Uitspraak
RECHTBANK ROTTERDAM
1.[eiser 1], en
1.[gedaagde 1], en
1.De procedure
- de dagvaarding van 18 november 2024, met bijlagen;
- de eis in reconventie, met bijlagen.
Rechtbank Rotterdam
In deze zaak, behandeld door de Rechtbank Rotterdam op 20 november 2024, betreft het een kort geding waarin eisers, huurders van een woning, de schorsing van de tenuitvoerlegging van een verstekvonnis vorderen. Dit verstekvonnis, uitgesproken op 2 oktober 2024, verplichtte hen tot ontruiming van het gehuurde en betaling van een huurachterstand. Eisers stellen dat de huurachterstand inmiddels is voldaan en dat de ontruiming hen dakloos zal maken. De kantonrechter oordeelt dat er geen reden is om terug te komen op de uitvoerbaar bij voorraadverklaring van het verstekvonnis. De kantonrechter overweegt dat de herhaalde wanprestatie van eisers, die al eerder in andere procedures zijn aangesproken op hun betalingsgedrag, zwaar weegt. De kantonrechter concludeert dat het belang van gedaagden bij uitvoering van het vonnis zwaarder weegt dan het belang van eisers bij schorsing van de tenuitvoerlegging. De vorderingen van eisers worden afgewezen en zij worden veroordeeld in de proceskosten. In reconventie worden de vorderingen van gedaagden eveneens afgewezen, maar zij worden wel veroordeeld in de proceskosten van eisers.