Uitspraak
RECHTBANK ROTTERDAM
1.De procedure
- het schriftelijke wrakingsverzoek van verzoeker van 24 augustus 2024; en
- de schriftelijke reactie van de rechter van 23 oktober 2024.
2.Het wrakingsverzoek
3.De beoordeling
Dat het plannen van de mondelinge behandeling van de hoofdzaken lang heeft geduurd, is namelijk een organisatorische aangelegenheid. De klacht die verzoeker (tevens) hierover bij de president van de rechtbank heeft ingediend is gegrond verklaard.
In deze wrakingsprocedure is echter niet gebleken dat de rechter enige invloed op, of bemoeienis met de planning van de hoofdzaken op zitting heeft gehad. Het enkele feit dat de behandelduur van de door verzoeker ingediende verzetschriften inmiddels ruim elf maanden bedraagt, kan dan ook niet de conclusie dragen dat de vrees van verzoeker dat de rechter tegenover hem een vooringenomenheid koestert gerechtvaardigd is.