Uitspraak
Rechtbank Rotterdam
1.Onderzoek op de terechtzitting
2.Tenlastelegging
3.Eis officier van justitie
- vrijspraak van het onder 1 (gekwalificeerde opzetverkrachting) ten laste gelegde;
- bewezenverklaring van het onder 2 (mishandeling van levensgezel) en 3 (bedreiging) ten laste gelegde;
- veroordeling van de verdachte tot een gevangenisstraf voor de duur van 145 dagen met aftrek van voorarrest, waarvan 90 dagen voorwaardelijk, met een proeftijd van 2 jaar en de bijzondere voorwaarden zoals door de reclassering geadviseerd, alsmede een taakstraf voor de duur van 60 uren subsidiair 30 dagen vervangende hechtenis.
4.Waardering van het bewijs
- meerdere malen, althans eenmaal, tegen haar benen te schoppen,
- meerdere malen, althans eenmaal, tegen haar armen te slaan,
- een vaas tegen haar hoofd te gooien,
- haar keel/hals in te drukken
- aan haar haren te trekken en haar bij haar haren te trekken/sleuren,
- met kracht haar vingers vast te pakken en/of (vervolgens) aan haar vingers te draaien, en
- haar met een stok te slaan;
- dreigend een mes te tonen aan die [slachtoffer] , en
- daarbij opzettelijk dreigend de woorden toe te voegen: ”Ik ga je vermoorden”, althans woorden van gelijke dreigende aard of strekking.
5.Strafbaarheid feiten
6.Strafbaarheid verdachte
7.Motivering straf
8.Toepasselijke wettelijke voorschriften
9.Bijlagen
10.Beslissing
gevangenisstraf voor de duur van 85 (vijfentachtig) dagen;
30 (dertig) dagenniet ten uitvoer zal worden gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten;
2 (twee) jaren;
- brengen/duwen van zijn mond tegen haar mond,
- duwen/brengen van een of meer van zijn vingers in haar vagina, en/of
- duwen/brengen van zijn penis in haar vagina,
terwijl hij, verdachte, wist, althans ernstige reden had om te vermoeden, dat bij die [slachtoffer] daartoe de wil ontbrak en welke (opzet)verkrachting werd voorafgaan door, vergezeld van en/of gevolgd door dwang, geweld en/of bedreiging, door
- de armen van die [slachtoffer] te spreiden en haar bij haar polsen vast te houden, en/of
- de benen van die [slachtoffer] gespreid te houden met zijn benen;
- meerdere malen, althans eenmaal, op/tegen haar benen te schoppen,
- meerdere malen, althans eenmaal, op/tegen haar armen te slaan,
- een vaas tegen haar hoofd, althans het lichaam, te gooien,
- haar keel/hals in en/of dicht te drukken en/of knijpen,
- aan haar haren te trekken en/of haar bij haar haren te trekken/sleuren,
- met kracht haar vingers vast te pakken en/of (vervolgens) aan haar vingers te draaien, en/of
- haar met een stok, althans een hard voorwerp, te slaan;
- dreigend een mes te tonen aan en/of te richten op die [slachtoffer] , en/of
- (daarbij) opzettelijk dreigend de woorden toe te voegen: ”Ik ga je vermoorden”, althans woorden van gelijke dreigende aard of strekking.