ECLI:NL:RBROT:2024:11327

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
12 september 2024
Publicatiedatum
14 november 2024
Zaaknummer
685406 HARK 24-833
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Verschoning
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Toewijzing van een verzoek tot verschoning van een rechter in een civiele procedure

Op 12 september 2024 heeft de Rechtbank Rotterdam een beslissing genomen in een verzoek tot verschoning van mr. D. van Dooren, rechter in de rechtbank Rotterdam, team Kanton. Het verzoek tot verschoning werd ingediend in de civiele procedure tussen twee eisers, [eiser 1] en [eiser 2], en een gedaagde, [gedaagde]. De rechter en één van de eisers zijn bekenden van elkaar, aangezien zij lid zijn geweest van dezelfde studentenvereniging en regelmatig contact met elkaar hebben gehad. Dit contact kan leiden tot de schijn van partijdigheid, wat aanleiding gaf voor de rechter om een verzoek tot verschoning in te dienen.

De rechtbank heeft het verzoek beoordeeld aan de hand van de omstandigheden die door de rechter zijn aangevoerd. Hoewel de rechter subjectief onpartijdig lijkt, is er een objectieve vrees voor partijdigheid gecreëerd door de persoonlijke relatie tussen de rechter en de eiser. De rechtbank oordeelde dat de aangevoerde omstandigheden een zwaarwegende aanwijzing opleveren voor de vrees dat de rechterlijke onpartijdigheid in het geding zou kunnen komen. Daarom heeft de rechtbank het verzoek tot verschoning toegewezen.

De beslissing is genomen door een meervoudige kamer voor verschoningszaken, bestaande uit de voorzitter mr. A.J.P. van Essen en de rechters mr. M. Fiege en mr. J.F. Koekebakker. De beslissing is ondertekend door de voorzitter en de griffier op dezelfde datum als de uitspraak.

Uitspraak

beslissing
RECHTBANK ROTTERDAM
Meervoudige kamer voor verschoningszaken Zaaknummer / rekestnummer: 685406 HARK 24-833
Beslissing van 12 september 2024
op het verzoek van:
mr. D. van Dooren
rechter in de rechtbank Rotterdam, team Kanton (hierna: de rechter), ertoe strekkende zich te mogen verschonen in de zaak van:
[eiser 1] en [eiser 2]
beiden wonende te Rotterdam, eisers,
advocaat mr. M.J. Goedhart, tegen
[gedaagde],
wonende te Dordrecht, gedaagde,
gemachtigde mr. I.M. de Groot.

1.Het procesverloop en de processtukken

1.1.
Bij de rechter is in behandeling de zaak tussen eisers en gedaagde met kenmerk 11078710 CV EXPL 24-2031.
1.2.
Op donderdag 5 september 2024 heeft de rechter een schriftelijk verzoek tot verschoning gedaan.
1.3.
Aan de verschoningskamer is ter beschikking gesteld het dossier van de hiervoor genoemde zaak.

2.Het verzoek

2.1.
De rechter heeft haar verzoek om verschoning als volgt toegelicht.
2.2.
De rechter en één van de twee eisers zijn bekenden van elkaar. Zo zijn eiser en de rechter lid geweest van dezelfde studentenvereniging en hebben zij destijds regelmatig contact met elkaar gehad. Tegenwoordig worden jaarlijks meerdere activiteiten op kleine schaal georganiseerd voor oud-leden van deze studentenvereniging waar eiser en de rechter
elkaar (kunnen) treffen. Door deze omstandigheden zou de schijn van partijdigheid kunnen worden gewekt.

3.De beoordeling

3.1.
Verschoning is een middel ter verzekering van de onpartijdigheid van de rechter. Voorop dient te staan dat een rechter uit hoofde van zijn aanstelling moet worden vermoed onpartijdig te zijn, tenzij zich uitzonderlijke omstandigheden voordoen die zwaarwegende aanwijzingen opleveren voor het oordeel dat een rechter jegens een partij een vooringenomenheid koestert, althans dat de bij deze partij dienaangaande bestaande vrees objectief gerechtvaardigd is.
3.2.
Aan de door de rechter aangevoerde omstandigheden valt geen aanwijzing te ontlenen voor het oordeel dat de rechter - subjectief - niet onpartijdig is.
3.3.
Te onderzoeken staat vervolgens of de aangevoerde omstandigheden niettemin een zwaarwegende aanwijzing opleveren voor het oordeel dat de vrees dat de rechterlijke onpartijdigheid schade zou kunnen lijden - objectief - gerechtvaardigd is.
3.4.
De door de rechter aangevoerde omstandigheden, in samenhang met het gegeven dat de rechter daarin aanleiding heeft gevonden zelf een verzoek in te dienen zich te mogen verschonen van de verdere behandeling van de zaak, leveren naar het oordeel van de rechtbank een zwaarwegende aanwijzing als hiervoor onder 3.3 bedoeld op.
3.5.
Het verzoek wordt om deze reden toegewezen.

4.De beslissing

De rechtbank:
wijst het verzoek van mr. D. van Dooren toe om zich in de civielrechtelijke procedure van [eiser 1] en [eiser 2] als eisers tegen [gedaagde] als gedaagde met kenmerk 11078710 CV EXPL 24-2031 te mogen verschonen.
Deze beslissing is gegeven door mr. A.J.P. van Essen voorzitter, mr. M. Fiege en mr. J.F. Koekebakker rechters en door de voorzitter en de griffier ondertekend op 12 september 2024.