Uitspraak
RECHTBANK ROTTERDAM
1.De procedure
- de dagvaarding van 4 januari 2024, met bijlagen;
- het antwoord, met bijlagen.
Rechtbank Rotterdam
In deze zaak, behandeld door de kantonrechter van de Rechtbank Rotterdam, gaat het om een huurovereenkomst voor winkelruimte tussen eiser en gedaagde, Nora B.V. Eiser stelt dat er een betalingsachterstand is ontstaan in de huur, de aanvulling op de borg en de aflossing van een geldlening. Eiser vordert een totaalbedrag van € 16.739,40 aan hoofdsom, plus € 34.250,- aan contractuele boetes, rente en kosten. Gedaagde erkent de huur en borg, maar betwist de hoogte van de lening en de boetes. De kantonrechter heeft de vordering van eiser gedeeltelijk toegewezen. Gedaagde moet € 12.539,40 van de hoofdsom betalen, bestaande uit € 9.000,- voor de geldlening, € 2.850,- voor de borg en € 689,40 aan huur. Daarnaast moet gedaagde € 2.350,- aan boetes betalen, waarvan € 1.500,- voor de geldlening en € 600,- voor de huur. De kantonrechter heeft ook wettelijke rente toegewezen vanaf de dag van dagvaarding en gedaagde moet de proceskosten betalen. Dit vonnis is uitvoerbaar bij voorraad verklaard.