ECLI:NL:RBROT:2024:11458
Rechtbank Rotterdam
- Eerste aanleg - meervoudig
- Rechtspraak.nl
Poging tot doodslag en zware mishandeling van een minderjarige door ouders
In deze zaak heeft de Rechtbank Rotterdam op 20 november 2024 uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die wordt beschuldigd van het proberen om haar kind om het leven te brengen of zwaar lichamelijk letsel toe te brengen door ernstig te mishandelen. De verdachte, geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum], werd bijgestaan door haar raadsman mr. C.P. Timmers. De zaak is behandeld in tegenspraak en het onderzoek op de terechtzitting vond plaats op 6 november 2024.
De tenlastelegging houdt in dat de verdachte samen met haar echtgenoot heeft geprobeerd hun vijf weken oude dochter, hierna aangeduid als 'het meisje', om het leven te brengen of haar zwaar lichamelijk letsel toe te brengen. De rechtbank heeft vastgesteld dat op 16 juli 2020 het meisje met ernstige verwondingen in het ziekenhuis werd opgenomen, waaronder bloeduitstortingen en botbreuken. Deskundigen van het Landelijk Expertise Centrum Kindermishandeling (LECK) en het Nederlands Forensisch Instituut (NFI) hebben geconcludeerd dat de verwondingen zeer waarschijnlijk het gevolg zijn van mishandeling.
De rechtbank heeft echter geoordeeld dat er onvoldoende bewijs is om vast te stellen dat de verdachte of haar echtgenoot verantwoordelijk zijn voor de toebrenging van de letsels. De rechtbank heeft geen bewijs kunnen vinden dat de verdachte of haar echtgenoot samen het letsel hebben toegebracht, en kan daarom niet tot een bewezenverklaring komen van de ten laste gelegde poging tot doodslag of zware mishandeling. De verdachte is dan ook vrijgesproken van de tenlastelegging.
Daarnaast heeft de benadeelde partij, vertegenwoordigd door mr. S. Vermeulen, een schadevergoeding van € 20.000,- gevorderd. De rechtbank heeft de benadeelde partij niet-ontvankelijk verklaard in de vordering, omdat de verdachte is vrijgesproken van het feit waarop de vordering betrekking heeft. De rechtbank heeft ook de kosten van de benadeelde partij op nihil vastgesteld.