Uitspraak
RECHTBANK ROTTERDAM
1.[gedaagde 1],
1.De procedure
- de dagvaarding van 29 mei 2024, met bijlagen;
- de rolbeslissing van 17 juli 2024;
- de akte van [eiseres] van 19 augustus 2024 met bijlagen.
2.De beoordeling
3.De beslissing
€ 278,04;
Rechtbank Rotterdam
In deze zaak, behandeld door de Rechtbank Rotterdam op 2 oktober 2024, is een vordering van de eiseres, vertegenwoordigd door Bazuin & Partners, aan de orde. De eiseres vordert een bedrag van € 983,76 van de gedaagden, [gedaagde 1] en [gedaagde 2], die niet zijn verschenen. De procedure betreft een huurachterstand die is ontstaan tijdens de huurperiode van 7 mei 2020 tot en met 30 april 2023. De kantonrechter heeft ambtshalve beoordeeld of er oneerlijke bepalingen in de algemene voorwaarden van de eiseres zijn opgenomen, zoals bedoeld in Richtlijn 93/13 EG. De kantonrechter heeft vastgesteld dat de huurprijswijzigingsbepaling oneerlijk is, omdat deze de eiseres het recht geeft om de huur met meer te laten stijgen dan redelijkerwijs te verwachten was op basis van de consumentenprijsindex.
De kantonrechter heeft de huurprijswijzigingsbepaling vernietigd, wat betekent dat de eiseres alleen de oorspronkelijk overeengekomen huurprijs kan vorderen. Na berekening van de huurachterstand, die € 278,04 bedraagt, heeft de kantonrechter deze vordering toegewezen. Daarnaast heeft de kantonrechter de gevorderde incassokosten en rente afgewezen, omdat ook deze bepalingen als oneerlijk zijn aangemerkt. De gedaagden zijn veroordeeld in de proceskosten, die zijn vastgesteld op € 473,80. Het vonnis is uitvoerbaar bij voorraad verklaard, wat betekent dat de eiseres het vonnis onmiddellijk kan uitvoeren, ook als de gedaagden in hoger beroep gaan.