Uitspraak
RECHTBANK ROTTERDAM
1.[gedaagde 1]
[gedaagde 2],
[gedaagde 3],
[eiser](dan wel:
de verhuurder) en
gedaagdengenoemd. Gedaagde 1 wordt
[gedaagde 1] of de huurdergenoemd.
1.De procedure
- de dagvaarding van 22 oktober 2024 met (akte) producties 1 t/m 6,
- de akte wijziging van eis en akte indienen productie 7,
- de conclusie van antwoord, met producties 1 en 2,
- de spreekaantekeningen van de verhuurder.
2.De feiten
1.3Met huurder is afgesproken dat de 1e verdieping onderverhuurd mag worden. Dit in tegenstelling tot de Algemene bepaling huurovereenkomst.”
2.[…]
Van deze overeenkomst maken deel uit de 'ALGEMENE BEPALINGEN HUUROVEREENKOMST WOONRUIMTE', vastgesteld op 30 juli 2003 en gedeponeerd op 31 juli 2003 bij de griffie van de rechtbank te Den Haag en aldaar ingeschreven onder nummer 74/2003, hierna te noemen ‘Algemene Bepalingen’.
De Algemene Bepalingen zijn van toepassing behoudens voor zover daarvan in deze overeenkomst uitdrukkelijk is afgeweken, of toepassing ervan ten aanzien van het gehuurde niet mogelijk is.”
1.1. Huurder dient het gehuurde - gedurende de gehele duur van de overeenkomst - daadwerkelijk, behoorlijk en zelf te gebruiken uitsluitend overeenkomstig de in de huurovereenkomst aangegeven bestemming en met inachtneming van bestaande beperkte rechten en de van overheidswege, brandweer en de nutsbedrijven gestelde of nog te stellen eisen ten aanzien van het gebruik van het gehuurde.”
1.3. Huurder is - zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van verhuurder - niet bevoegd het gehuurde geheel of gedeeltelijk in huur, onderhuur of gebruik aan derden af te staan, daaronder begrepen het verhuren van kamers en het verlenen van pension of het doen van afstand van huur. Een door of vanwege verhuurder gegeven toestemming is eenmalig en geldt niet voor andere of opvolgende gevallen.
10.5. Indien verhuurder het nodig oordeelt aan het gehuurde of het gebouw of complex waarvan het gehuurde deel uitmaakt op of aan belendingen onderhoud, herstel, vernieuwing of andere werkzaamheden te verrichten of te doen verrichten of indien deze nodig zijn in verband met eisen of maatregelen van de overheid of openbare nutsbedrijven, zal huurder de personen, nodig voor het verrichten van die werkzaamheden in het gehuurde toelaten en die werkzaamheden en het eventuele ongerief gedogen, zonder daarvoor schadevergoeding, vermindering van de betalingsverplichting dan wel ontbinding van de huurovereenkomst te kunnen vorderen. Verhuurder zal omtrent het tijdstip van de uitvoering van de werkzaamheden, tijdig overleg met huurder plegen.”
20.6. Huurder is aan verhuurder een direct opeisbare boete van € 25,00 per kalenderdag verschuldigd voor elke verplichting uit deze overeenkomst met de bijbehorende algemene bepalingen die hij niet nakomt of overtreedt, onverminderd zijn verplichting om alsnog aan die verplichting te voldoen en onverminderd verhuurders overige rechten op schadevergoeding of anderszins. Genoemd bedrag is gebaseerd op hot prijspeil in januari 2003 en wordt met ingang van 1 januari 2004 jaarlijks geïndexeerd.”
Conclusie
3.Het geschil
4.De beoordeling
Met huurder is afgesproken dat de 1e verdieping onderverhuurd mag worden. Dit in tegenstelling tot de Algemene bepaling huurovereenkomst.”. In artikel 1.3 van de Algemene bepalingen staat onder meer:
Huurder is - zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van verhuurder - niet bevoegd het gehuurde geheel of gedeeltelijk in huur, onderhuur of gebruik aan derden af te staan, (…) Een door of vanwege verhuurder gegeven toestemming is eenmalig en geldt niet voor andere of opvolgende gevallen.
- de relatie tussen de huurder en zijn partner is verbroken in maart 2024, waarna zijn partner met de kinderen, met wie de huurder in de woning woonde, naar een andere woning is vertrokken. De huurder heeft hen geholpen met verhuizen.
- de huurder is vervolgens op 7 juni 2024 naar Suriname vertrokken voor vakantie en wegens familieomstandigheden. Pas op 26 augustus 2024 is de huurder weer teruggekomen in Nederland. De huurder legt als bewijs hiervan over de op zijn naam gestelde bevestigingen van de bedrijven die de vliegtickets voor de genoemde data geregeld hebben. Daaruit kan worden opgemaakt dat de huurder met een creditcard € 697,40 heeft betaald voor een vliegreis op 7 juni 2024 van Parijs naar Cayenne, Frans-Guyana, en € 898,28 heeft betaald voor een vlucht op 26 augustus 2024 van Cayenne, Frans-Guyana, naar Parijs.
- tijdens de afwezigheid van de huurder verbleef een vriendin van huurder, gedaagde 2, in de woning omdat zij zelf tijdelijk geen woonruimte had. Momenteel verblijft zij nog altijd in de woning omdat het haar nog niet is gelukt om andere woonruimte te vinden. Huurder woont sinds zijn terugkeer zelf ook weer in de woning en logeert af en toe ergens anders. De vriendin woont gratis in bij de huurder.
het totaalbedrag van de boetes op grond van artikel 1.4 en 20.6 van de algemene bepalingen.” In wezen vordert de verhuurder hiermee een blanco cheque. Dat is in strijd met de rechtszekerheid en vraagt om executieproblemen. Afgezien van het voorgaande geldt dat, gelet op hetgeen de voorzieningenrechter hiervoor heeft overwogen, op dit moment niet aannemelijk is dat de verhuurder een vordering ten aanzien van boetes op [gedaagde 1] heeft.