ECLI:NL:RBROT:2024:11589

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
27 september 2024
Publicatiedatum
20 november 2024
Zaaknummer
11105757 CV EXPL 24-12714
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Verbintenissenrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verzet tegen ontbinding huurovereenkomst en ontruiming wegens huurachterstand

In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Rotterdam op 27 september 2024 uitspraak gedaan in een verzetprocedure tussen Woningstichting Samenwerking Vlaardingen en een huurder, aangeduid als [eiseres]. De zaak betreft een huurachterstand die door Samenwerking werd ingeroepen als grond voor ontbinding van de huurovereenkomst en ontruiming van de woning. De huurder had een huurachterstand van € 5.165,52, wat meer dan acht maanden huur vertegenwoordigde. Na een verstekvonnis op 4 april 2024, waarin de huurovereenkomst werd ontbonden, heeft de huurder verzet aangetekend.

Tijdens de zitting op 27 augustus 2024 heeft de huurder betwist dat de achterstand ernstig genoeg was voor ontbinding. De kantonrechter heeft vastgesteld dat de huurder de achterstand grotendeels had ingelopen en dat de resterende achterstand van € 609,64 niet voldoende was om de huurovereenkomst te ontbinden. De kantonrechter heeft de vordering tot ontbinding en ontruiming afgewezen, maar heeft de huurder wel aansprakelijk gesteld voor de reparatiekosten van de voordeur, die door een politie-inval waren ontstaan. De huurder moet naast de huurachterstand ook de kosten van de deur, € 3.177,46, betalen, wat het totaalbedrag op € 3.787,10 brengt.

De kantonrechter heeft de proceskosten aan de zijde van Samenwerking begroot op € 1.310,39, en het vonnis uitvoerbaar bij voorraad verklaard. Dit betekent dat de uitspraak onmiddellijk kan worden uitgevoerd, ook als de huurder in hoger beroep gaat. De kantonrechter heeft het eerdere verstekvonnis vernietigd en de huurder veroordeeld tot betaling van de achterstand en de proceskosten.

Uitspraak

RECHTBANK ROTTERDAM

zaaknummer: 11105757 CV EXPL 24-12714
datum uitspraak: 27 september 2024
Vonnis van de kantonrechter
in de zaak van
Woningstichting Samenwerking Vlaardingen,
vestigingsplaats: Vlaardingen,
oorspronkelijk eiseres,
verweerster in verzet,
gemachtigde: Van Houwelingen en Partners,
tegen
[eiseres],
woonplaats: [plaatsnaam]
oorspronkelijk gedaagde,
eiseres in verzet,
gemachtigde: mr. M.H. de Lange.
De partijen worden hierna ‘Samenwerking’ en ‘[eiseres]’ genoemd.

1.De procedure

1.1.
Het dossier bestaat uit de volgende processtukken:
- de inleidende dagvaarding van 13 maart 2024, met bijlagen
- het verstekvonnis van deze rechtbank van 4 april 2024 met zaaknummer 10992765 CV EXPL 24-7478;
- de verzetdagvaarding van 2 mei 2024, met bijlagen;
- een stuk genaamd conclusie van antwoord in verzet, met bijlagen;
1.2.
Op 27 augustus 2024 is de zaak tijdens een zitting besproken. Daarbij waren aanwezig:
- [eiseres], met de gemachtigde;
- namens Samenwerking: [naam 1] en [naam 2], medewerkers van Samenwerking, met de gemachtigde.

2.De beoordeling

Wat is de kern?
2.1.
[eiseres] huurt van Samenwerking een woning aan [adres]. [eiseres] heeft een huurachterstand laten ontstaan. Samenwerking stelt dat de achterstand tot en met maart 2024, € 5.165,52 bedraagt. Dat is meer dan 8 maanden aan huur. Samenwerking eist ontbinding van de huurovereenkomst en ontruiming van de woning, naast het betalen van bovenstaand bedrag. Bij verstekvonnis van 4 april is de huurovereenkomst opgezegd en wordt [eiseres] veroordeeld om dit bedrag, aan Samenwerking te betalen en de woning te ontruimen. [eiseres] is het niet eens met de vordering en komt tegen het verstekvonnis in verzet.
2.2.
[eiseres] betwist de hoogte van de achterstand maar stelt dat er slechts sprake is van een kleine achterstand aan huur. Een groot gedeelte van de achterstand bestaat uit een onbetaalde factuur voor de reparatie van de voordeur van [eiseres]. Het gaat om een bedrag van € 3.177,46. Er is tijdens een politie-inval rondom een strafrechtelijk onderzoek naar de vriend van [eiseres], schade aan de deur ontstaan welke Samenwerking op haar verzoek heeft vervangen. [eiseres] geeft aan niet aansprakelijk te zijn voor deze schade.
De ontbinding en ontruiming worden afgewezen
2.3.
De kantonrechter mag een huurovereenkomst alleen ontbinden als de huurachterstand ernstig genoeg is. Hierbij wordt rekening houden met alle omstandigheden. Van belang is bijvoorbeeld of de huur weer wordt betaald en of de achterstand (deels) is ingelopen. [1] Ter zitting is door Samenwerking, onweersproken, gesteld dat de achterstand nog € 609,64 zonder de reparatiekosten van de deur bedraagt. Ten tijde van de dagvaarding was de achterstand dusdanig groot dat dit een ontbinding en ontruiming rechtvaardigde, maar dat dit is nu anders. [eiseres] heeft de achterstand op één maand na ingelopen. Die huurachterstand is aldus niet ernstig genoeg meer voor ontbinding van de huurovereenkomst. Gelet hierop wijst de kantonrechter de gevorderde ontbinding en ontruiming af.
[eiseres] moet de huurachterstand betalen
2.4.
Gelet op hetgeen in 2.3 is overwogen dient [eiseres] de huurachterstand ad € 609,64 te betalen, zodat de vordering wordt toegewezen zoals hierna vermeld.
[eiseres] is wel aansprakelijk voor de schade
2.5.
De kantonrechter is van oordeel dat [eiseres] aansprakelijk is voor de reparatiekosten van de voordeur van het gehuurde. De huurder is aansprakelijk voor schade aan de verhuurde zaak die is ontstaan door een hem toe te rekenen tekortschieten in de nakoming van een verplichting uit de huurovereenkomst (art. 7:218 lid 1 BW). Daarvan is hier sprake.
De politie heeft immers aanleiding gehad om de woning binnen te vallen teneinde haar vriend aan te houden. Al doende heeft de politie de voordeur vernield. [eiseres] is als huurder verantwoordelijk voor wat er in de woning gebeurt en wie zij hierin toelaat. [eiseres] heeft ervoor gekozen haar vriend, toegang te geven tot de woning en akkoord te gaan met zijn verblijf. Daar komt bij dat [eiseres] aan Samenwerking heeft gevraagd de schade te repareren. Gelet hierop mogen de kosten door Samenwerking op haar verhaald worden. Dit betekent dat [eiseres] naast de achterstand in huur de factuur van de deur aan Samenwerking van € 3.177,46 moet betalen. Dit komt uit op een totaalbedrag van € 3.787,10.
Proceskosten
2.6.
Ondanks dat het verzet deels gegrond is, krijgt [eiseres] wel voor het grootste deel ongelijk en moet zij daarom de proceskosten betalen (artikel 237 Rv). De kantonrechter begroot deze kosten aan de kant van Samenwerking op € 137,39 aan dagvaardingskosten,
€ 496,- aan griffierecht en € 542,- aan salaris voor de gemachtigde (2 punten x € 271,-) en
€ 135,- aan nakosten. Dat is in totaal € 1.310,39. Hier kan nog een bedrag bij komen als dit vonnis wordt betekend. Er wordt geen punt toegekend voor de conclusie van antwoord in verzet omdat voor het nemen van deze conclusie geen gelegenheid is geboden, zodat de kosten voor rekening van Samenwerking blijven.
Dit vonnis is uitvoerbaar bij voorraad
2.4.
Dit vonnis wordt uitvoerbaar bij voorraad verklaard, omdat Samenwerking dat eist. Dat betekent dat het vonnis meteen mag worden uitgevoerd, ook als één van de partijen aan een hogere rechter vraagt om de zaak opnieuw te beoordelen. Daarbij is het volgende in aanmerking genomen. [eiseres] wil graag dat de uitvoerbaarheid bij voorraad achterwegen blijft. Omdat de gevorderde ontbinding en de ontruiming afgewezen worden, ziet de kantonrechter geen reden om de uitvoerbaarheid bij voorraad af te wijzen.

3.De beslissing

De kantonrechter:
3.1.
vernietigt het op 4 april 2024 tussen partijen gewezen verstekvonnis met zaaknummer 10992765 CV EXPL 24-7478;
3.2.
veroordeelt [eiseres] om aan Samenwerking te betalen € 3.787,10;
3.3.
veroordeelt [eiseres] in de proceskosten, die aan de kant van Samenwerking worden begroot op € 1.310,39;
3.4.
verklaart dit vonnis uitvoerbaar bij voorraad;
3.5.
wijst al het andere af.
Dit vonnis is gewezen door mr. I.K. Rapmund en in het openbaar uitgesproken.
62914

Voetnoten

1.Hoge Raad 28 september 2018, ECLI:NL:HR:2018:1810