Op 30 oktober 2024 heeft de kinderrechter van de Rechtbank Rotterdam een beschikking uitgesproken over de verlenging van de ondertoezichtstelling en de machtiging tot uithuisplaatsing van een minderjarige, geboren in 2020. De zaak betreft de gecertificeerde instelling Jeugdbescherming Rotterdam Rijnmond, die de ondertoezichtstelling van de minderjarige verzoekt te verlengen voor een jaar. De kinderrechter heeft vastgesteld dat de minderjarige momenteel in een pleeggezin verblijft en dat er zorgen zijn over zijn ontwikkeling. De moeder van de minderjarige, die belast is met het ouderlijk gezag, heeft aangegeven dat de minderjarige in het pleeggezin wordt mishandeld, wat door de GI nog niet is bevestigd. De kinderrechter heeft de mondelinge behandeling met gesloten deuren voortgezet, waarbij de moeder, haar advocaat en de pleegouders aanwezig waren. De vader van de minderjarige was niet verschenen, ondanks dat hij correct was opgeroepen.
De kinderrechter heeft de feiten en de standpunten van de belanghebbenden in overweging genomen. De moeder heeft verzocht om een kortere verlenging van de ondertoezichtstelling, terwijl de pleegouders hebben aangegeven dat de minderjarige zich goed ontwikkelt. De kinderrechter heeft geconcludeerd dat de wettelijke criteria voor verlenging van de ondertoezichtstelling en de machtiging tot uithuisplaatsing zijn vervuld. De kinderrechter heeft besloten om zowel de ondertoezichtstelling als de machtiging tot uithuisplaatsing te verlengen tot 1 september 2025, met de verklaring dat deze beschikking uitvoerbaar bij voorraad is. De beslissing is openbaar uitgesproken en kan door belanghebbenden worden aangevochten binnen drie maanden na de uitspraak.