Uitspraak
RECHTBANK ROTTERDAM
1.De procedure
- de dagvaarding van 30 mei 2024, met bijlagen;
- het antwoord, met bijlagen.
Rechtbank Rotterdam
In deze zaak heeft de gemeente Lansingerland een vordering ingesteld tegen [gedaagde] wegens huurachterstand. [gedaagde] huurde van 1 juli 2012 tot en met 31 augustus 2023 kantoorruimte van de gemeente, maar heeft de overeenkomst opgezegd. De gemeente vordert betaling van een huurachterstand van € 93.000,27, inclusief rente en kosten. De kantonrechter heeft vastgesteld dat er sprake is van een huurachterstand en dat [gedaagde] geen recht heeft op vergoeding op basis van artikel 7:308 BW, aangezien de huurovereenkomst door [gedaagde] is opgezegd. De kantonrechter heeft de vordering van de gemeente toegewezen, inclusief de incassokosten van € 1.986,46 en de wettelijke handelsrente van € 2.642,85. Daarnaast is [gedaagde] veroordeeld tot betaling van de proceskosten, die zijn vastgesteld op € 3.312,82. Het vonnis is uitvoerbaar bij voorraad verklaard, wat betekent dat de gemeente het vonnis onmiddellijk kan uitvoeren, ook als [gedaagde] in hoger beroep gaat.