ECLI:NL:RBROT:2024:11360

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
8 november 2024
Publicatiedatum
14 november 2024
Zaaknummer
11041455 CV EXPL 24-9702
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vergoeding van herstel- en onderzoekskosten bij lekkage tussen appartementen

In deze zaak, die voor de kantonrechter van de Rechtbank Rotterdam is behandeld, gaat het om een geschil tussen twee appartementseigenaren over de vergoeding van herstel- en onderzoekskosten als gevolg van lekkage. Eiseres, woonachtig in Rotterdam, stelt dat de lekkage in haar appartement is veroorzaakt door vocht uit het appartement van gedaagde, die zich boven haar appartement bevindt. Eiseres heeft een deskundige ingeschakeld om de oorzaak van de lekkage te onderzoeken, wat heeft geleid tot kosten van € 2.359,50 voor onderzoek en € 5.760,00 voor herstel. Gedaagde betwist echter dat er gebreken in zijn appartement zijn die de schade in het appartement van eiseres hebben veroorzaakt.

Tijdens de zitting op 6 september 2024 hebben beide partijen hun standpunten toegelicht. Eiseres heeft aangegeven dat de lekkage eind 2020 is ontstaan, maar dat er eerder ook al lekkages waren. De kantonrechter heeft vastgesteld dat het geschil zich richt op de lekkage die eind 2020 is ontstaan. Eiseres heeft bewijsstukken overgelegd, waaronder een rapport van de deskundige, waarin wordt gesteld dat de vochtproblemen mogelijk het gevolg zijn van renovatiewerkzaamheden in het appartement van gedaagde.

Gedaagde heeft echter betwist dat zijn renovatiewerkzaamheden de oorzaak zijn van de lekkage en heeft gesuggereerd dat de lekkage mogelijk te maken heeft met een lekke standleiding, waarvoor de Vereniging van Eigenaren verantwoordelijk is. De kantonrechter heeft geconcludeerd dat eiseres de bewijslast heeft om aan te tonen dat de lekkage is veroorzaakt door vocht uit het appartement van gedaagde. Eiseres is opgedragen om bewijs te leveren, waarna gedaagde de mogelijkheid heeft om tegenbewijs te leveren. De kantonrechter heeft verdere beslissingen in deze fase van de procedure aangehouden.

Uitspraak

RECHTBANK ROTTERDAM

locatie Rotterdam
zaaknummer: 11041455 CV EXPL 24-9702
datum uitspraak: 8 november 2024
Vonnis van de kantonrechter
in de zaak van
[eiseres],
woonplaats: Rotterdam,
eiseres,
gemachtigde: mr. A.D. van Tongeren (D.A.S. Nederlandse Rechtsbijstand Verzekeringsmaatschappij N.V.),
tegen
[gedaagde],
woonplaats: Rotterdam,
gedaagde,
gemachtigde: mr. F. van Schaik.
De partijen worden hierna ‘ [eiseres] ’ en ‘ [gedaagde] ’ genoemd.

1.De procedure

1.1.
Het dossier bestaat uit de volgende processtukken:
  • de dagvaarding van 5 april 2024, met bijlagen;
  • het antwoord;
  • de brief van 30 augustus 2024 van mr. Van Schaik met bijlagen.
1.2.
Op 6 september 2024 is de zaak tijdens een zitting besproken met [eiseres] , mr. Van Tongeren, [gedaagde] en mr. Van Schaik.

2.De beoordeling

Waar gaat de zaak over?
2.1.
Deze zaak gaat over de vraag of [gedaagde] kosten van herstel van lekkageschade en kosten van onderzoek naar de oorzaak van de lekkage moet vergoeden aan [eiseres] . De partijen zijn allebei eigenaar van een appartement aan de Dordtselaan in Rotterdam. Het appartement van [gedaagde] (nr. [huisnummer X] ) ligt boven het appartement van [eiseres] (nr. [huisnummer Y] ). [eiseres] stelt dat zij schade heeft door lekkage die is veroorzaakt vanuit het appartement van [gedaagde] . Zij heeft een deskundige gevraagd om de oorzaak en de schade te onderzoeken. De onderzoekskosten bedragen € 2.359,50 en de herstelkosten worden begroot op € 5.760,00. [eiseres] wil dat [gedaagde] die bedragen aan haar vergoedt met rente en kosten. [gedaagde] is het daar niet mee eens. Kort gezegd betwist hij dat er gebreken in zijn appartement zijn die schade aan het appartement van [eiseres] hebben veroorzaakt.
Wat is de oorzaak van de lekkage?
2.2.
De partijen zijn het niet eens over de oorzaak van de lekkage waar het in deze zaak om gaat.
2.3.
De kantonrechter gaat ervan uit dat het geschil tussen partijen uitsluitend ziet op de lekkage die volgens [eiseres] eind 2020 in haar appartement voor problemen heeft gezorgd. [eiseres] heeft in de dagvaarding beschreven dat zij in 2019 en ook al eerder lekkage heeft ontdekt in haar appartement en dat in 2019 twee bedrijven onderzoek hebben gedaan naar de lekkage en dat één ervan een offerte voor herstelkosten heeft opgemaakt. [eiseres] heeft gezegd dat de gevolgen van de lekkage uit 2019 inmiddels zijn opgelost en dat de offerte voor herstelkosten van toen geen onderdeel is van het geschil dat nu aan de kantonrechter wordt voorgelegd. De kantonrechter gaat daarom ervan uit dat [eiseres] de rapporten van de twee bedrijven over onderzoek naar de eerdere lekkage daarom nu niet (meer) relevant zijn.
2.4.
Begin 2021 heeft [eiseres] het bedrijf Top Expertise BV onderzoek laten doen naar de oorzaak van de lekkage die eind 2020 is ontstaan. TOP Expertise is op 24 februari en 2 maart 2021 op locatie geweest voor onderzoek. Op 3 februari 2023 heeft op verzoek van [eiseres] een nieuw onderzoek plaatsgevonden, waarvoor [gedaagde] niet was uitgenodigd. [eiseres] heeft ter onderbouwing van haar stellingen het rapport van TOP Expertise van 13 maart 2023 overgelegd. Daarin staat onder meer:
“(…) Aan de hand van ons onderzoek stellen wij vast dat de locatie van de vochtplekken zich direct onder de douche, het toilet en de keuken bevinden van het bovengelegen appartement. Om die reden hebben wij de situatie in het bovengelegen appartement nader beoordeeld en onderzocht. Tijdens ons onderzoek in het bovengelegen appartement werden er renovatiewerkzaamheden uitgevoerd door de wederpartij. Deze renovatiewerkzaamheden vonden met name plaats in het toilet, de badkamer en de keuken, (…). De originele situatie was voor ons derhalve niet meer zichtbaar. Wij sluiten niet uit dat voor aanvang van de renovatie er gebreken aanwezig waren aan het leidingwerk, de riolering, het tegelwerk en de kitnaden in het toilet, de badkamer en de keuken. (…)” en
“Ons inziens zijn de recente vochtproblemen een direct gevolg van de renovatiewerkzaamheden die op dit moment door wederpartij worden uitgevoerd”.
[eiseres] heeft tijdens de zitting gezegd dat de lekkage is opgehouden nadat [gedaagde] alles had gesloopt en verbouwd en de vloer was vernieuwd. Zij heeft tijdens de zitting aangevoerd dat de lekkage veroorzaakt is door de vloer van [gedaagde] : volgens haar was die verrot en zat daar een gat in. Die stelling vindt echter geen onderbouwing in het rapport van TOP Expertise. De kantonrechter verstaat dat de door [eiseres] gestelde oorzaak van de lekkage samengevat erop neerkomt dat er vocht vanuit het appartement van [gedaagde] in het appartement van [eiseres] terecht is gekomen.
2.5.
Vast staat dat [gedaagde] omstreeks februari/maart 2021 – toen TOP Expertise onderzoek deed – bezig was met het (laten) verbouwen van zijn appartement. Hij heeft echter betwist dat die renovatiewerkzaamheden oorzaak zijn van de vochtproblematiek in het appartement van [eiseres] . [gedaagde] vindt dat het rapport onvoldoende duidelijkheid geeft over de oorzaak en de gestelde oorzaak niet onderbouwt. [gedaagde] heeft verder aangevoerd dat het wel voor de hand ligt dat de oorzaak van de lekkage bij [eiseres] is gelegen in een lekke standleiding ter hoogte van zijn appartement, die niet behoort tot zijn appartement en voor het onderhoud waarvan de VvE verantwoordelijk is. [gedaagde] heeft toegelicht dat hij bij het verwijderen van de oude keuken en badkamer in zijn appartement erachter is gekomen dat de standleiding lekte. Vervolgens is in overleg met de VvE de standleiding meteen vervangen in het kader van de renovatie van de keuken en badkamer, aldus [gedaagde] . Hij heeft ter onderbouwing hiervan twee foto’s van de standleiding overgelegd en mailberichten van 23 februari 2021 tussen hem en de VvE. Uit die mailberichten blijkt inderdaad dat [gedaagde] een gat in de standleiding heeft gemeld bij de VvE en dat de VvE toestemming heeft gegeven om een deel van de standleiding te vernieuwen. [gedaagde] stelt dat als de oorzaak van de problematiek een lek in de standleiding is geweest, [gedaagde] daarvoor niet aansprakelijk is; [eiseres] heeft dat niet betwist.
Conclusie: bewijsopdracht
2.6.
De kantonrechter kan op basis van de overgelegde stukken en het gevoerde partijdebat niet vaststellen of [eiseres] gelijk heeft over de oorzaak van de lekkage. Dat is wel cruciaal voor de verdere beoordeling van de eis en de grondslag. [eiseres] heeft de bewijslast van haar stelling dat door vocht afkomstig uit het appartement van [gedaagde] wateroverlast en (water)schade is ontstaan in haar appartement. Zij krijgt daarom een bewijsopdracht. Voor alle duidelijkheid: [eiseres] kan niet aan haar bewijsopdracht voldoen door te bewijzen dat de oorzaak van de problematiek een lek in de standleiding is geweest.
2.7.
Direct nadat [eiseres] bewijs heeft geleverd, mag [gedaagde] (tegen)bewijs leveren. De partijen mogen pas op elkaars bewijs reageren als het leveren van bewijs door beide partijen is afgerond. De kantonrechter beoordeelt daarna of het bewijs geleverd is.
2.8.
De kantonrechter houdt iedere verdere beslissing in deze fase van de procedure aan.

3.De beslissing

De kantonrechter:
3.1.
draagt [eiseres] op om te bewijzen dat vocht afkomstig uit het appartement van [gedaagde] de lekkage c.q. vochtproblematiek heeft veroorzaakt, die eind 2020 is ontstaan in het appartement van [eiseres] ;
schriftelijk bewijs
3.2.
bepaalt dat als [eiseres] schriftelijk bewijs wil leveren dit bewijs uiterlijk een dag voor de rolzitting van
donderdag 12 december 2024 om 11:30in tweevoud moet zijn ontvangen op de rechtbank;
getuigenbewijs
3.3.
bepaalt dat als [eiseres] getuigen wil laten horen, zij uiterlijk een dag voor de rolzitting die hiervoor is genoemd het aantal en de personalia van de getuigen moet opgeven en de verhinderdata van de getuigen en
beidepartijen voor januari, februari en maart 2025;
3.4.
wijst erop dat [eiseres] na het bepalen van een datum en plaats voor het getuigenverhoor zelf de getuigen moet oproepen;
ander bewijs
3.5.
bepaalt dat als [eiseres] op een andere manier bewijs wil leveren, zij uiterlijk een dag voor de rolzitting die hiervoor is genoemd aan de kantonrechter moet laten weten hoe;
3.6.
houdt iedere verdere beslissing aan.
Dit vonnis is gewezen door mr. G.A. Vriezen en in het openbaar uitgesproken.
34286