Uitspraak
RECHTBANK ROTTERDAM
1.De procedure
- de dagvaarding van 20 februari 2024, met bijlagen;
- het antwoord, met bijlagen;
- de akte en eisvermindering van [eiseres] , met bijlagen;
- de mail van [gedaagde] van 4 september 2024, met bijlagen;
Rechtbank Rotterdam
In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Rotterdam op 22 november 2024 uitspraak gedaan in een geschil tussen een horecaonderneming en een leverancier van stroom en gas. De eiseres, gevestigd in Amsterdam, heeft de gedaagde, die zelf procedeert vanuit Rotterdam, aangeklaagd voor het niet betalen van openstaande facturen. De eiseres vorderde een totaalbedrag van € 18.190,12, inclusief rente en kosten, voor de levering van energie over een bepaalde periode. De gedaagde betwistte de hoogte van de facturen en stelde dat er te veel was gefactureerd in vergelijking met het werkelijke verbruik.
Tijdens de zitting op 16 augustus 2024 heeft de gedaagde zijn verweer gepresenteerd, maar de kantonrechter oordeelde dat de gedaagde onvoldoende onderbouwing had gegeven voor zijn betwisting van de vordering. De eiseres had haar vordering goed onderbouwd met facturen en specificaties, en de gedaagde had slechts enkele meterstanden overgelegd zonder verdere uitleg. Hierdoor oordeelde de kantonrechter dat de gedaagde de vordering onvoldoende gemotiveerd had betwist en dat hij de jaar- en eindafrekening alsnog moest betalen.
Daarnaast werden de incassokosten van € 956,- toegewezen, evenals de wettelijke rente over het verschuldigde bedrag. De gedaagde werd ook veroordeeld in de proceskosten, die door de kantonrechter zijn begroot op € 2.743,54. Het vonnis werd uitvoerbaar bij voorraad verklaard, wat betekent dat de eiseres het vonnis direct kan laten uitvoeren, ongeacht een eventuele hoger beroep.