen is als bijlage I aan dit vonnis gehecht.

3.Eis officieren van justitie

Ten aanzien van dagvaarding I: (overtreding Sanctiewet ( feiten 1 en 2) en overdracht van patroonmagazijnen (feit 3))

  • bewezenverklaring van het onder 1 primair ten laste gelegde, behoudens ten aanzien van de goederen omschreven in AMB-070-01, AMB-066-01, AMB 077-01, AMB-059-01 en AMB-054-01;
  • bewezenverklaring van het onder 2 primair ten laste gelegde, behoudens ten aanzien van de bedrijven [bedrijf 1] , [bedrijf 2] en [bedrijf 3] ;
  • bewezenverklaring van het onder 3 ten laste gelegde.
Ten aanzien van dagvaarding II: (verduistering in dienstbetrekking en valsheid in geschrift)
- bewezenverklaring van het onder 1 en 2 ten laste gelegde;
Veroordeling van de verdachte tot:
  • een gevangenisstraf voor de duur van 300 dagen met aftrek van voorarrest, waarvan 195 dagen voorwaardelijk, met een proeftijd van 2 jaar met als bijzondere voorwaarde dat de verdachte zich zal gedragen naar de aanwijzingen van de reclassering, waarbij de behandeling voor PTSS wordt gemonitord;
  • een taakstraf voor de duur van 240 uren, subsidiair te vervangen door 120 dagen hechtenis bij niet voldoening;
  • ontzetting uit het recht tot uitoefening van het beroep van bestuurder van een rechtspersoon, dan wel van een daarmee gelijkgestelde vennootschap, voor de duur van 3 jaren.

4.Geldigheid dagvaarding

4.1.
Standpunt verdediging:
De dagvaarding dient nietig te worden verklaard omdat deze, door het ontbreken van een feitelijke beschrijving van welke handelingen verdachte zelf zou hebben verricht, een obscuur libel is.
4.2.
Beoordeling:
Aangezien de verdediging dit verweer in algemene zin heeft gevoerd, wordt het opgevat als te zijn gericht op beide tenlasteleggingen. Deze bevatten, in samenhang bezien met de inhoud van het dossier, naar het oordeel van de rechtbank duidelijk omschreven concrete verwijten. Het moet voor de verdachte dan ook duidelijk zijn geweest waartegen hij zich moest verweren. Dat de persoonlijke omstandigheden van deze verdachte, meer in het bijzonder zijn PTSS-klachten, een goed overzicht en begrip van de zaak voor hem en zijn raadsman mogelijk hebben bemoeilijkt, maakt niet dat daarom de tenlasteleggingen nietig zijn. De rechtbank is van oordeel dat de tenlasteleggingen voldoende duidelijk zijn. Het verweer wordt verworpen.
4.3.
Conclusie:
Dagvaarding I en dagvaarding II zijn geldig.

5.Ontvankelijkheid officier van justitie

5.1.
Standpunt verdediging:
De officier van justitie moet niet-ontvankelijk worden verklaard, omdat door een opeenstapeling van onherstelbare vormverzuimen ernstige inbreuken zijn gemaakt op de beginselen van een behoorlijke procesorde. De raadsman heeft uitvoerig betoogd dat er geen sprake is (geweest) van een eerlijk proces nu de officier van justitie heeft geweigerd dossiers te splitsen, vermeende onjuistheden niet het uit het dossier heeft gehaald en het de verdediging onmogelijk heeft gemaakt een effectieve verdediging te voeren.
5.2.
Beoordeling
Op grond van vaste jurisprudentie van de Hoge Raad is de niet-ontvankelijkheid van het Openbaar Ministerie op grond van artikel 359a van het Wetboek van Strafvordering (hierna: Sv) slechts in zeer uitzonderlijke gevallen aan de orde. Van de verdediging die een beroep doet op schending van artikel 359a, eerste lid, Sv wordt verlangd dat dit beroep voldoet aan de opbouw en eisen zoals die door de Hoge Raad zijn vastgelegd. Alleen op een zodanig verweer is de rechtbank gehouden om een met redenen omklede beslissing te geven. Het verweer zoals door de verdediging gevoerd, voldoet niet aan deze eisen en behoeft daarom geen verdere bespreking Van een oneerlijk proces is overigens ook geen sprake.
5.3.
Conclusie
De officier van justitie is ontvankelijk.

6.Waardering van het bewijs

Dagvaarding I: ten aanzien van het onder 1 primair en 2 primair tenlastegelegde:

6.1.
Partiële vrijspraak zonder nadere motivering (Tadzjikistan):
Met de officier van justitie en de verdediging is de rechtbank van oordeel dat partiële vrijspraak dient te volgen van het onder 1 primair ten laste gelegde ten aanzien van de goederen omschreven in AMB-070-01, AMB-066-01, AMB 077-01, AMB-059-01 en AMB-054-01, alsmede van het onder 2 primair ten laste gelegde ten aanzien van de bedrijven [bedrijf 1] , [bedrijf 2] en [bedrijf 3] . Kort samengevat betreft dit de verwijten die zien op het leveren van vliegtuigonderdelen via Tadzjikistan aan Russische bedrijven.
6.2.
Bewijswaardering dagvaarding I, feiten 1 en 2:
6.2.1.
Standpunt verdediging
De verdachte dient te worden vrijgesproken omdat geen sprake is van GN88-goederen en bovendien de drempel van medeplegen, noch die van medeplichtigheid, wordt gehaald.
6.2.2.
Beoordeling
Op basis van de bewijsmiddelen als opgenomen in de bewijsbijlage stelt de rechtbank het volgende vast.
[bedrijf 4] (hierna [bedrijf 4] ), het bedrijf van de medeverdachte [medeverdachte] (hierna de medeverdachte), handelde in (onder meer) vliegtuigonderdelen. Voorafgaand aan de Russische inval in Oekraïne op 24 februari 2022 en het afkondigen van uitgebreide en verscherpte Europese sancties tegen Rusland in 2022, handelde [bedrijf 4] veelal direct met vliegtuigmaatschappijen in Rusland. Na deze datum handelde [bedrijf 4] met bedrijven in Tadjikistan, Turkije, de Verenigde Arabische Emiraten en Servië.
In het voorjaar van 2022 hebben de verdachte en de medeverdachte veelvuldig whatsapp-contact over het oprichten van bedrijven in Servië en Turkije. De verdachte heeft in juni 2022 in samenspraak met de medeverdachte het Servische bedrijf [bedrijf 5] (hierna [bedrijf 5] ) opgericht. Er werden (roebel-)rekeningen geopend, er werd een website gemaakt (naar voorbeeld van [bedrijf 4] ) en over de gang van zaken is steeds contact tussen de verdachte en de medeverdachte geweest. De verdachte was de directeur [bedrijf 5] .
De medeverdachte heeft in Turkije [bedrijf 6] (hierna [bedrijf 6] ) opgericht. De verdachte is ook daarvan directeur geworden.
Deze bedrijven hebben vervolgens met elkaar handel gedreven, waarbij [bedrijf 4] vliegtuigonderdelen aan [bedrijf 5] verkocht, die deze vervolgens aan [bedrijf 6] in Turkije of aan bedrijven in Kirgizië en de Verenigde Arabische Emiraten doorverkocht hebben.
Gebleken is dat deze onderdelen uiteindelijk via deze tussenschakels aan Russische partijen, zoals onder andere [bedrijf 7] in Moskou, zijn geleverd. Dit volgt onder meer uit onder de verdachten aangetroffen e-mails, uit Telegramgesprekken tussen de medeverdachte en zijn agenten van [bedrijf 4] , uit contracten, exportverklaringen, facturen en kwaliteitscertificaten. In de internationale handel wordt voor luchtvaartonderdelen gebruik gemaakt van goederencode ‘88’ (afkorting: GN-code 88). De in de tenlastelegging voorkomende goederen zijn herleidbaar tot de administratie van de verdachte en zijn medeverdachte, waarbij door de verdachten ook steeds van deze code gebruik werd gemaakt.
Uit de reeds aangehaalde whatsapp-berichten tussen de verdachte en de medeverdachte volgt ontegenzeggelijk dat zij de hiervoor beschreven handelsroutes hebben opgezet met als doel om vliegtuigonderdelen aan Russische bedrijven te kunnen (blijven) leveren, ondanks en gedurende de sanctieregeling. Ook volgt hieruit dat zij hierbij nauw en bewust samenwerkten.
Op grond van het vorenstaande staat vast dat het gaat om leveringen van luchtvaartonderdelen vallend onder de code GN88 aan Russische luchtvaartmaatschappijen.
De rechtbank acht dan ook wettig en overtuigend bewezen dat er sprake is van medeplegen ten aanzien van het overig tenlastegelegde onder 1 primair en 2 primair ten laste gelegde (de overtreding van de sanctieregeling).
Ten aanzien van feit 3:
De verdachte heeft drie patroonmagazijnen voor het pistool van het merk Glock en vier patroonmagazijnen voor het geweer van het merk Colt AR-15 meegenomen van zijn werk op de [naam kazerne] in [plaatsnaam] en heeft deze overgedragen aan de medeverdachte [medeverdachte] .
Door de verdediging is aangevoerd dat de verbodsbepalingen van de Wet Wapens en Munitie (WMM) op grond van artikel 3a van die wet niet op de verdachte van toepassing zijn, omdat hij werkzaam voor Defensie was ten tijde van het overdragen. De rechtbank verwerpt dit verweer, omdat het ten laste gelegde artikel 31 WWM niet genoemd wordt in het door de verdediging geciteerde artikel 3a WWM. Er is geen uitzondering op het verbod tot overdracht van patroonmagazijnen van toepassing. Het ten laste gelegde kan wettig en overtuigend worden bewezen.
6.2.3.
Conclusie
De verweren worden verworpen. Bewezen is het onder 1 primair, 2 primair en 3 tenlastegelegde behoudens de onder 6.1 genoemde deelvrijspraken.
6.3.
Bewijswaardering dagvaarding II, feiten 1 en 2:
6.3.1.
Standpunt verdediging
De verdachte dient te worden vrijgesproken, dan wel te worden ontslagen van rechtsvervolging ten aanzien van de tenlastegelegde verduistering van munitie, omdat de verdachte als defensiepersoneel een zeer brede wapenvergunning had en hij de patronen in zijn bezit mocht hebben.
Ook dient vrijspraak te volgen voor feit 2, omdat de verdachte op 15 maart 2021 zelf melding van mogelijke fraude heeft gemaakt bij de ABN AMRO Bank en hij bovendien geen motief had om valse stukken naar de HSBC Bank te sturen.
6.3.2.
Beoordeling
Ten aanzien van feit 1:
Op de vliering van de woning van de verdachte zijn tijdens de doorzoeking op 30 augustus 2023 80 stuks munitie in een niet-afgesloten kluis aangetroffen. Dit betrof munitie die door de politie en de krijgsmacht werd gebruikt. De verdachte was als burgermedewerker [naam functie] in dienst bij Defensie en werkzaam op de [naam kazerne] in [plaatsnaam] en kon in zijn functie over munitie beschikken. De verdachte heeft verklaard dat de munitie van de KMAR of BSB was. Hij had deze munitie enige jaren geleden van de schietbaan mee naar huis genomen en hij had de munitie in huis opgeborgen. De rechtbank vat dit opbergen van munitie van Defensie door de verdachte in zijn woning, zonder hiervan op enig moment melding te maken bij Defensie en zonder enig blijk te geven van de intentie om de munitie terug te brengen, op als een toe-eigeningshandeling. De verdachte was hier - ook binnen de reikwijdte van zijn vergunning - niet toe gerechtigd. De ten laste gelegde verduistering kan wettig en overtuigend worden bewezen.
Ten aanzien van feit 2:
Onder feit 2 wordt de verdachte verweten valse documenten te hebben opgemaakt en/of die te hebben gebruikt door ze te sturen naar HSBC- Bank en ABN AMRO. Deze documenten staan op de tenlastelegging vermeld onder a tot en met e. De rechtbank komt tot bewezenverklaring van het gebruik maken van die valse documenten.
HSBC-Bank:
Op 4 november 2020 is vanaf het e-mailadres info@marine-aerospace.nl een e-mail met bijlagen gestuurd aan Zoie T.W. Law, de Assistent Vice President van de HSBC-bank. Als bijlagen werden meegestuurd een bankafschrift op naam van [naam eenmanszaak] bij de ABN AMRO Bank (d) en een balans van [naam eenmanszaak] (e). In het bericht wordt verzocht een bankrekening te open voor een Nederlandse startende onderneming in Hong Kong met een verwachte omzet van meer dan 100 miljoen.
Voor zover de verdediging heeft gesuggereerd dat een ander dan de verdachte het bericht in diens naam heeft gestuurd, bestaat geen begin van aannemelijkheid voor dit alternatieve scenario.
De verdachte heeft daarentegen verklaard dat hij als enige toegang had tot dit e-mailadres en dat hij de gebruiker ervan was. Gelet hierop kan de e-mail van 4 november 2020, inclusief bijlagen, aan de verdachte worden toegeschreven.
Voorts blijkt uit het dossier dat het meegezonden bankafschrift en balans vervalst zijn. Immers de bijschrijvingen van € 23.187.561,40 en de afschrijvingen van € 1.543.951,69 in de maand juni 2020 komen niet overeen met de werkelijke bijschrijvingen van € 635,- en afschrijvingen van € 484,- op de bankafschriften in dezelfde periode. Het eigen vermogen van € 1.448.602,- op de meegezonden balans is eveneens onrealistisch. Volgens informatie uit het systeem van de Belastingdienst is het eigen vermogen van [naam eenmanszaak] nihil.
Dit zijn evidente verschillen waarvan de verdachte op de hoogte moet zijn geweest tijdens het versturen van deze stukken. De rechtbank komt dan ook tot het oordeel dat de verdachte opzettelijk gebruik heeft gemaakt van vervalste stukken.
ABN AMRO Bank:
Op 26 februari 2021 heeft de verdachte ABN AMRO bank twee documenten toegestuurd, een document genaamd Swift Tracking (7).pdf (b) en een document genaamd MT103 CASH TRANSFER RECIEPT (1).pdf (a) om aan te tonen dat er een transactie van € 10.000.000,00 euro op zijn bankrekening zou zijn overgemaakt maar die hij niet had ontvangen. De ABN AMRO Bank heeft vastgesteld dat het door verdachte verstuurde Swift-bericht (b) niet origineel was.
`De verdachte heeft ook een uittreksel uit de Kamer van Koophandel van [naam eenmanszaak] (c) gestuurd waarin staat dat verdachte eigenaar is in plaats van de naam van zijn echtgenote die blijkens het Uittreksel in het Handelsregister van de Kamer van Koophandel en Fabrieken de eigenaar is van de eenmanszaak.
In de woning van de verdachte zijn de voornoemde documenten (a), (b) en (c) aangetroffen.
Gelet op het bovengenoemde samenstel van handelingen in samenhang met de bevindingen van de bank en met de in de woning van de verdachte aangetroffen documenten komt de rechtbank tot het oordeel dat er sprake is van opzettelijk gebruik maken van en het voorhanden hebben van de ten laste gelegde vervalste geschriften.
6.3.3.
Conclusie
Het verweer wordt in al zijn onderdelen verworpen. Bewezen is het onder 1 en 2 tenlastegelegde.
6.4.
Bewezenverklaring
In bijlage II heeft de rechtbank de inhoud van wettige bewijsmiddelen opgenomen, houdende voor de bewezenverklaring redengevende feiten en omstandigheden. Op grond daarvan, en op grond van de redengevende inhoud van het voorgaande, is wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte het ten laste gelegde heeft begaan op die wijze dat:
onder parketnummer 83-218002-23:
1. primair
hij, in de periode van 25 februari 2022 tot en met 31 augustus 2023 te in Nederland en/of Servië ,
tezamen en in verenging anderen, meermalen, , opzettelijk en in strijd met het krachtens artikel 2 en 3 van de Sanctiewet
1977 vastgestelde verbod van artikel la van de Sanctieregeling territoriale integriteit Oekraïne 2014, juncto artikel 3 quater lid 1 en/of artikel 12 van Verordening (EU) nr 833/2014 van de Raad van de Europese Unie van 31 juli 2014, zoals gewijzigd door Verordening (EU) nr. 2022/328 van 25 februari 2022, heeft gehandeld door in bijlage XI van de Verordening (EU) nr. 2022/328 vermelde goederen en technologie die geschikt zijn voor gebruik in de luchtvaart of de ruimtevaartindustrie, ongeacht of deze van oorsprong uit de Unie zijn, te weten goederen die vallen onder GN-code 88 (luchtvaart en ruimtevaart), omschreven als:
- 6 stuk HOOK (met productcode 75008);
- 3 stuks RECIRCULATION AIR FILTER (met productcode 1001450-2);
en
- 12 stuks O-RING (met productcode NSA8203-264);
en/of
- 2 stuks FILM (met productcode Wrightlon 5200 Red P, Release Film, 52R160600P);
- 1 stuk COMPOSITE DOUBLER (met productcode STRATIGLASS
2000-1);
en
- 2 stuks 178 D 20 x 1400mm, edges cut. 100LM (or 140m2) (met productcode WEB 178 T0178BD020X1400F050);
en
- 96 stuks Nalgene® bottles, style 2104 ca;
- 2 stuks SCRAPER RING (met productcode 2000A0826K01);
- 10 stuks NUT 3/8 (met productcode CS-304-02);
- 10 stuks FERRULE 3/8 (met productcode CS-306-02); en
- 2 stuks BALL ASSY (met productcode HA72-0214035;
direct en/of indirect te verkopen en/of te leveren en/of over te dragen aan en/of uit te voeren naar rechtspersonen en/of entiteiten en/of lichamen in Rusland, te weten aan [bedrijf 7] en/of [bedrijf 12] en/of voor gebruik in Rusland;,
2. primair:
hij in de periode van 25 februari 2022 tot en met 29 augustus 2023 in Nederland, tezamen en in vereniging met anderen, meermalen, opzettelijk en in strijd met het krachtens artikel 2 en 3 van de Sanctiewet 1977 vastgestelde verbod van artikel 1a van de Sanctieregeling territoriale integriteit Oekraïne 2014, juncto artikel 12 van Verordening (EU) nr 833/2014 van de Raad van de Europese Unie van 31 juli 2014, zoals gewijzigd door Verordening (EU) nr. 2022/328 van 25 februari 2022,
heeft gehandeld door bewust en opzettelijk deel te nemen aan activiteiten die tot doel of als gevolg hebben dat de verbodsbepalingen van de Verordening (EU) nr 833/2014 van de Raad van de Europese Unie van 31 juli 2014 worden omzeild, door:
- het (laten) opgeven van
- [bedrijf 5] uit Servië en/of;
- [bedrijf 6] uit Turkije en/of,
- [bedrijf 8] uit Verenigde Arabische Emiraten en/of,
- [bedrijf 9] uit Verenigde Arabische Emiraten en/of,
- [bedrijf 10] uit Kirgizië en/of,
- bedrijven) gevestigd in Kirgizië en/of Servië en/of Turkije en/of Verenigde Arabische Emiraten als
geadresseerde (consignee) en/of ontvanger op
uitvoergeleidedocumenten/-aangiften en/of (pro forma) invoices en/of
luchtvrachtbrieven (airwayhills) ,
zulks terwijl de daarop vermelde goederen in werkelijkheid bestemd waren voor rechtspersonen en/of entiteiten en/of lichamen in Rusland en/of voor gebruik in Rusland;
3.
Hij in de periode van 1 januari 2022 tot en met 29 augustus 2023 te [plaatsnaam] ,
- 3, patroonmagazijnen geschikt voor pistool van het merk Glock voor het kaliber 9mm, en
- 4, patroonmagazijnen geschikt voor het aanvalsgeweer Colt AR-15 voor het kaliber 5.56mm,
(elk) zijnde (een essentieel onderdeel van) (een) vuurwapens van categorie III onder 1 van de Wet wapens en munitie, heeft overgedragen aan [medeverdachte] ;
onder parketnummer 83-056727-44:
1.
hij in de periode van 1 januari 2022 tot en met 29 augustus 2023, te [plaatsnaam] , in elk geval in Nederland,
opzettelijk enige goederen, te weten
- 80 Stuks kogelpatronen kaliber 9x19mm type volmantel, voorzien van hulsbodem
stempel G.F.L. 06-06,
die geheel of ten dele toebehoorden aan het Ministerie van Defensie, en welke goederen verdachte uit hoofde van zijn persoonlijke dienstbetrekking van/als [naam functie] op de [naam kazerne] te [plaatsnaam] anders dan door misdrijf onder zich had, wederrechtelijk zich heeft toegeëigend;
2 .
hij in de periode van 4 november 2020 tot en met 10 maart 2021, en/of
op 30 augustus 2023 Nederland, meermalen, (telkens) opzettelijk gebruik heeft gemaakt valse of vervalste geschriften, te weten:
a. a) een document met de naam “MT103 CASH TRANSFER RECEIPT.pdf”
, en/of
b) een document met de naam “Swift Tracking.pdf” , en/of
c) een (kopie) uittreksel van de Kamer van Koophandel , en/of
d) een document genaamd “mutaties 10.pdf” en/of
e) een document genaamd “ [naam eenmanszaak] . Balans V&W 2018.pdf” ,
-(elk) zijnde een geschrift dat bestemd was om tot bewijs van enig feit te dienen- als
ware het echt en onvervalst, en/of opzettelijk deze geschriftenvoorhanden heeft gehad terwijl hij, verdachte, wist(dat deze geschrift bestemd waren voor zodanig gebruik, bestaande die valsheid of vervalsing (telkens) hierin dat in strijd met de waarheid -zakelijk weergegeven- was vermeld dat
ad a en b) een bedrag van 10 miljoen euro is overgemaakt naar de ABN AMRO rekening met nummer [rekeningnummer] ten name van [naam eenmanszaak] ; en/of
ad c) hij, verdachte, eigenaar is van de eenmanszaak [naam eenmanszaak] ; en/of
ad d) in de maand juni 2020 een totaalbedrag van € 1.543.951,69 is afgeschreven van
en/of een totaalbedrag van € 23.187.561,40 is bijgeschreven op de ABN AMRO
rekening met nummer [rekeningnummer] ten name van [naam eenmanszaak] Supplies and Investments; en/of
ad e) [naam eenmanszaak] een eigen vermogen van € 1.448.602,00 heeft;
en
bestaande dat gebruikmaken (telkens) hierin dat hij, verdachte, die geschriften heeft verzonden, aan ad
a, b en c) (een medewerker van) de ABN AMRO Bank N.V.; en/of
ad d en
e) (een medewerker van) The Hongkong and Shanghai Banking Corporation Limited.
Hetgeen meer of anders is ten laste gelegd is niet bewezen. De verdachte moet daarvan worden vrijgesproken.

7.Strafbaarheid feiten

Er zijn geen feiten of omstandigheden aannemelijk geworden die de strafbaarheid van de bewezen feiten uitsluiten. Voorzover de raadsman ontslag van alle rechtsvervolging heeft willen bepleiten met de redenering dat de verbodsbepalingen van de WWM op grond van artikel 3a van die wet niet op de verdachte van toepassing zijn, omdat hij werkzaam voor Defensie was ten tijde van het overdragen van de patroonmagazijnen, wordt verwezen naar de overweging waarbij dit wordt verworpen.
De bewezen feiten zijn dus strafbaar en leveren op:
onder parketnummer 83-218002-23:
1.
het medeplegen van een overtreding van een voorschrift gesteld krachtens artikelen 2 en 3 van de Sanctiewet 1977, opzettelijk begaan, meermalen gepleegd;
2.
het medeplegen van een overtreding van een voorschrift gesteld krachtens artikelen 2 en 3 van de Sanctiewet 1977, opzettelijk begaan, meermalen gepleegd;
3.
handelen in strijd met artikel 31 van de Wet wapens en munitie en het feit begaan met betrekking tot een vuurwapen van categorie III;
onder parketnummer 83-056727-24:
1.
verduistering gepleegd door hem die het goed uit hoofde van zijn persoonlijke dienstbetrekking onder zich heeft;
2.
opzettelijk gebruik maken van een vals en vervalst geschrift, als bedoeld in artikel 225, eerste lid, van het Wetboek van strafrecht, als ware het echt en onvervalst en opzettelijk een geschrift, als bedoeld in artikel 225, eerste lid, van het Wetboek van Strafrecht, voorhanden hebben, terwijl hij weet dat dit geschrift bestemd is voor gebruik als ware het echt en overvalt, meermalen gepleegd.

8.Strafbaarheid verdachte

Er is geen omstandigheid aannemelijk geworden die de strafbaarheid van de verdachte uitsluit.
De verdachte is dus strafbaar.

9.Strafmotivering

9.1.
Algemene overweging
De straffen die aan de verdachte worden opgelegd, zijn gegrond op de ernst van de feiten, de omstandigheden waaronder de feiten zijn begaan, de persoon en de persoonlijke omstandigheden van de verdachte. Daarbij wordt in het bijzonder het volgende in aanmerking genomen.
9.2.
Feiten en omstandigheden waarop de straffen zijn gebaseerd
Na de Russische inval in Oekraïne op 24 februari 2022 is een pakket sanctiemaatregelen afgekondigd, met als doel het tegengaan van de Russische agressie in Oekraïne langs economische weg en de boodschap af te geven dat deze inval door Rusland niet door de Europese Unie wordt getolereerd.
De verdachte heeft samen met zijn mededaders zich schuldig gemaakt aan het overtreden van de Europese Sanctiewetgeving en heeft ook met zijn mededaders bewust en opzettelijk deelgenomen aan activiteiten die tot doel hebben om de verbodsbepalingen van de Europese Unie te omzeilen door gesanctioneerde luchtvaartonderdelen via nieuwe omzeilingsroutes op een slinkse wijze te leveren aan een Russisch bedrijf in Rusland. Daarbij gaat het niet alleen om handelsverboden voor militaire goederen, maar ook om andere handelsbeperkingen, zoals het verbod op de levering van goederen ten behoeve van de burgerluchtvaart.
De verdachte heeft puur vanuit economisch gewin het bovengenoemde doel en de strekking van de Europese sancties ernstig ondergraven.
Voorts heeft de verdachte zich schuldig gemaakt aan overtreding van de Wet wapens en munitie door het overdragen van 7 patroonmagazijnen aan de medeverdachte [medeverdachte] .
Patroonmagazijnen zijn onderdelen van wezenlijke aard die specifiek bestemd zijn voor vuurwapens.
Tevens heeft de verdachte zich schuldig gemaakt aan verduistering van munitie die hij onder zich had uit hoofde van zijn dienstbetrekking bij Defensie. Hij heeft munitie vanaf de kazerne mee naar huis genomen en heeft de munitie verborgen op de zolder van zijn woning. De verdachte heeft hiermee misbruik gemaakt van zijn positie bij Defensie en heeft het in hem gestelde vertrouwen door zijn werkgever geschaad.
Tot slot heeft de verdachte zich schuldig gemaakt aan valsheid in geschrift door het sturen van valse en vervalste stukken naar de ABN AMRO Bank en HBSC-Bank. De verdachte deed bij de ABN AMRO Bank voorkomen dat er een substantieel bedrag zou zijn gestort op de bankrekening van [naam eenmanszaak] . Bij de HBSC-bank wilde de verdachte met vervalste bankafschriften en vervalste balans een bankrekening openen. De verdachte heeft met zijn handelen het vertrouwen dat in het maatschappelijk verkeer moet kunnen worden gesteld in de juistheid van schriftelijke stukken met een bewijsbestemming ernstig geschaad.
9.3.
Persoonlijke omstandigheden van de verdachte
9.3.1.
Strafblad
De rechtbank heeft acht geslagen op een uittreksel uit de justitiële documentatie van 5 september 2024, waaruit blijkt dat de verdachte niet eerder is veroordeeld voor strafbare feiten.
9.3.2.
Rapportages
De psycholoog [naam] bij het Sinai Centrum heeft in een brief, gedateerd op 22 oktober 2024, een kort verslag over de verdachte opgemaakt. Dit verslag houdt het volgende in.
Bij het Sinai Centrum is de verdachte sinds 5 juni 2024 bekend. De verdachte verklaart dat hij opdringende herinneringsbeelden en nachtmerries heeft over gebeurtenissen uit zijn eerste uitzending, waarbij gevoelens van machteloosheid en op de voorgrond staan. Daarnaast is er sprake van traumagerelateerd vermijdingsgedrag, negatieve overtuigingen, prikkelbaarheid, hyperalertheid en concentratie- en slaapproblemen. Deze klachten zijn passend bij een posttraumatische stressstoornis (PTSS).
Reclassering Nederland heeft twee rapporten over de verdachte opgemaakt, gedateerd op 8 december 2023 en 2 juli 2024. De problemen op het leefgebied psychosociaal functioneren zijn te relateren aan zijn PTSS-klachten die de verdachte heeft uit zijn tijd als beroepsmilitair op militaire uitzending. Hij was eerder voor deze klachten behandeld, hetgeen tot een verbetering geleid heeft. De PTSS-klachten hebben volgens de verdachte tijdens de voorlopige hechtenis een opleving gehad. De verdachte heeft sinds de schorsing van de voorlopige hechtenis op 13 december 2023 zijn leven goed op orde. Hij is aangemeld voor de behandeling van zijn PTSS-klachten die zal aanvangen in september 2024. De reclassering schat het risico op recidive en letsel laag in en ziet geen noodzaak voor het opleggen van een meldplicht of bijzondere voorwaarden. Het opleggen van een gevangenisstraf heeft mogelijk een negatief effect op de PTSS-klachten bij de verdachte. De reclassering ziet geen negatieve consequenties bij het opleggen van een taakstraf.
9.4.
Conclusies van de rechtbank
Nu de conclusies van de psycholoog en de reclassering gedragen worden door hun bevindingen neemt de rechtbank die conclusies over en maakt die tot de hare.
9.5.
Strafoplegging
Gezien de ernst van de bewezenverklaarde feiten past vanuit het oogpunt van generale preventie in beginsel een gevangenisstraf van aanzienlijke duur. De rechtbank heeft gekeken naar straffen die opgelegd zijn in vergelijkbare zaken en heeft geconstateerd dat er nog niet veel vergelijkingsmateriaal is.
De rechtbank zal in dit specifieke geval echter afzien van het opleggen van een onvoorwaardelijke gevangenisstraf hoger dan de duur van de voorlopige hechtenis, omdat de rechtbank sterk rekening houdt met de zwaarwegende persoonlijke omstandigheden van de verdachte, zoals die blijken uit de hiervoor genoemde rapportages.
De verdachte is inmiddels al enige tijd op vrije voeten en wordt behandeld voor zijn PTSS-klachten. Een onvoorwaardelijke gevangenisstraf hoger dan de duur van de voorlopige hechtenis zal naar verwachting een geslaagde behandeling van PTSS-klachten doorkruisen. Dit acht de rechtbank, gezien het grote persoonlijk belang dat de verdachte heeft bij zijn behandeling, onwenselijk. De rechtbank is wel van oordeel dat de ernst van de normschendingen de oplegging van een voorwaardelijke gevangenisstraf en de oplegging van een taakstraf voor de maximale duur van 240 uur rechtvaardigt. Dit voorwaardelijk strafdeel dient er tevens toe de verdachte ervan te weerhouden in de toekomst opnieuw strafbare feiten te plegen. De rechtbank komt op grond van het advies van de reclassering tot het oordeel dat reclasseringstoezicht met een evaluatie van de behandeling van de PTSS-klachten van de verdachte niet nodig is.
De rechtbank ziet in de aard en omvang van de fraudedelicten aanleiding om de verdachte te ontzetten uit de uitoefening van het beroep van (middellijk of onmiddellijk) bestuurder van rechtspersonen. Hij heeft immers meermaals zijn positie als bestuurder misbruikt om ernstig strafbare feiten te plegen, hetgeen oplegging van een tijdelijk beroepsverbod van aanzienlijke duur rechtvaardigt. Daarmee wordt de samenleving beschermd tegen verder frauduleus handelen door de verdachte. Het verbod zal gelden voor de duur van drie jaren.
Alles afwegend acht de rechtbank de oplegging van een gevangenisstraf voor de duur van 300 dagen, waarvan 195 dagen voorwaardelijk, met een proeftijd van 2 jaren, een taakstaf voor de duur van 240 uur en ontzetting van het recht tot uitoefening van het beroep van bestuurder van een rechtspersoon voor de duur van 3 jaren, passend en geboden.

10.In beslag genomen voorwerpen

Ten aanzien van feit 2 onder parketnummer 83-056727-24:

10.1.
Standpunt officier van justitie
De officier van justitie heeft de onttrekking aan het verkeer gevorderd van de in beslag genomen stempel met de tekst ABN AMRO NV en de ISEP-overeenkomst op de lijst van inbeslaggenomen en niet teruggegeven voorwerpen met strafrechtelijke beslagtitel.
10.2.
Standpunt verdediging
De raadsman heeft de teruggave van de bovengenoemde stempel bepleit omdat het gebruik hiervan bedoeld was om administratieve stukken te ordenen.
10.3.
Beoordeling
De bovengenoemde stempel is in de woning van de verdachte aangetroffen en een afdruk van deze stempel staat op een aangetroffen brief van 1 maart 2021 van de verdachte aan de ABN AMRO Bank met daaraan geniet de valse/vervalste bijlagen MT103 CASH TRANSFER RECEIPT.pdf" en "Swift Tracking.pdf" een KvK-uittreksel en ''ISEP AGREEMENT COPY2 ". Het ongecontroleerd bezit hiervan is in strijd met de wet en het algemeen belang. Het feit is met behulp van beide voorwerpen begaan. De beide voorwerpen zullen dan ook worden onttrokken aan het verkeer.

11.Toepasselijke wettelijke voorschriften

Gelet is op:
- de artikelen 9, 14a, 14b, 14c, 22c, 22d, 28, 31, 36b, 36c, 36d, 47, 57, 225, 321 en 322 van het Wetboek van Strafrecht;
- de artikelen 31 en 55 van de Wet wapens en munitie;
- de artikelen 1, 2 en 6 van de Wet op de economische delicten;
- de artikelen 2 en 3 van de Sanctiewet 1977;
- artikel 1a van de Sanctieregeling territoriale integriteit Oekraïne 2014;
- de artikelen 3 quater en 12 en bijlage XI van de Verordening (EU) Nr. 833/2014 van de Raad van Europa van de Europese Unie van 31 juli 2014 zoals gewijzigd bij de Verordening (EU) 2022/328 van de Raad van de Europese Unie betreffende beperkende maatregelen naar aanleiding van de acties van Rusland die de situatie in Oekraïne destabiliseren.

12.Bijlagen

De in dit vonnis genoemde bijlagen maken deel uit van dit vonnis.

13.Beslissing

De rechtbank:
verklaart de dagvaarding geldig;
verklaart de officier van justitie ontvankelijk in de vervolging;
verklaart bewezen, dat de verdachte de onder 1 primair, 2 primair en 3 ten laste gelegde feiten, zoals hiervoor omschreven, onder parketnummer 83-218002-23 heeft begaan;
verklaart bewezen, dat de verdachte de onder 1 en 2 ten laste gelegde feiten, zoals hiervoor omschreven, onder parketnummer 83-056727-24 heeft begaan;
verklaart niet bewezen hetgeen aan de verdachte meer of anders ten laste is gelegd dan hiervoor bewezen is verklaard en spreekt de verdachte daarvan vrij;
stelt vast dat het bewezen verklaarde oplevert de hiervoor vermelde strafbare feiten;
verklaart de verdachte strafbaar;
veroordeelt de verdachte tot een
gevangenisstraf voor de duur van 300 (driehonderd) dagen;
bepaalt dat van deze gevangenisstraf een gedeelte, groot
195 (honderdvijfennegentig) dagenniet ten uitvoer zal worden gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten;
verbindt hieraan een proeftijd, die wordt gesteld op 2 jaren;
tenuitvoerlegging kan worden gelast als de veroordeelde de algemene voorwaarde niet naleeft;
stelt als algemene voorwaarde:
de veroordeelde zal zich vóór het einde van de proeftijd niet aan een strafbaar feit schuldig maken;
beveelt dat de tijd die door de veroordeelde voor de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en in voorlopige hechtenis is doorgebracht, bij de uitvoering van de opgelegde gevangenisstraf in mindering wordt gebracht, voor zover deze tijd niet reeds op een andere vrijheidsstraf in mindering is gebracht;
veroordeelt de verdachte tot een
taakstraf voor de duur van 240 (tweehonderdveertig) uren,waarbij Reclassering Nederland dient te bepalen uit welke werkzaamheden de taakstraf dient te bestaan;
beveelt dat, voor het geval de veroordeelde de taakstraf niet naar behoren verricht, vervangende hechtenis zal worden toegepast voor de duur van
120 dagen;
legt als bijkomende straf op aan de verdachte:
- ontzetting van het recht tot uitoefening van het beroep van bestuurder van een rechtspersoon voor de duur van 3 (drie) jaren;
beslist ten aanzien van de voorwerpen, geplaatst op de lijst van inbeslaggenomen en nog niet teruggegeven voorwerpen, als volgt:
- verklaart onttrokken aan het verkeer:
nummer 1: ABN-stempel: H.03.01.006.001;
nummer 2: ISEP-overeenkomst: H.03.03.001.001;
heft op het bevel tot voorlopige hechtenis van de verdachte, dat bij eerdere beslissing is geschorst.
Dit vonnis is gewezen door mr. A. Boer, voorzitter,
en mrs. F. Wegman en P.C. Tuinenburg, rechters,
in tegenwoordigheid van mr. R. van Puffelen, griffier,
en uitgesproken op de openbare terechtzitting op de datum die in de kop van dit vonnis is vermeld.
De oudste rechter is buiten staat dit vonnis mede te ondertekenen.
Bijlage I
Tekst gewijzigde vordering nadere omschrijving feiten in de tenlastelegging ex artikel 314a van het Wetboek van Strafvordering onder parketnummer 83-218002-23
Aan de verdachte wordt ten laste gelegd dat
1.
Hij,
op één of meerdere tijdstip(pen) in of omstreeks de periode van 25
februari 2022 tot en met 31 augustus 2023 te [plaatsnaam] , althans elders in
Nederland en/of Servië en/of Rusland,
tezamen en in verenging met één of meerdere ander(en), althans alleen,
meermalen, althans eenmaal,
opzettelijk en in strijd met het krachtens artikel 2 en 3 van de Sanctiewet
1977 vastgestelde verbod van artikel la van de Sanctieregeling
territoriale integriteit Oekraïne 2014, juncto artikel 3 quater lid 1 en/of
artikel 12 van Verordening (EU) nr 833/2014 van de Raad van de
Europese Unie van 31 juli 2014, zoals gewijzigd door Verordening (EU)
nr. 2022/328 van 25 februari 2022,
heeft/hebben gehandeld door
in bijlage XI van de Verordening (EU) nr. 2022/328 vermelde goederen
en technologie die geschikt zijn voor gebruik in de luchtvaart of de
ruimtevaartindustrie, ongeacht of deze van oorsprong uit de Unie zijn, te
weten één of meer goed(eren) die vallen onder GN-code 88 (luchtvaart
en ruimtevaart), omschreven als:
(AMB-070-01)
- 1 stuk RAMP ASSY-INLET (met productcode D2157116200000);
- 1 stuk SUPPORT ASSY-HINGE (met productcode 1)2 157115300000);
en/of
- 10 stuks COUPLING (met productcode NE102666-0875AS);
en/of
(AMB-066-01)
- 5 stuks PROTECTIVE BREATHING EQUIPMENT (met productcode
15-40F-80);
en/of
(AMB-077-01)
- 1 stuk HYDRAULIC HOSE (met productcode 2000A3852K01);
- 40 stuks BUSHING-SHLDRD (met productcode 305-074-104-0);
- 2 stuks SUPPORT (met productcode D5347112320200);
- 3 stuks SHEET JOINT (met productcode D5348001922095);
- 2 stuks SECTION (met productcode D5397465220200);
- 50 stuks SCRAPPER (met productcode 4186A19E0190);
- 30 stuks RING (met productcode 44066);
- 20 stuks STOP AND BEARING SEAL ASSEMBLY (met productcode
GA30366);
- 100 stuks BOLT (met productcode A32266);
- 16 stuks MASK ASSY-OXYGEN (met productcode 289-601-724-20A);
- 1 stuk RELAY (met productcode E0246-115B0); en/of
- 1 stuk LENS (met productcode 9ES404083-00);
en/of
(AMB-059-01)
- 40 stuks PACKING (met productcode 7500454); en/of
- 1000 stuks LIFE REPLACEMENT PACKAGING KIT (met productcode
EDR90-1257-105);
en/of
(AMB-054-01)
- 1 stuk HEATER-WATER, LAVATORY (met productcode 24E507009G03);
en/of
(AMB-067-01)
- 6 stuk HOOK (met productcode 75008);
- 3 stuks RECIRCULATION AIR FILTER (met productcode 1001450-2);
en/of
- 12 stuks O-RING (met productcode NSA8203-264);
en/of
(AMB-074-01)
- 2 stuks FILM (met productcode Wrightlon 5200 Red P, Release Film,
52R160600P);
- 1 stuk COMPOSITE DOUBLER (met productcode STRATIGLASS
2000-1); en/of
- 2 stuks 178 D 20 x 1400mm, edges cut. 100LM (or 140m2) (met
productcode WEB 178 T0178BD020X1400F050);
en/of
(AMB-080-01)
- 96 stuks Nalgene® bottles, style 2104 ca;
- 2 stuks SCRAPER RING (met productcode 2000A0826K01);
- 10 stuks NUT 3/8 (met productcode CS-304-02);
- 10 stuks FERRULE 3/8 (met productcode CS-306-02); en/of
- 2 stuks BALL ASSY (met productcode HA72-0214035;
direct en/of indirect te verkopen en/of te leveren en/of over te dragen
aan en/of uit te voeren naar natuurlijke personen en/of rechtspersonen
en/of entiteiten en/of lichamen in Rusland, te weten aan (onder andere)
[bedrijf 11] en/of [bedrijf 7] en/of [bedrijf 12] en/of
voor gebruik in Rusland,
Artikel 3 quater lid 1 van Verordening (EU) 2022/328 van de Raad van 25
februari 2022 tot wijziging van Verordening (EU) nr. 833/2014 betreffende
beperkende maatregelen naar aanleiding van de acties van Rusland die de
situatie in Oekraïne destabiliseren
Artikel la lid 1 Sanctieregeling territoriale integriteit Oekraïne 2014
Artikel 2 en 3 Sanctiewet 1977
Artikel 1 onder 1°, 2 lid 1 en 6 lid 1 onder 1 ° van de Wet op de economische
delicten
Subsidiair, voor zover het vorenstaande niet tot een veroordeling mocht
of zou kunnen leiden:
[medeverdachte] en/of [bedrijf 4] ,
op één of meerdere tijdstip(pen) in of omstreeks de periode van 25
februari 2022 tot en met 31 augustus 2023 te [plaatsnaam] , althans elders in
Nederland en/of Servië en/of Rusland,
tezamen en in verenging met één of meerdere ander(en), althans alleen,
meermalen, althans eenmaal,
opzettelijk en in strijd met het krachtens artikel 2 en 3 van de Sanctiewet
1977 vastgestelde verbod van artikel la van de Sanctieregeling
territoriale integriteit Oekraïne 2014, juncto artikel 3 quater lid 1 en/of
artikel 12 van Verordening (EU) nr 833/2014 van de Raad van de
Europese Unie van 31 juli 2014, zoals gewijzigd door Verordening (EU)
nr. 2022/328 van 25 februari 2022,
heeft/hebben gehandeld door
in bijlage XI van de Verordening (EU) nr. 2022/328 vermelde goederen
en technologie die geschikt zijn voor gebruik in de luchtvaart of de
ruimtevaartindustrie, ongeacht of deze van oorsprong uit de Unie zijn, te
weten één of meer goed(eren) die vallen onder GN-code 88 (luchtvaart
en ruimtevaart), omschreven als:
(AMB-070-01)
- 1 stuk RAMP ASSY-INLET (met productcode D2157116200000);
- 1 stuk SUPPORT ASSY-HINGE (met productcode D2157115300000);
en/of
- 10 stuks COUPLING (met productcode NE102666-0875AS);
en/of
(AMB-066-01)
- 5 stuks PROTECTIVE BREATHING EQUIPMENT (met productcode
15-40F-80);
en/of
(AMB-077-01)
- 1 stuk HYDRAULIC HOSE (met productcode 2000A3852K01);
- 40 stuks BUSHING-SHLDRD (met productcode 305-074-104-0);
- 2 stuks SUPPORT (met productcode D5347112320200);
- 3 stuks SHEET JOINT (met productcode D5348001922095);
- 2 stuks SECTION (met productcode D5397465220200);
- 50 stuks SCRAPPER (met productcode 4186A19E0190);
- 30 stuks RING (met productcode 44066);
- 20 stuks STOP AND BEARING SEAL ASSEMBLY (met productcode
GA30366);
- 100 stuks BOLT (met productcode A32266);
- 16 stuks MASK ASSY-OXYGEN (met productcode 289-601-724-20A);
- 1 stuk RELAY (met productcode E0246-115B0); en/of
- 1 stuk LENS (met productcode 9ES404083-00);
en/of
(AMB-059-01)
- 40 stuks PACKING (met productcode 7500454); en/of
- 1000 stuks LIFE REPLACEMENT PACKAGING KIT (met productcode
EDR90-1257-105);
en/of
(AMB-054-01)
- 1 stuk HEATER-WATER, LAVATORY (met productcode 24E507009G03);
en/of
(AMB-067-01)
- 6 stuk HOOK (met productcode 75008);
- 3 stuks RECIRCULATION AIR FILTER (met productcode 1001450-2);
en/of
- 12 stuks O-RING (met productcode NSA8203-264);
en/of
(AMB-074-01)
- 2 stuks FILM (met productcode Wrightlon 5200 Red P, Release Film,
52R160600P);
- 1 stuk COMPOSITE DOUBLER (met productcode STRATIGLASS
2000-1); en/of
- 2 stuks 178 D 20 x 1400mm, edges cut. 100LM (or 140m2) (met
productcode WEB 178 T0178BD020X1400F050);
en/of
(AMB-080-01)
- 96 stuks Nalgene® bottles, style 2104 ca;
- 2 stuks SCRAPER RING (met productcode 2000A0826K01);
- 10 stuks NUT 3/8 (met productcode CS-304-02);
- 10 stuks FERRULE 3/8 (met productcode CS-306-02); en/of
- 2 stuks BALL ASSY (met productcode HA72-0214035;
direct en/of indirect te verkopen en/of te leveren en/of over te dragen
aan en/of uit te voeren naar natuurlijke personen en/of rechtspersonen
en/of entiteiten en/of lichamen in Rusland, te weten aan (onder andere)
[bedrijf 11] en/of [bedrijf 7] en/of [bedrijf 12] en/of
voor gebruik in Rusland,
bij en/of tot het plegen van welk misdrijf verdachte op één of meerdere
tijdstip(pen) in of omstreeks de periode van 25 februari 2022 tot en met
31 augustus 2023 te [plaatsnaam] , althans elders in Nederland en/of Servië
en/of Rusland
opzettelijk behulpzaam is geweest en/of opzettelijk gelegenheid,
middelen en/of inlichtingen heeft verschaft, door
- [bedrijf 5] en/of [bedrijf 6] tezamen met
medeverdachte [medeverdachte] op te richten waardoor
zendingen via Servië en/of Turkije konden lopen en/of;
- zichzelf als bestuurder te (laten) registreren bij [bedrijf 5]
en/of;
- zichzelf als eigenaar en/of directeur te (laten) registreren bij
[bedrijf 6] en/of;
- te controleren of bepaalde goederen onder de sanctiewetgeving
vallen en daarbij aangeven dat het via een ander land verstuurd
moet worden (AMB-036-01, p. 10 e.v.) en/of;
- informatie in te winnen over het transport van Servië naar
Moskou (AMB-036-01 p. 12 e.v.) en/of;
- informatie in te winnen voor het openen van een Roebelrekening
bij een Russische bank (AMB-036-01, p. 14e.v.) en/of;
- betrokkenheid bij de bedrijfsvoering van [bedrijf 4]
(AMB-036-01 p. 15 e.v.) en/of;
- facturenstromen te creëren vanuit [bedrijf 5] naar
[bedrijf 6] en/of [bedrijf 8] en/of [bedrijf 4]
en/of;
- contact op te nemen om voorbereidingen te treffen om
uiteindelijk vliegtuigonderdelen te verkopen aan Russische
afnemers (via [naam eenmanszaak] ) (AMB-055-01);
Artikel 3 quater lid 1 van Verordening (EU) 20221328 van de Raad van 25
februari 2022 tot wijziging van Verordening (EU) nr. 833/2014 betreffende
beperkende maatregelen naar aanleiding van de acties van Rusland die de
situatie in Oekraïne destabiliseren
Artikel la lid 1 Sanctieregeling territoriale integriteit Oekraïne 2014
Artikel 2 en 3 Sanctiewet 1977
Artikel I onder 1°, 2 lid 1 en 6 lid 1 onder 10 van de Wet op de economische
delicten
Artikel 48 Wetboek van Strafrecht
2.
hij
op één of meerdere tijdstip(pen) in of omstreeks de periode van 25
februari 2022 tot en met 29 augustus 2023 te [plaatsnaam] , althans elders in
Nederland, en/of Rusland,
tezamen en in vereniging met één of meer ander(en), althans alleen,
meermalen, althans eenmaal,
opzettelijk en in strijd met het krachtens artikel 2 en 3 van de Sanctiewet
1977 vastgestelde verbod van artikel 1a van de Sanctieregeling
territoriale integriteit Oekraïne 2014, juncto artikel 12 van Verordening
(EU) nr 833/2014 van de Raad van de Europese Unie van 31 juli 2014,
zoals gewijzigd door Verordening (EU) nr. 2022/328 van 25 februari 2022,
heeft/hebben gehandeld door
bewust en opzettelijk deel te nemen aan activiteiten die tot doel of als
gevolg hebben dat de verbodsbepalingen van de Verordening (EU) nr
833/2014 van de Raad van de Europese Unie van 31 juli 2014 worden
omzeild, door:
- het (laten) opgeven van
- [bedrijf 5] uit Servië en/of;
- [bedrijf 1] uit Tadzjikistan en/of;
- [bedrijf 2] uit Tadzjikistan en/of
- [bedrijf 6] uit Turkije en/of,
- [bedrijf 8] uit Verenigde Arabische Emiraten en/of,
- [bedrijf 9] uit Verenigde
Arabische Emiraten en/of,
- [bedrijf 10] uit Kirgizië en/of,
- [bedrijf 13] uit Kirgizië en/of;
- [bedrijf 3] uit Tadzjikistan; en/of
- [bedrijf 14] uit Dubai; en/of
althans (een) bedrij(f)(ven) gevestigd in Tadzjikistan en/of Kirgizië en/of
Dubai en/of Servië en/of Turkije en/of Verenigde Arabische Emiraten als
geadresseerde (consignee) en/of ontvanger op
uitvoergeleidedocumenten/-aangiften en/of (pro forma) invoices en/of
luchtvrachtbrieven (airwayhills) en/of CMR-documenten en/of end-user
statements,
zulks terwijl het/de daarop vermelde goed(eren) in werkelijkheid
bestemd was/waren voor natuurlijke personen en/of rechtspersonen
en/of entiteiten en/of lichamen in Rusland en/of voor gebruik in
Rusland;
Artikel 12 van Verordening (EU) 2022/328 van de Raad van 25 februari
2022 tot wijziging van Verordening (EU) nr. 833/2014 betreffende
beperkende maatregelen naar aanleiding van de acties van Rusland die de
situatie in Oekraïne destabiliseren
Artikel la lid 1 Sanctieregeling territoriale integriteit Oekraïne 2014
Artikel 2 en 3 Sanctiewet 1977
Artikel 1 onder 1°, 2 lid 1 en 6 lid 1 onder 1 ° van de Wet op de economische
delicten
jo. Artikel 47 lid 1 sub 1 Wetboek van Strafrecht
Subsidiair, voor zover het vorenstaande niet tot een veroordeling mocht
of zou kunnen leiden:
Medeverdachte [medeverdachte] en/of [bedrijf 4] ,
op één of meerdere tijdstip(pen) in of omstreeks de periode van 25
februari 2022 tot en met 29 augustus 2023 te [plaatsnaam] , althans elders in
Nederland, en/of Rusland,
tezamen en in vereniging met één of meer ander(en), althans alleen,
meermalen, althans eenmaal
opzettelijk en in strijd met het krachtens artikel 2 en 3 van de Sanctiewet
1977 vastgestelde verbod van artikel la van de Sanctieregeling
territoriale integriteit Oekraïne 2014, juncto artikel 12 van Verordening
(EU) nr 833/2014 van de Raad van de Europese Unie van 31 juli 2014,
zoals gewijzigd door Verordening (EU) nr. 2022/328 van 25 februari 2022,
heeft/hebben gehandeld door
bewust en opzettelijk deel te nemen aan activiteiten die tot doel of als
gevolg hebben dat de verbodsbepalingen van de Verordening (EU) nr
833/2014 van de Raad van de Europese Unie van 31 juli 2014 worden
omzeild, door:
- het (laten) opgeven van
- [bedrijf 5] uit Servië en/of;
- [bedrijf 1] uit Tadzjikistan en/of;
- [bedrijf 2] uit Tadzjikistan en/of
- [bedrijf 6] uit Turkije en/of,
- [bedrijf 8] uit Verenigde
Arabische Emiraten en/of,
- [bedrijf 9] uit Verenigde
Arabische Emiraten en/of,
- [bedrijf 10] uit Kirgizië en/of,
- [bedrijf 13] uit Kirgizië en/of;
- [bedrijf 3] uit Tadzjikistan; en/of
- [bedrijf 14] uit Dubai; en/of
althans (een) bedrij(f)(ven) gevestigd in Tadzjikistan en/of Kirgizië en/of
Dubai en/of Servië en/of Turkije als geadresseerde (consignee) en/of
ontvanger op uitvoergeleidedocumenten/-aangiften en/of (pro forma)
invoices en/of luchtvrachtbrieven (airwaybills) en/of CMR-documenten
en/of end-user statements,
zulks terwijl het/de daarop vermelde goed(eren) in werkelijkheid
bestemd was/waren voor natuurlijke personen en/of rechtspersonen
en/of entiteiten en/of lichamen in Rusland en/of voor gebruik in
Rusland;
bij en/of tot het plegen van welk misdrijf verdachte op één of meerdere
tijdstip(pen) in of omstreeks de periode van 25 februari 2022 tot en met
29 augustus 2023 te [plaatsnaam] , althans elders in Nederland, en/of Rusland,
opzettelijk behulpzaam is geweest en/of opzettelijk gelegenheid,
middelen en/of inlichtingen heeft verschaft, door
- [bedrijf 5] en/of [bedrijf 6] tezamen met
medeverdachte [medeverdachte] op te richten waardoor
zendingen via Servië en/of Turkije konden lopen en/of;
- zichzelf als bestuurder te (laten) registreren bij [bedrijf 5]
en/of;
- zichzelf als eigenaar en/of directeur te (laten) registreren bij
[bedrijf 6] en/of;
- te controleren of bepaalde goederen onder de sanctiewetgeving
vallen en daarbij aangeven dat het via een ander land verstuurd
moet worden (AMB-036-01, p. 10 e.v.) en/of;
- informatie in te winnen over het transport van Servië naar
Moskou (AMB-036-01 p. 12 e.v.) en/of;
- informatie in te winnen voor het openen van een Roebelrekening
bij een Russische bank (AMB-036 01 p. 14 e.v.) en/of
- betrokkenheid bij de bedrijfsvoering van [bedrijf 4]
(AMB-036-01 p. 15 e.v.) en/of
facturenstromen te creëren vanuit [bedrijf 5] naar
[bedrijf 6] en/of [bedrijf 8] en/of [bedrijf 4]
en/of;
- contact op te nemen om voorbereidingen te treffen om
uiteindelijk vliegtuigonderdelen te verkopen aan Russische
afnemers (via [naam eenmanszaak] ) (AMB-055-01);
Artikel 12 van Verordening (EU) 20221328 van de Raad van 25 februari
2022 tot wijziging van Verordening (EU) nr. 833/2014 betreffende
beperkende maatregelen naar aanleiding van de acties van Rusland die de
situatie in Oekraïne destabiliseren
Artikel la lid 1 Sanctieregeling territoriale integriteit Oekraïne 2014
Artikel 2 en 3 Sanctie wet 1977
Artikel 1 onder 1°, 2 lid 1 en 6 lid 1 onder 1 ° van de Wet op de economische
delicten
jo. artikel 48 Wetboek van Strafrecht
3.
Hij
in of omstreeks de periode van 1 januari 2022 tot en met 29 augustus
2023 te [plaatsnaam] , althans
elders in Nederland,
meermalen, althans eenmaal,
- 3, althans één of meer patroonmagazijn(en) geschikt voor pistool van
het merk Glock voor het
kaliber 9mm, en/of
- 4, althans één of meer patroonmagazijn(en) geschikt voor het
aanvalsgeweer Colt AR-15 voor het kaliber 5.56mm,
(elk) zijnde (een essentieel onderdeel van) (een) vuurwapen(s) van
categorie III onder 1 van de
Wet wapens en munitie,
heeft overgedragen aan [medeverdachte] ;
Artikel art 55 lid 3 ahf/ond a Wet wapens en munitie, art 31 lid 1 Wet
wapens en munitie
Tekst gewijzigde dagvaarding onder parketnummer 83-056727-24
1.
hij
op één of meer tijdstippen
in of omstreeks de periode van 1 januari 2022 tot en met 29 augustus 2023,
te [plaatsnaam] , in elk geval in Nederland,
meermalen, althans eenmaal,
opzettelijk enig(e) goed(eren), te weten
- 80 Stuks kogelpatronen kaliber 9x19mm type volmantel, voorzien van hulsbodem
stempel G.F.L. 06-06,
dat/die geheel of ten dele toebehoorde(n) aan het Ministerie van Defensie, in elk
geval aan een ander of anderen dan aan verdachte,
en welk(e) goed(eren) verdachte uit hoofde van zijn persoonlijke dienstbetrekking
van/als [naam functie]
op de [naam kazerne] te [plaatsnaam] , in elk geval anders dan door misdrijf onder zich
had,
wederrechtelijk zich heeft toegeëigend;
(art 321 Wetboek van Strafrecht, art 322 Wetboek van Strafrecht)
2.
hij
op één of meer tijdstip(pen)
in of omstreeks de periode van 4 november 2020 tot en met 10 maart 2021,
te [plaatsnaam] , in elk geval in Nederland,
tezamen en in vereniging met (een) ander(en), althans alleen,
meermalen, althans eenmaal,
a. a) een document met de naam “MT103 CASH TRANSFER RECEIPT.pdf”
(DOC-140-02), en/of
b) een document met de naam “Swift Tracking.pdf” (DOC-140-03), en/of
c) een (kopie) uittreksel van de Kamer van Koophandel (DOC-140-04 p. 12), en/of
d) een document genaamd “mutaties 10.pdf” (DOC-058) en/of
e) een document genaamd “ [naam eenmanszaak] . Balans V&W 2018.pdf” (DOC-141-02),
-(elk) zijnde een geschrift dat bestemd was om tot bewijs van enig feit te dienen -
valselijk heeft opgemaakt of vervalst, en/althans valselijk heeft doen opmaken en/of
heeft doen vervalsen,
immers heeft /hebben hij, verdachte, en/of zijn mededader(s) toen en daar (telkens)
valselijk, immers in strijd met de waarheid,
-zakelijk weergegeven- vermeld dat
ad a en b) een bedrag van 10 miljoen euro is overgemaakt naar de ABN AMRO
rekening met nummer [rekeningnummer] ten name van [naam eenmanszaak] ; en/of
ad c) hij, verdachte, eigenaar is van de eenmanszaak [naam eenmanszaak] ; en/of
ad d) in de maand juni 2020 een totaalbedrag van € 1.543.951,69 is afgeschreven van
en/of een totaalbedrag van € 23.187.561,40 is bijgeschreven op de ABN AMRO
rekening met nummer [rekeningnummer] ten name van [naam eenmanszaak] Supplies and Investments; en/of
ad e) [naam eenmanszaak] een eigen vermogen van € 1.448.602,00 heeft;
zulks (telkens) met het oogmerk om dit geschrift als echt en onvervalst te gebruiken
of door (een) ander(en) te doen gebruiken;
(artikel 225 lid 1 Wetboek van Strafrecht)
en/of
hij
in of omstreeks de periode van 4 november 2020 tot en met 10 maart 2021, en/of
op of omstreeks 30 augustus 2023,
te [plaatsnaam] , in elk geval in Nederland,
tezamen en in vereniging met (een) ander(en), althans alleen,
meermalen, althans eenmaal,
(telkens) opzettelijk gebruik heeft gemaakt of heeft doen maken van één of meer
valse of vervalste geschrift(en), te weten:
a. a) een document met de naam “MT103 CASH TRANSFER RECEIPT.pdf”
(DOC-140-02), en/of
b) een document met de naam “Swift Tracking.pdf” (DOC-140-03), en/of
c) een (kopie) uittreksel van de Kamer van Koophandel (DOC-140-04 p. 12), en/of
d) een document genaamd “mutaties 10.pdf” (DOC-058) en/of
e) een document genaamd “ [naam eenmanszaak] . Balans V&W 2018.pdf”(DOC-141-02),
-(elk) zijnde een geschrift dat bestemd was om tot bewijs van enig feit te dienen- als
ware het echt en onvervalst, en/of opzettelijk dit/deze geschrift(en) voorhanden
heeft gehad terwijl hij, verdachte, en/of
zijn mededader(s) wist(en) of redelijkerwijs moest(en) vermoeden dat dit/deze
geschrift(en) bestemd was/waren voor zodanig gebruik,
bestaande die valsheid of vervalsing (telkens) hierin dat in strijd met de waarheid
-zakelijk weergegeven- was vermeld dat
ad a en b) een bedrag van 10 miljoen euro is overgemaakt naar de ABN AMRO
rekening met nummer [rekeningnummer] ten name van [naam eenmanszaak] ;
en/of
ad c) hij, verdachte, eigenaar is van de eenmanszaak [naam eenmanszaak] ; en/of
ad d) in de maand juni 2020 een totaalbedrag van €1.543.951,69 is afgeschreven van
en/of een totaalbedrag van € 23.187.561,40 is bijgeschreven op de ABN AMRO
rekening met nummer [rekeningnummer] ten name van [naam eenmanszaak]
Supplies and Investments; en/of
ad e) [naam eenmanszaak] een eigen vermogen van €1.448.602,00 heeft;
en
bestaande dat gebruikmaken of gebruik doen maken (telkens) hierin dat hij,
verdachte, en/of zijn mededader(s) die/dat geschrift(en) heeft/hebben verzonden,
althans doen toekomen aan ad
a, b en c) (een medewerker van) de ABN AMRO Bank N.V.; en/of
ad d en d) (een medewerker van) The Hongkong and Shanghai Banking
Corporation Limited;
(artikel 225 lid 2 Wetboek van Strafrecht)
(artikel 225 lid 1 Wetboek van Strafrecht)