ECLI:NL:RBROT:2024:11553

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
16 februari 2024
Publicatiedatum
20 november 2024
Zaaknummer
C/10/670805 / JE RK 23-2925
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Procedures
  • Beschikking
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verlenging ondertoezichtstelling en machtiging tot uithuisplaatsing van een minderjarige

In deze beschikking van de kinderrechter van de Rechtbank Rotterdam, gedateerd 16 februari 2024, wordt de verlenging van de ondertoezichtstelling en de machtiging tot uithuisplaatsing van een minderjarige besproken. De zaak betreft [voornaam minderjarige], geboren in 2009, die onder toezicht is gesteld door de gecertificeerde instelling Jeugdbescherming Rotterdam Rijnmond. De moeder van [voornaam minderjarige] is belast met het ouderlijk gezag en heeft een advocaat, mr. S.O. Zengin, ingeschakeld. De kinderrechter heeft de procedure op 16 februari 2024 met gesloten deuren behandeld, waarbij de moeder, haar advocaat en vertegenwoordigers van de GI aanwezig waren. Tijdens de behandeling is [voornaam minderjarige] gehoord en zijn er zorgen geuit over haar schoolverzuim en blowgedrag. De GI verzoekt om verlenging van de ondertoezichtstelling voor een jaar en de machtiging tot uithuisplaatsing voor zes maanden. De kinderrechter oordeelt dat de wettelijke criteria voor verlenging zijn voldaan, gezien de ernstige bedreigingen in de ontwikkeling van [voornaam minderjarige]. De kinderrechter besluit de ondertoezichtstelling te verlengen tot 27 februari 2025 en de machtiging tot uithuisplaatsing tot 27 augustus 2024, met de beschikking uitvoerbaar bij voorraad.

Uitspraak

RECHTBANK ROTTERDAM

Team Jeugd
Zaaknummer: C/10/670805 / JE RK 23-2925
Datum uitspraak: 16 februari 2024
Beschikking van de kinderrechter over een verlenging ondertoezichtstelling en verlenging machtiging tot uithuisplaatsing
in de zaak van
de gecertificeerde instelling Jeugdbescherming Rotterdam Rijnmond,
gevestigd te Rotterdam, hierna te noemen de GI,
over
[minderjarige],
geboren op [geboortedatum] 2009 in [geboorteplaats] , hierna te noemen [voornaam minderjarige] .
De kinderrechter merkt als belanghebbende aan:
[moeder],
hierna te noemen de moeder, wonende in [woonplaats] ,
advocaat mr. S.O. Zengin te Den Haag.

1.Het verloop van de procedure

1.1.
De kinderrechter neemt de volgende stukken mee in haar beoordeling:
- het verzoekschrift met bijlagen, binnengekomen bij de rechtbank op 19 december 2023.
1.2.
De mondelinge behandeling met gesloten deuren heeft plaatsgevonden op 16 februari 2024. Daarbij waren aanwezig:
- de moeder met haar advocaat;
- twee vertegenwoordigsters van de GI, te weten mw. [persoon A] en
mw. [persoon B] .
1.3.
De kinderrechter heeft [voornaam minderjarige] naar haar mening gevraagd. [voornaam minderjarige] heeft een gesprek gevoerd met de kinderrechter. Tijdens de mondelinge behandeling heeft de kinderrechter samengevat wat [voornaam minderjarige] heeft verteld. De aanwezigen hebben daarop kunnen reageren.

2.De feiten

2.1.
De moeder is belast met het ouderlijk gezag over [voornaam minderjarige] .
2.2.
[voornaam minderjarige] verblijft op een open groep.
2.3.
De kinderrechter in deze rechtbank heeft bij beschikking van 27 februari 2023 [voornaam minderjarige] onder toezicht gesteld tot 27 februari 2024.
2.4.
De kinderrechter in deze rechtbank heeft bij beschikking van 18 december 2023 een machtiging verleend [voornaam minderjarige] gedurende dag en nacht uit huis te plaatsen in een open instelling tot 27 februari 2024.

3.Het verzoek

3.1.
De GI verzoekt de ondertoezichtstelling van [voornaam minderjarige] te verlengen voor de duur van een jaar. Ook verzoekt de GI een verlenging van de machtiging tot uithuisplaatsing van [voornaam minderjarige] in een accommodatie van een jeugdhulpaanbieder voor de duur van zes maanden.
De GI verzoekt de beslissing uitvoerbaar bij voorraad te verklaren.

4.De standpunten

4.1.
De GI heeft het verzoek gehandhaafd en als volgt toegelicht. De afgelopen periode is een onrustige periode geweest. Er is sprake van veel schoolverzuim, waardoor er binnenkort een melding zal worden gedaan bij de leerplichtambtenaar. Daarnaast blowt [voornaam minderjarige] nu dagelijks. Vandaag is de eerste sessie geweest van gedrags- en dramatherapie. De bedoeling is dat [voornaam minderjarige] hierdoor minder zal gaan blowen. [voornaam minderjarige] vindt het moeilijk om anderen te vertrouwen, waardoor zij soms best gesloten kan zijn. Op andere momenten is zij heel open. [voornaam minderjarige] heeft nu een dagschema gemaakt samen met haar begeleider.
4.2.
Door en namens de moeder is er geen verweer gevoerd tegen het verzoek van de GI. Op dit moment kan [voornaam minderjarige] nog niet terug naar huis en daar is de moeder zich van bewust. Als het weer veilig is voor [voornaam minderjarige] , is [voornaam minderjarige] welkom bij de moeder. [voornaam minderjarige] moet leren zich aan de regels te houden. Wel is er sprake van een positieve ontwikkeling, aangezien [voornaam minderjarige] minder wegloopt. De moeder vindt het blowgedrag van [voornaam minderjarige] zorgelijk.

5.De beoordeling

5.1.
Op basis van de stukken en de mondelinge behandeling is de kinderrechter van oordeel dat is voldaan aan de wettelijke criteria genoemd in artikel 1:255 van het Burgerlijk Wetboek (BW).
5.2.
Uit de overgelegde stukken en de behandeling ter zitting is gebleken dat [voornaam minderjarige] nog altijd ernstig in haar ontwikkeling wordt bedreigd. [voornaam minderjarige] kent een belast verleden waarbij zij traumatische gebeurtenissen heeft meegemaakt. Hierdoor heeft [voornaam minderjarige] zeer zelfbepalend en schadelijk gedrag laten zien. [voornaam minderjarige] heeft aan zichzelf gewerkt en kon daardoor doorstromen van de gesloten groep naar een open groep. In de afgelopen periode was het daar vallen en opstaan. Gebleken is dat [voornaam minderjarige] zich nog niet altijd aan de afspraken op de open groep houdt. [voornaam minderjarige] blowt ook dagelijks, waarvoor nu hulp is ingezet middels gedrags- en dramatherapie. [voornaam minderjarige] is gebaat bij structuur en regelmaat. Daarom wordt op de groep nu een dagschema aangehouden. Gebleken is dat [voornaam minderjarige] nog niet terug kan naar de moeder, omdat [voornaam minderjarige] eerst verder aan zichzelf moet werken. Pas wanneer zij betrouwbaar is in het nemen van de juiste beslissingen, kan er worden gewerkt aan een terugkeer naar huis. Hoewel [voornaam minderjarige] dat graag anders zou willen zien, begrijpt ze wel dat dit de overwegingen zijn. De kinderrechter wil daarbij wel benadrukken dat hij ziet dat [voornaam minderjarige] haar best doet. Zo is zij druk bezig met het vinden van een stageplek voor haar opleiding en aan het solliciteren. Dat verdient een groot compliment.
5.3.
De kinderrechter zal daarom de ondertoezichtstelling van [voornaam minderjarige] verlengen voor de duur van een jaar (artikel 1:260, eerste lid, BW).
5.4.
Ook is de verlenging van de machtiging tot uithuisplaatsing van [voornaam minderjarige] noodzakelijk in het belang van de verzorging en opvoeding (artikel 1:265c, tweede lid, BW).

6.De beslissing

De kinderrechter:
6.1.
verlengt de ondertoezichtstelling van [voornaam minderjarige] tot 27 februari 2025;
6.2.
verlengt de machtiging tot uithuisplaatsing van [voornaam minderjarige] in een accommodatie van een jeugdhulpaanbieder tot 27 augustus 2024;
6.3.
verklaart deze beschikking uitvoerbaar bij voorraad.
Deze beslissing is mondeling gegeven en in het openbaar uitgesproken op 16 februari 2024 door mr. M. van Kuilenburg, kinderrechter, in aanwezigheid van mr. K.F.G. van Leeuwen als griffier, en op schrift gesteld op 3 maart 2024.
Hoger beroep tegen deze beschikking kan worden ingesteld:
- door de verzoekers en de belanghebbende(n) aan wie een afschrift van de beschikking is verstrekt of verzonden, binnen drie maanden na de dag van de uitspraak;
- door andere belanghebbenden binnen drie maanden na de betekening daarvan of nadat de beschikking aan hen op een andere wijze bekend is geworden.
Het hoger beroep moet, door tussenkomst van een advocaat, worden ingediend bij de griffie van het gerechtshof te Den Haag.