3.1.Advies [naam instelling]
Het advies van 19 augustus 2024 houdt onder meer het volgende in.
Kern van de problematiek
De veroordeelde is een 23-jarige jongeman met een lichtverstandelijke beperking, een
antisociale persoonlijkheidsstoornis met narcistische trekken. Daarnaast is er sprake van een stoornis in cannabisgebruik, een hoge mate van psychopathie, beperkte agressieregulatie, lager sociaal emotioneel ontwikkelingsniveau en beperkte medewerking aan interventies en behandeling. Momenteel wordt er binnen PI Vught een meewerkende houding gezien binnen de interventie agressieregulatietraining, een lichte protocollaire interventie. Binnen de context van de JJI's is alles geprobeerd en niet gelukt. De veroordeelde is niet bezig met de gevolgen van zijn gedrag op lange termijn, in elk geval niet binnen de behandeling tot nu toe. Hij weigert binnen de JJI grotendeels deelname aan behandeling/ dagprogramma/ school/ urine controles, slaapt de hele dag en beïnvloedt zijn groepsgenoten op een negatieve manier. Hij heeft moeite met zichzelf en zijn woede te beheersen en wordt makkelijk agressief. Hij is snel gekrenkt door eenvoudige gedragsinstructies en begrenzing door anderen levert dusdanige spanning die hij uit in agressie. Er is sprake van een gebrek aan empathie en hij maakt misbruik van anderen waarin hij anderen manipuleert.
Samenvatting beloop behandeling [naam instelling]
De veroordeelde is op 04-07-2023 geplaatst op de individueel traject afdeling (hierna: ITA) van [naam instelling]. De eerste 3 weken binnen [naam instelling] zijn goed verlopen. Na 3 weken heeft er een fysiek agressie incident richting personeel plaatsgevonden wat gemaakt heeft dat hij tijdelijk elders (TVE) heeft verbleven (PI Vught). Een TVE in Vught is niet gebruikelijk maar had te maken met de systeemcrisis die dit incident onder de medewerkers teweegbracht. Het doel van de TVE was het creëren van rust en veiligheid binnen de inrichting. Na 4 weken is de veroordeelde teruggekeerd naar [naam instelling]. De veroordeelde is bij terugkomst (24-08-2023) in [naam instelling] gestart in een individueel programma op een lege groep. De eerste week van het individueel programma is het interne bijstandsteam (IBT) ingezet. De tweede week van het individueel programma heeft groepsleiding van de ITA de begeleiding van de veroordeelde overgenomen. Op de eerste dag dat groepsleiding de begeleiding overnam is er op 30-08-2023 een alarmsituatie geweest. De veroordeelde liet een agressieve houding zien en kwam zeer dreigend over. Hij is uiteindelijk met inzet van het IBT-team in de afzondering geplaatst. Gezien het gedrag van de veroordeelde (dreigend en agressief) en de handelingsverlegenheid die gezien is bij het alarm is er door het behandelteam ingeschat dat de inzet van de landelijke bijzondere bijstandseenheid (LBB) noodzakelijk geacht werd om de veroordeelde veilig te kunnen begeleiden. Vanaf 4-09-2023 is de veroordeelde begeleid door drie LBB-leden op een leegstaande groep. De veroordeelde heeft sinds de bejegening vanuit LBB niet meer in de afzondering gezeten maar er hebben wel degelijk dreigende situaties voorgedaan. De veroordeelde is enkele keren met de medewerkers van LBB neus aan neus gaan staan, ook is er sprake geweest van verbale agressie en zijn er verschillende momenten geweest waarbij de spanning bij de veroordeelde is opgelopen. Gezien wordt dat de spanning toeneemt op het moment dat dingen voor de veroordeelde niet duidelijk zijn of op de momenten dat hij ruimte probeert te zoeken en deze niet krijgt. Op 10-10-2023 is de veroordeelde overgeplaatst naar PI Vught aangezien het niet meer haalbaar was, gezien het gedrag van de veroordeelde en de systeemcrisis, hem in te laten stromen op de ITA-afdeling van [naam instelling].
Samenvatting beloop behandeling PI Vught (BPG-afdeling)
Informatie vanuit PI Vught 7 mei 2024
De veroordeelde is gestart met de agressieregulatietraining (ART) en dat verloopt goed. De veroordeelde functioneert al langere tijd prima op de afdeling. Bij binnenkomst op de BPG was hij aanvankelijk wat terughoudend/zakelijk in contact, maar hij heeft daar in positieve zin een draai in weten te maken en kwam geleidelijk aan meer in contact met o.a. het afdelingspersoneel. Gedurende zijn hele verblijf op de BPG zijn er tot 20 juni 2024 geen incidenten geweest en is er ook geen sprake geweest van positieve UC’s. Het afdelingspersoneel geeft ook aan dat ze de indruk hebben dat de veroordeelde actief bezig is om aan de slag te gaan met zijn agressieproblematiek, o.a. door anderen wel aan te spreken op hun gedrag, maar ook bepaalde situaties juist uit de weg te gaan. Dit komt ook tot uiting in het feit dat hij is gestart met de ART en zich daar ook goed voor lijkt in te zetten. Al met al functioneert de veroordeelde prima en was ons MDO eigenlijk op 20-02-2024 al van mening dat hij overgeplaatst kon worden naar een regulier regime omdat er geen indicatie meer werd gezien voor een verblijf op de BPG.
Incident PI Vught 20 juni 2024
Het incident staat als volgt geregistreerd: op het moment dat de medewerkers de douche inrennen, zien ze de veroordeelde uit de doucheruimte van de medegedetineerde komen terwijl de medegedetineerde gewond op de grond ligt. Het is aannemelijk dat de veroordeelde in de doucheruimte van deze gewonde medegedetineerde is geweest en dat de veroordeelde degene is geweest die de medegedetineerde heeft geslagen in de douche.
Vanuit PI Vught is de conclusie getrokken dat het geen zelfverdediging is geweest maar een bewust opgezette actie waar de veroordeelde andere gedetineerden bij betrokken heeft.
Conclusie
Concluderend kan gesteld worden dat zijn gedrag binnen PI Vugt voor langere tijd onder controle is geweest. Op het moment dat de behandeldruk laag is en er geen eisen aan hem gesteld worden zoals dit in een JJI wel gedaan wordt, lukt het de veroordeelde langere tijd geen agressie te laten zien. Op het moment dat er toch onrust is met andere jongeren wordt ook in PI Vught gezien dat hij vervalt in oud gedrag (agressie). Binnen [naam instelling] werd vooral impulsieve agressie waargenomen maar bij het incident in PI Vught is sprake van planmatige agressie. De veroordeelde heeft doelbewust gewacht met het toepassen van agressie op een moment waar dit mogelijk was. De conclusie vanuit [naam instelling] blijft hetzelfde als de conclusie die 6 maanden geleden gesteld is.
Vanuit het behandelteam wordt gezien dat het kader van de PIJ niet toereikend is
voor de veroordeelde. De gebrekkige ontwikkeling van zijn geestvermogens is in de PIJ-behandeling zeer hardnekkig gebleken, waarbij de behandelinzet vooralsnog niet heeft geleid tot een verandering in zijn basale wantrouwen en kerncognities. De huidige PIJ-behandeling van De veroordeelde stagneert en gezien wordt dat de zeer ernstige en vroege persoonlijkheidsproblematiek van de veroordeelde zich eerder verder verhardt, door een toenemend wantrouwen en een terugval in perspectief. De veroordeelde weet dat de PIJ-maatregel eindig is en redeneert terug vanaf dat moment. Als er geen vast eindpunt is, wordt de veroordeelde met het behandelteam gedwongen zich te oriënteren op het nu en wat er voor nodig is om vooruit te komen in de behandeling. Het kader van de PIJ maatregel is niet toereikend om de tijd te gebruiken als middel om behandelbereidheid te bewerkstelligen, de PIJ is immers eindig. Er is een langdurig gedwongen en veilig kader nodig aangezien persoonlijkheidsstoornissen een lange behandelduur hebben. Zeker zoals bij de veroordeelde als deze zo vroeg in het leven zijn ontstaan en zo diep verankerd zijn in de persoonlijkheid. Voor het bereiken van een zekere mate van behandelbereidheid wordt meerdere jaren nodig geacht. In het algemeen kan gesteld worden dat de PIJ-maatregel niet het geschikte kader is omdat de resterende tijd binnen deze maatregel te kort is om toe te werken naar enige behandelbereidheid. Het gevolg zal zijn dat intern het risico op escalaties omhoog gaat. De escalaties dragen bij aan verdere verharding van de problematiek en zijn dus niet in het belang van de ontwikkeling van de veroordeelde.
Dit alles op een rijtje zettend kan geconcludeerd worden dat er sprake is van een groot dilemma: enerzijds kan geconcludeerd worden dat er nog veel (kritische) risicofactoren worden gezien die nog onvoldoende worden getemperd door beschermende factoren, waardoor het recidiverisico op dit moment nog als onveranderd hoog wordt ingeschat en de mate van bescherming nog als weinig, op het moment dat de PIJ-maatregel per direct wordt beëindigd en alle kaders en hulpverlening wegvallen. Anderzijds is binnen de JJI alles geprobeerd zonder positief resultaat en is de resterende tijd te kort. Parallel daaraan wordt gedurende zijn plaatsing op de BPG in Vught voorzichtig zichtbaar dat wanneer er sprake is van een zeer lage tot geringe behandeldruk in een hele specifieke context, het de veroordeelde beter lukt zich te voegen naar geldende structuren en mee te werken aan een gedragsmatige interventie.