ECLI:NL:RBROT:2024:11437

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
15 november 2024
Publicatiedatum
18 november 2024
Zaaknummer
11261157 VZ VERZ 24-7495
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Burgerlijk procesrecht
Procedures
  • Beschikking
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verzoek tot verwijzing naar afdeling Handel en Haven in verband met artikel 35 UAVG

In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Rotterdam op 15 november 2024 een beschikking gegeven in het kader van een verzoekschrift van [verzoeker] tegen Volkswagen Pon Financial Services B.V. Het verzoek betreft een verwijzing naar het team Handel en Haven, zoals eerder voorlopig geoordeeld in een tussenbeschikking van 13 september 2024. Beide partijen hebben geen gebruik gemaakt van de gelegenheid om te reageren op deze tussenbeschikking, waardoor de kantonrechter haar oordeel handhaaft en de zaak verwijst naar het team Handel en Haven. Dit team zal verder beslissen over de procedure.

De kantonrechter heeft tevens aangegeven dat partijen zonder advocaat kunnen procederen in deze zaak, conform artikel 35 lid 4 UAVG. [verzoeker] heeft al een griffierecht van € 87,- betaald, maar door de verwijzing kan het zijn dat er een hoger griffierecht verschuldigd is. Het Landelijk Dienstencentrum voor de Rechtspraak (LDCR) zal een factuur sturen aan [verzoeker] indien er meer griffierecht moet worden betaald, met een betalingstermijn van vier weken na de beschikking. Ook Volkswagen kan griffierecht verschuldigd zijn indien zij alsnog reageert op de procedure, met eenzelfde betalingstermijn.

De beslissing van de kantonrechter omvat de verwijzing van de zaak naar het team Handel en Haven en de opdracht aan de griffier om de processtukken en een kopie van de beschikking te sturen naar de griffier van dat team.

Uitspraak

RECHTBANK ROTTERDAM

locatie Rotterdam
zaaknummer: 11261157 VZ VERZ 24-7495
datum uitspraak: 15 november 2024
Beschikking van de kantonrechter
in de zaak van
[verzoeker],
woonplaats: [plaatsnaam],
verzoeker,
gemachtigde: [naam],
tegen
Volkswagen Pon Financial Services B.V.,
vestigingsplaats: Amersfoort,
verweerster,
die niet heeft gereageerd.
De partijen worden hierna ‘[verzoeker]’ en ‘Volkswagen’ genoemd.

1.De procedure

1.1.
Het dossier bestaat uit het verzoekschrift van [verzoeker], met bijlagen en de tussenbeschikking van 13 september 2024. Beide partijen hebben geen gebruik gemaakt van de gelegenheid om te reageren op de tussenbeschikking.

2.De verdere beoordeling

Zaak naar team handel en haven
2.1.
In de tussenbeschikking heeft de kantonrechter voorlopig geoordeeld dat dit verzoekschrift moet worden behandeld door team Handel en Haven. Ze heeft de partijen laten weten dat zij daarom van plan is de zaak te verwijzen naar dat team. Ze heeft beide partijen de gelegenheid gegeven om zich daarover uit te laten. Dat hebben zij niet gedaan. De kantonrechter blijft daarom bij haar oordeel en verwijst de zaak naar het team Handel en Haven van deze rechtbank (artikel 71 lid 1 Rv). Een rechter van dat team beslist wat er verder met de zaak gebeurt. De partijen krijgen hier bericht over.
Advocaat niet verplicht
2.2.
De partijen mogen bij team Handel en Haven in deze procedure zonder advocaat procederen (artikel 35 lid 4 UAVG).
[verzoeker] moet mogelijk meer griffierecht betalen
2.3.
[verzoeker] heeft al € 87,- griffierecht betaald. Doordat de kantonrechter de zaak verwijst geldt mogelijk een hoger griffierecht. Dat bedrag volgt uit de bijlage bij de Wet griffierecht burgerlijke zaken. Als [verzoeker] meer griffierecht moet betalen verstuurt het Landelijk Dienstencentrum voor de Rechtspraak (LDCR) een factuur aan [verzoeker]. Die factuur moet betaald zijn binnen vier weken na deze beschikking (artikel 3 lid 4 Wet griffierechten burgerlijke zaken).
Volkswagen moet nu mogelijk ook griffierecht betalen als zij reageert
2.4.
Doordat de kantonrechter de zaak verwijst moet Volkswagen mogelijk griffierecht betalen als zij alsnog reageert. Dat bedrag moet betaald zijn binnen vier weken na de eventuele reactie van Volkswagen (artikel 3 lid 4 Wgbz). Daarvoor verstuurt het LDCR dan een factuur aan Volkswagen.

3.De beslissing

De kantonrechter:
3.1.
verwijst de zaak voor verdere behandeling en beslissing naar het team Handel en Haven;
3.2.
draagt de griffier op de processtukken en een kopie van deze beschikking te sturen aan de griffier van het team Handel en Haven van deze rechtbank.
Deze beschikking is gegeven door mr. A.M. van Kalmthout en in het openbaar uitgesproken.
33394