Uitspraak
RECHTBANK ROTTERDAM
1.De procedure
- de dagvaarding van 31 oktober 2024, met bijlagen 1 tot en met 5;
- de mondelinge behandeling op 6 november 2024.
Rechtbank Rotterdam
In deze zaak, die op 13 november 2024 door de Rechtbank Rotterdam is behandeld, vordert eiseres een verklaring dat het hypotheekrecht van Hefrasan Vastgoed waardeloos is. Eiseres heeft in 1982 een woning gekocht en deze gefinancierd met een hypotheek van Hefrasan Vastgoed. Ondanks dat de hypotheek volledig is afbetaald, blijkt deze nog steeds ingeschreven te staan, wat de levering van de woning aan een derde partij op 11 oktober 2024 in de weg staat. Hefrasan Vastgoed is in 2019 failliet verklaard en bestaat niet meer, waardoor eiseres niet-ontvankelijk wordt verklaard in haar vordering tegen deze vennootschap.
De rechtbank oordeelt dat eiseres wel degelijk een onmiddellijk belanghebbende is in de zin van artikel 3:29 lid 1 BW, en dat zij recht heeft op de verklaring dat de inschrijving van het hypotheekrecht waardeloos is. De voorzieningenrechter stelt vast dat het hypotheekrecht teniet is gegaan en verklaart de hypothecaire inschrijving waardeloos. Eiseres heeft een spoedeisend belang, aangezien zij een koopovereenkomst heeft gesloten en de koper al een sommatie heeft verzonden. Het vonnis gaat in kracht van gewijsde, omdat eiseres heeft afgezien van haar recht op hoger beroep. De proceskosten worden gecompenseerd, aangezien Hefrasan Vastgoed geen kosten heeft gemaakt.
De voorzieningenrechter verklaart eiseres niet-ontvankelijk in de vordering tegen Hefrasan Vastgoed, verklaart de hypothecaire inschrijving waardeloos en compenseert de proceskosten.