Uitspraak
RECHTBANK ROTTERDAM
1.De procedure
- de dagvaarding van 28 maart 2024, met bijlagen;
- de e-mail van 24 april 2024 van gedaagde, met bijlagen;
- de akte met eisvermindering van eiseres van 21 mei 2024;
- de e-mail van 10 juni 2024 van gedaagde.
Rechtbank Rotterdam
In deze zaak heeft Zilveren Kruis Zorgverzekeringen N.V. een vordering ingesteld tegen een gedaagde die een zorgverzekering bij hen heeft afgesloten. De gedaagde heeft volgens Zilveren Kruis niet alle verschuldigde premies betaald. De vordering betreft een bedrag van € 235,55, inclusief buitengerechtelijke incassokosten en rente. De gedaagde erkent dat de zorgpremie en zorgkosten niet volledig zijn betaald, maar heeft een betalingsregeling getroffen op 12 april 2024, waarbij een bedrag van € 260,55 nog moest worden voldaan. Na een gedeeltelijke betaling van € 25,00 op 26 april 2024, blijft er een hoofdsom van € 235,55 over. De kantonrechter heeft de vordering van Zilveren Kruis toegewezen, rekening houdend met de betalingsregeling. De gedaagde moet de incassokosten van € 48,40 betalen, omdat aan alle voorwaarden voor vergoeding is voldaan. De kantonrechter heeft ook de rente toegewezen, die moet worden berekend vanaf de datum van de dagvaarding tot de datum van de betalingsregeling. De proceskosten zijn begroot op € 367,39, die de gedaagde ook moet betalen. Het vonnis is uitvoerbaar bij voorraad verklaard, wat betekent dat Zilveren Kruis het vonnis onmiddellijk kan uitvoeren, zelfs als de gedaagde in hoger beroep gaat. De kantonrechter heeft de gedaagde veroordeeld tot betaling van € 210,55 met wettelijke rente en de proceskosten, maar heeft bepaald dat Zilveren Kruis het bedrag niet kan opeisen zolang de gedaagde elke maand € 25,00 aflost.