ECLI:NL:RBROT:2024:11582

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
25 oktober 2024
Publicatiedatum
20 november 2024
Zaaknummer
11203446 CV EXPL 24-17151
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Verbintenissenrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Afwijzing vordering tot betaling na online aankoop en cessie van vordering

In deze zaak heeft Billink B.V. een vordering ingesteld tegen een gedaagde, die zelf procedeert, met betrekking tot een online aankoop van rozen via de website van Fleurop. Billink stelt dat de gedaagde een bestelling heeft geplaatst en dat de vordering op haar is overgedragen door middel van cessie. De gedaagde betwist echter de aankoop en stelt dat zij nooit een bestelling heeft gedaan. De kantonrechter heeft de vordering van Billink afgewezen, omdat deze niet voldoende heeft aangetoond dat er een koopovereenkomst tot stand is gekomen. De gedaagde heeft aangevoerd dat er een onbekend e-mailadres is gebruikt voor de bestelling en dat de rozen op een ander adres zijn geleverd dan haar woon- of werkadres. De kantonrechter oordeelt dat Billink onvoldoende bewijs heeft geleverd dat de gedaagde de bestelling heeft geplaatst en dat het e-mailadres dat aan de bestelling is gekoppeld, van haar is. Bovendien heeft de gedaagde aangegeven eerder slachtoffer te zijn geweest van identiteitsfraude, wat de situatie verder complicaties geeft. Aangezien de vordering is afgewezen, heeft Billink ook geen recht op vergoeding van incassokosten en rente. De proceskosten worden aan Billink opgelegd, omdat zij ongelijk heeft gekregen. De kantonrechter begroot de kosten die Billink aan de gedaagde moet betalen op € 50,- aan onkosten.

Uitspraak

RECHTBANK ROTTERDAM

zaaknummer: 11203446 CV EXPL 24-17151
datum uitspraak: 25 oktober 2024
Vonnis van de kantonrechter
in de zaak van
Billink B.V.,
vestigingsplaats: Gouda,
eiseres,
gemachtigde: [naam],
tegen
[gedaagde]handelend onder de naam
[handelsnaam],
vestigingsplaats: [plaatsnaam],
gedaagde,
die zelf procedeert.
Partijen worden hierna ‘Billink’ en ‘[gedaagde]’ genoemd.

1.De procedure

1.1.
Het dossier bestaat uit de volgende processtukken:
  • de dagvaarding van 18 juni 2024, met bijlagen;
  • het antwoord, met bijlagen;
  • de repliek, met bijlagen;
  • de reactie van [gedaagde].

2.De beoordeling

2.1.
Billink stelt dat [gedaagde] op de website van Fleurop rozen heeft besteld en daarbij heeft gekozen voor de optie om achteraf te betalen. Direct na het voltooien van de koopovereenkomst heeft Fleurop haar vordering op [gedaagde] door middel van cessie aan Billink overgedragen. In deze procedure vordert Billink betaling van de factuur van € 94,45 met bijkomende kosten, omdat [gedaagde] volgens haar niet heeft betaald. [gedaagde] betwist de aankoop.
2.2.
De kantonrechter wijst de vordering van Billink af, omdat Billink onvoldoende heeft onderbouwd dat er een koopovereenkomst met [gedaagde] tot stand is gekomen. [gedaagde] voert aan dat zij de bestelling nooit bij Fleurop heeft geplaatst en de rozen niet heeft ontvangen. Hiernaast zegt ze dat er een voor haar onbekend e-mailadres is gebruikt voor het plaatsen van de bestelling en de rozen op een ander adres zijn geleverd dan haar woon- of werkadres.
2.3.
Uit de bestelgegevens blijkt dat alleen de bedrijfsnaam van [gedaagde] is gebruikt. Verder staat er een andere naam en een afwijkend (e-mail)adres in. De stelling van Billink dat het afleveradres ([adres 1]) overeenkomt met het werkadres van [gedaagde] ([adres 2]) is onjuist. Verder heeft Billink onvoldoende gemotiveerd dat het e-mailadres dat gekoppeld wordt aan de bestelling, van [gedaagde] is. Dat de verstuurde e-mails gelezen zijn en Billink hiervan een bevestiging heeft ontvangen, kan haar niet baten. Dat betekent namelijk niet zonder meer dat het [gedaagde] is geweest die deze e-mails heeft gelezen en dat het haar e-mailadres is.
2.4.
[gedaagde] voert daarnaast aan dat zij al eerder slachtoffer is geweest van identiteitsfraude door een derde. Uit de door haar overgelegde stukken volgt dat het adres van die derde overeenkomt met het afleveradres. Dat de factuur aan [gedaagde] is gestuurd, wordt niet betwist. Zij heeft echter direct na ontvangst contact opgenomen en aangegeven dat zij de bestelling niet heeft geplaatst. Bovendien levert het enkel opsturen en ontvangen van een factuur geen betalingsverplichting op.
2.5.
Omdat de vordering wordt afgewezen, heeft Billink ook geen recht op vergoeding van incassokosten en rente.
2.6.
De proceskosten komen voor rekening van Billink, omdat zij ongelijk krijgt (artikel 237 Rv). De kantonrechter begroot de kosten die Billink aan [gedaagde] moet betalen op € 50,- aan onkosten (artikel 238 lid 1 Rv).

3.De beslissing

De kantonrechter:
3.1.
wijst de vordering af;
3.2.
veroordeelt Billink in de proceskosten, die aan de kant van [gedaagde] worden vastgesteld op € 50,-.
Dit vonnis is gewezen door mr. V.F. Milders en in het openbaar uitgesproken.
62914