Uitspraak
RECHTBANK ROTTERDAM
1.Het verdere verloop van de procedure
571);
Rechtbank Rotterdam
Op 9 januari 2024 heeft de kinderrechter van de Rechtbank Rotterdam een beschikking gegeven over de verlenging van de ondertoezichtstelling van een minderjarige, hierna te noemen [kind01]. De zaak betreft de gecertificeerde instelling Jeugdbescherming West, Zuid-Holland, die betrokken is bij de zorg voor [kind01]. De kinderrechter heeft vastgesteld dat er problematiek in het gezinssysteem is, waardoor [kind01] zich niet veilig kan ontwikkelen. De ouders van [kind01] zijn belast met het ouderlijk gezag en hebben verweer gevoerd tegen de verlenging van de ondertoezichtstelling, omdat zij van mening zijn dat de ingezette hulpverlening geen verandering heeft teweeggebracht. De kinderrechter heeft de mondelinge behandeling met gesloten deuren voortgezet, waarbij de ouders en vertegenwoordigers van de GI aanwezig waren.
De kinderrechter heeft de relevante stukken in de beoordeling meegenomen, waaronder een eerdere beschikking van 9 november 2023 en een briefrapportage van de GI. De kinderrechter heeft geconcludeerd dat de zorgen over de ontwikkeling van [kind01] nog steeds aanwezig zijn, vooral met betrekking tot haar zelfbepalende gedrag en seksueel gedrag. Ondanks dat [kind01] weer thuis woont, zijn er zorgen over haar ontwikkeling en het risico dat zij loopt. De kinderrechter heeft besloten de ondertoezichtstelling van [kind01] te verlengen tot 15 november 2024, met de noodzaak voor een persoonlijkheidsonderzoek om te bepalen wat [kind01] nodig heeft om zich veilig te ontwikkelen. De beschikking is uitvoerbaar bij voorraad verklaard, en er is een mogelijkheid voor hoger beroep.