ECLI:NL:RBROT:2024:11327
Rechtbank Rotterdam
- Verschoning
- Rechtspraak.nl
Toewijzing van een verzoek tot verschoning van een rechter in een civiele procedure
Op 12 september 2024 heeft de Rechtbank Rotterdam een beslissing genomen in een verzoek tot verschoning van mr. D. van Dooren, rechter in de rechtbank Rotterdam, team Kanton. Het verzoek tot verschoning werd ingediend in de civiele procedure tussen twee eisers, [eiser 1] en [eiser 2], en een gedaagde, [gedaagde]. De rechter en één van de eisers zijn bekenden van elkaar, aangezien zij lid zijn geweest van dezelfde studentenvereniging en regelmatig contact met elkaar hebben gehad. Dit contact kan leiden tot de schijn van partijdigheid, wat aanleiding gaf voor de rechter om een verzoek tot verschoning in te dienen.
De rechtbank heeft het verzoek beoordeeld aan de hand van de omstandigheden die door de rechter zijn aangevoerd. Hoewel de rechter subjectief onpartijdig lijkt, is er een objectieve vrees voor partijdigheid gecreëerd door de persoonlijke relatie tussen de rechter en de eiser. De rechtbank oordeelde dat de aangevoerde omstandigheden een zwaarwegende aanwijzing opleveren voor de vrees dat de rechterlijke onpartijdigheid in het geding zou kunnen komen. Daarom heeft de rechtbank het verzoek tot verschoning toegewezen.
De beslissing is genomen door een meervoudige kamer voor verschoningszaken, bestaande uit de voorzitter mr. A.J.P. van Essen en de rechters mr. M. Fiege en mr. J.F. Koekebakker. De beslissing is ondertekend door de voorzitter en de griffier op dezelfde datum als de uitspraak.