Uitspraak
RECHTBANK ROTTERDAM
1.De procedure
- de dagvaarding van 21 november 2023, met bijlagen;
- het antwoord, met bijlagen.
- namens Woonstad: [naam], medewerker Woonstad, met de gemachtigde;
- [gedaagde] met de gemachtigde.
Rechtbank Rotterdam
In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Rotterdam op 4 oktober 2024 uitspraak gedaan in een geschil tussen Stichting Woonstad Rotterdam en een gedaagde huurder. De zaak betreft de ontbinding van een huurovereenkomst na de sluiting van de woning door de burgemeester van Rotterdam, omdat er een handelshoeveelheid drugs in de woning is aangetroffen. Woonstad heeft de huurovereenkomst buitengerechtelijk ontbonden en vordert bevestiging van deze ontbinding, ontruiming van de woning door de gedaagde en betaling van een gebruiksvergoeding.
De kantonrechter heeft vastgesteld dat de burgemeester de woning heeft gesloten voor drie maanden, wat Woonstad het recht gaf om de huurovereenkomst te ontbinden. De rechter oordeelt dat de ontbinding rechtsgeldig is, ook al was de sluiting nog niet definitief. De gedaagde heeft aangevoerd dat de ontbinding niet naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid onaanvaardbaar is, maar de rechter oordeelt dat de belangen van Woonstad zwaarder wegen. De gedaagde heeft grote hoeveelheden drugs in de woning gehad, wat in strijd is met de huurovereenkomst.
De rechter heeft de vorderingen van Woonstad toegewezen, inclusief de ontruiming van de woning binnen 14 dagen en de betaling van een gebruiksvergoeding van € 583,83 per maand vanaf 1 november 2023. De gedaagde is ook veroordeeld tot betaling van de proceskosten. Het vonnis is uitvoerbaar bij voorraad verklaard, wat betekent dat Woonstad het vonnis onmiddellijk kan uitvoeren, ongeacht een eventuele hoger beroep door de gedaagde.