ECLI:NL:RBROT:2024:11583

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
22 november 2024
Publicatiedatum
20 november 2024
Zaaknummer
11249075 CV EXPL 24-19393
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Verbintenissenrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verzet tegen ontbinding huurovereenkomst en ontruiming wegens huurachterstand

In deze zaak heeft Stichting Woonbron, eiseres, verzet ingesteld tegen een verstekvonnis van 30 mei 2023, waarin de huurovereenkomst met gedaagden werd ontbonden vanwege huurachterstand. De gedaagden, die een woning huren van Stichting Woonbron, hebben de huurachterstand niet betwist, maar zijn het niet eens met de ontbinding en ontruiming. Tijdens de mondelinge behandeling op 11 oktober 2024 was de gemachtigde van Stichting Woonbron, mr. F. Akkermans, aanwezig, evenals gedaagde 1 met zijn gemachtigde mr. J. Pearson.

De kantonrechter heeft in zijn beoordeling vastgesteld dat het op tijd betalen van de huur een essentiële verplichting is voor de huurder. De gedaagden hebben geen feiten of omstandigheden aangevoerd die de ontbinding van de huurovereenkomst zouden kunnen rechtvaardigen, ondanks de opgelopen huurachterstand. Hierdoor heeft de kantonrechter het verzet van de gedaagden afgewezen en het verstekvonnis bekrachtigd.

De proceskosten zijn voor rekening van de gedaagden, die in het ongelijk zijn gesteld. De kantonrechter heeft de kosten begroot op € 339,- aan salaris voor de gemachtigde van Stichting Woonbron. Het vonnis is uitvoerbaar bij voorraad verklaard, wat betekent dat het onmiddellijk kan worden uitgevoerd, ook als een van de partijen in hoger beroep gaat.

Uitspraak

RECHTBANK ROTTERDAM

zaaknummer: 11249075 CV EXPL 24-19393
datum uitspraak: 22 november 2024
Vonnis van de kantonrechter
in de zaak van
Stichting Woonbron,
vestigingsplaats: Rotterdam,
eiseres,
gedaagde in verzet,
gemachtigde: Flanderijn Incasso Gerechtsdeurwaarders,
tegen

1.[gedaagde 1],

2. [gedaagde 2],
woonplaats: [plaatsnaam],
gedaagden,
eisers in verzet,
gemachtigde: mr. D.A. IJpelaar,
De partijen worden hierna ‘Stichting Woonbron’ en ‘[gedaagden]’ genoemd.

1.De procedure

1.1.
Het dossier bestaat uit de volgende processtukken:
  • de dagvaarding van 7 mei 2024, met bijlagen;
  • het verstekvonnis van deze rechtbank van 30 mei 2023 met zaaknummer 11097539 CV EXPL 24-12359;
  • de verzetdagvaarding van 15 juli 2024;
  • het antwoord in verzet;
  • de nadere productie van Stichting Woonbron.
1.2.
Op 11 oktober 2024 is de zaak tijdens een mondelinge behandeling besproken. Daarbij was namens de gemachtigde van Stichting Woonbron mr. F. Akkermans aanwezig. [gedaagde 1] was aanwezig met zijn gemachtigde mr. J. Pearson.

2.De beoordeling

Waar gaat de zaak over?
2.1.
[gedaagden] huren een woning van Stichting Woonbron. Stichting Woonbron eist vanwege een huurachterstand dat de huurovereenkomst met [gedaagden] wordt ontbonden en dat zij veroordeeld worden tot ontruiming van de woning en betaling van de huurachterstand en proceskosten. Deze vorderingen zijn toegewezen in het genoemde verstekvonnis. [gedaagden] betwisten de achterstand niet, maar zijn het niet eens met de ontbinding en ontruiming en hebben verzet ingesteld. De kantonrechter bekrachtigt het verstekvonnis. Hieronder wordt uitgelegd waarom.
2.2.
Het op tijd betalen van de huur is één van de essentiële verplichtingen voor de huurder die voortvloeien uit de huurovereenkomst. Op zitting hebben [gedaagden] niet betwist dat de huurachterstand inmiddels verder is opgelopen. [gedaagden] hebben geen feiten of omstandigheden aangevoerd die ertoe leiden dat, gelet op de hoogte van de huurachterstand, ontbinding van de huurovereenkomst niet gerechtvaardigd zou zijn. Dat betekent dat het verzet niet slaagt en dat het verstekvonnis zal worden bekrachtigd.
Proceskosten
2.3.
De proceskosten komen voor rekening van [gedaagden], omdat zij ongelijk krijgen (artikel 237 van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering). De kantonrechter begroot de kosten die [gedaagden] aan Stichting Woonbron moet betalen op € 339,- aan salaris voor de gemachtigde (1 punt x € 339,-).
Dit vonnis is uitvoerbaar bij voorraad
2.4.
Dit vonnis wordt uitvoerbaar bij voorraad verklaard, omdat Stichting Woonbron dat eist en [gedaagden] daar geen bezwaar tegen heeft gemaakt (artikel 233 Rv). Dat betekent dat het vonnis meteen mag worden uitgevoerd, ook als één van de partijen aan een hogere rechter vraagt om de zaak opnieuw te beoordelen.

3.De beslissing

De kantonrechter:
3.1.
bekrachtigt het op 30 mei 2023 tussen de partijen gewezen verstekvonnis met zaaknummer 11097539 CV EXPL 24-12359;
3.2.
veroordeelt [gedaagden] in de kosten van de verzetprocedure, die aan de kant van Stichting Woonbron worden begroot op € 339,-;
3.3.
verklaart dit vonnis uitvoerbaar bij voorraad.
Dit vonnis is gewezen door mr. E.A. Vroom en in het openbaar uitgesproken.
62914