ECLI:NL:RBROT:2024:11618

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
24 oktober 2024
Publicatiedatum
21 november 2024
Zaaknummer
83-300612-24
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Overtreding van de F-gassenverordening door invoer van warmtepompen met fluorkoolwaterstoffen

In deze economische strafzaak heeft de Rechtbank Rotterdam op 24 oktober 2024 uitspraak gedaan in de zaak tegen de verdachte, geboren in 1972, die als feitelijk leidinggevende van [bedrijf A] betrokken was bij de invoer van warmtepompen met fluorkoolwaterstoffen. De verdachte heeft in de periode van 1 februari 2019 tot en met 1 februari 2020 in totaal 155 warmtepompen geïmporteerd vanuit China, wat resulteerde in een CO2-equivalent van 867,63 ton. Dit gebeurde zonder het vereiste quotum, wat in strijd is met de F-gassenverordening. De officier van justitie, mr. L.W. Boogert, eiste een bewezenverklaring en een geldboete van €5.700,00. De rechtbank heeft vastgesteld dat de verdachte opzettelijk heeft gehandeld in strijd met de wetgeving en heeft de verdachte veroordeeld tot een geldboete van €5.700,00 en 63 dagen hechtenis. De rechtbank heeft rekening gehouden met de ernst van het feit, de persoonlijke omstandigheden van de verdachte, en het feit dat hij niet eerder is veroordeeld. De uitspraak benadrukt het belang van naleving van milieuwetgeving en de gevolgen van het niet verkrijgen van de benodigde vergunningen voor de import van schadelijke stoffen.

Uitspraak

Rechtbank Rotterdam

Team straf
Parketnummer: 83-300612-24
Datum uitspraak: 24 oktober 2024
Verstek
Vonnis van de rechtbank Rotterdam, meervoudige economische kamer voor strafzaken, in de zaak tegen de verdachte:
[verdachte] ,
geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum] 1972,
ingeschreven in de basisregistratie personen op het adres
[adres] [postcode] [woonplaats] .

1.Onderzoek op de terechtzitting

Gelet is op het onderzoek op de terechtzitting van 24 oktober 2024.

2.Tenlastelegging

Aan de verdachte is ten laste gelegd hetgeen is vermeld in de dagvaarding. De tekst van de tenlastelegging is als bijlage I aan dit vonnis gehecht.

3.Eis officier van justitie

De officier van justitie mr. L.W. Boogert heeft gevorderd:
  • bewezenverklaring van het ten laste gelegde;
  • veroordeling van de verdachte tot betaling van een geldboete ter hoogte van €5.700,00.

4.Waardering van het bewijs

4.1.
Bewijswaardering
4.1.1.
Beoordeling
Naar aanleiding van een melding van Rijkswaterstaat werd geconstateerd dat via de website ‘warmtepomp-online’ in Nederland warmtepompen werden verkocht die waren voorgevuld met fluorkoolwaterstoffen. De import van dergelijke waterpompen vanuit landen buiten de Europese Unie is onderworpen aan wettelijke voorwaarden. Een van deze voorwaarden is dat men in het bezit moet zijn van een quotum indien men binnen één jaar fluorkoolwaterstoffen met een CO2-equivalent van meer dan 100 ton importeert.
Uit de bewijsmiddelen volgt het volgende: [bedrijf A] . heeft in de tenlastegelegde periode 155 warmtepompen bevattende fluorkoolwaterstoffen, zoals bedoeld in de F-gassenverordening, geïmporteerd vanuit China. Daarmee heeft deze vennootschap 867,63 ton aan CO2-equivalent (271,52 ton in 2019 en 471,79 ton in 2020) op de Europese markt gebracht. Deze vennootschap was in zowel 2019 als 2020 niet in het bezit van een quotum hiervoor, waardoor met deze import de jaarlijkse grens van 100 ton CO2 equivalent ruim is overschreden. De verdachte was destijds de enige werknemer en tevens feitelijk leidinggevende binnen dit bedrijf. Tijdens zijn verhoor heeft hij ook bekend dat hij de warmtepompen bevattende fluorkoolwaterstoffen heeft geïmporteerd.
Het tenlastegelegde feit wordt bewezen verklaard.
4.2.
Bewezenverklaring
In bijlage II heeft de rechtbank de inhoud van wettige bewijsmiddelen opgenomen, houdende voor de bewezenverklaring redengevende feiten en omstandigheden. Op grond daarvan, en op grond van de redengevende inhoud van het voorgaande, is wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte het ten laste gelegde heeft begaan op die wijze dat:
[bedrijf A] . in de periode 1 februari 2019 tot en met 1 februari 2020 te Liempde (gemeente Boxtel) en Rotterdam (gemeente Rotterdam), in Nederland, opzettelijk, heeft gehandeld in strijd met artikel 15, eerste lid, tweede alinea, in verbinding met de artikelen 16, vijfde lid, en 18 van de F-gassenverordening, immers heeft zij met de invoer van warmtepompen fluorkoolwaterstoffen op de markt gebracht in de Europese Unie zonder dat daarvoor aan haar een quotum was toegewezen door de Europese Commissie of een quotum was overgedragen door een andere producent of invoerder, zulks terwijl verdachte aan deze verboden gedraging(en) feitelijk leiding heeft gegeven.
Hetgeen meer of anders is ten laste gelegd is niet bewezen. De verdachte moet daarvan worden vrijgesproken.

5.Strafbaarheid feit

Het bewezen feit levert op:
overtreding van een voorschrift, gesteld krachtens artikel 9.2.2.1 van de Wet milieubeheer,
opzettelijk begaan
Er zijn geen feiten of omstandigheden aannemelijk geworden die de strafbaarheid van het feit uitsluiten. Het feit is dus strafbaar.

6.Strafbaarheid verdachte

Er is geen omstandigheid aannemelijk geworden die de strafbaarheid van de verdachte uitsluit. De verdachte is dus strafbaar.

7.Motivering straf

7.1.
Algemene overweging
De straf die aan de verdachte wordt opgelegd, is gegrond op de ernst van het feit, de omstandigheden waaronder het feit is begaan en de persoon en de persoonlijke omstandigheden van de verdachte. Daarbij wordt in het bijzonder het volgende in aanmerking genomen.
7.2.
Feit waarop de straf is gebaseerd
De verdachte heeft zich via zijn handelsonderneming schuldig gemaakt aan het schenden van de voorwaarden die zijn verbonden aan de import van warmtepompen bevattende fluorkoolwaterstoffen en heeft daarmee illegaal F-gassen met een CO2 equivalent van 867,63 ton op de Europese markt gebracht. Het doel van de onderliggende F-gassenverordening is om de uitstoot van F-gassen te verminderen en daarmee het milieu te beschermen. De quotumregeling is ingesteld om deze transitie gefaseerd en gecontroleerd plaats te laten vinden. Wanneer bedrijven F-gassen importeren zonder te voldoen aan deze quotumregeling is het niet mogelijk om het overzicht te houden op de hoeveelheid F-gassen die de Europese Unie binnenkomt. Aan het verkrijgen van een quotum zijn daarnaast kosten verbonden, waardoor de importeur die geen quotum aanvraagt zich die kosten bespaart en daarmee een oneerlijk marktvoordeel verkrijgt op andere importeurs. Dat de verdachte niet op de hoogte was van de achterliggende regelgeving, zoals hij tijdens zijn verhoor door de opsporingsdienst heeft verklaard, kan geen excuus vormen voor zijn handelen. Een ieder hoort de wet te kennen en dat geldt zeker voor de verdachte, die met zijn handelsonderneming professioneel handel drijft in deze warmtepompen en zich daarom dient te vergewissen van de voor zijn handel geldende wet- en regelgeving.
7.3.
Persoonlijke omstandigheden van de verdachte
7.3.1.
Strafblad
De rechtbank heeft acht geslagen op een uittreksel uit de justitiële documentatie van 25 september 2024, waaruit blijkt dat de verdachte niet eerder is veroordeeld voor strafbare feiten.
7.4.
Conclusies van de rechtbank
Gelet op hetgeen de rechtbank hierboven heeft overwogen, komt zij tot de volgende conclusies.
Gezien de ernst van het feit zal de rechtbank een geldboete van na te noemen hoogte opleggen. Hierbij houdt de rechtbank rekening met de volgende omstandigheden: de verdachte is een first offender, het gaat om relatief oude feiten en de verdachte heeft zich nadien aan de quotumregeling gehouden.
Alles afwegend acht de rechtbank, conform de eis van de officier van justitie, een geldboete ter hoogte van €5.700,00 passend en geboden.

8.Toepasselijke wettelijke voorschriften

Gelet is op de artikelen 23, 24c en 51 van het Wetboek van Strafrecht, 9.2.2.1 Wet milieubeheer, la, 2 en 6 van de Wet op de economische delicten, 4 van het Besluit gefluoreerde broeikasgassen en ozonlaagafbrekende stoffen en 14, 15 en 18 van de F-gassenverordening (Verordening (EU) nr. 517/2014).

9.Bijlagen

De in dit vonnis genoemde bijlagen maken deel uit van dit vonnis.

10.Beslissing

De rechtbank:
verklaart bewezen, dat de verdachte het ten laste gelegde feit, zoals hiervoor omschreven, heeft begaan;
verklaart niet bewezen hetgeen aan de verdachte meer of anders ten laste is gelegd dan hiervoor bewezen is verklaard en spreekt de verdachte daarvan vrij;
stelt vast dat het bewezen verklaarde oplevert het hiervoor vermelde strafbare feit;
verklaart de verdachte strafbaar;
veroordeelt de verdachte tot een
geldboete van € 5.700,00 (zevenenvijftighonderd euro),bij gebreke van volledige betaling en volledig verhaal te vervangen door
63 dagen hechtenis.
Dit vonnis is gewezen door mr. W.J. de Veld, voorzitter,
en mrs. L. Daum en P.C. Tuinenburg, rechters,
in tegenwoordigheid van mr. M.S. Westhof, griffier,
en uitgesproken op de openbare terechtzitting op 24 oktober 2024.
De jongste rechter is buiten staat dit vonnis mede te ondertekenen.
Bijlage I
Tekst tenlastelegging
Aan de verdachte wordt ten laste gelegd dat
[bedrijf A] . in de periode 1 februari 2019 tot en met
1 februari 2020 te Luyksgestel (gemeente Bergeijk) en/of Liempde (gemeente
Boxtel) en/of Rotterdam (gemeente Rotterdam), in Nederland, opzettelijk, heeft
gehandeld in strijd met artikel 15, eerste lid, tweede alinea, in verbinding met de
artikelen 16, vijfde lid, en 18 van de F-gassenverordening,
immers heeft zij met de invoer van warmtepompen fluorkoolwaterstoffen op de
markt gebracht in de Europese Unie zonder dat daarvoor aan haar een quotum was
toegewezen door de Europese Commissie en/of een quotum was overgedragen
door een andere producent of invoerder,
zulks terwijl verdachte aan deze verboden gedraging(en) feitelijk leiding heeft
gegeven en/of daartoe opdracht heeft gegeven;