Uitspraak
RECHTBANK ROTTERDAM
1.De procedure
- de dagvaarding van 23 februari 2024, met bijlagen 1 tot en met 18;
- het antwoord, met 4 bijlagen;
- de brief aan de zijde van [eiser] van 6 augustus 2024, met bijlagen 19 tot en met 22;
- de e-mail aan de zijde van [gedaagde] van 16 augustus 2024 (het verzoek om [naam 1]
2.De beoordeling
€ 900,- uit hoofde van de ongedaanmakingsverplichtingen in verband met de ontbinding van de overeenkomst. Het bedrag van € 5.718,70 bestaat uit de kosten die [eiser] heeft moeten maken voor het verwijderen en het herplaatsen van het glas in de panelen van in totaal
€ 3.950,- en de expertisekosten van € 1.382,60. Omdat [eiser] € 900,- heeft betaald aan [gedaagde] voor de werkzaamheden, is [gedaagde] gehouden om dat bedrag terug te betalen. De kosten van het opnieuw laten coaten van de panelen door een derde partij worden niet gevorderd.
13 februari 2023 aan de gemachtigde van [eiser] vermeld dat zij betaling eist van het door [eiser] onbetaald gelaten deel van de factuur van € 1.080,77, maar in deze procedure heeft [gedaagde] dat niet gevorderd. Deze kwestie behoeft dan ook geen beoordeling en beslissing.