ECLI:NL:RBROT:2024:1132

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
16 februari 2024
Publicatiedatum
19 februari 2024
Zaaknummer
10789830 CV EXPL 23-29902
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Ontbinding van huurovereenkomst wegens huurachterstanden met ontruimingseis

In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Rotterdam op 16 februari 2024 uitspraak gedaan in een geschil tussen de Woningbouwvereniging Hoek van Holland en [gedaagde01], die zelf procedeert. De Woningbouwvereniging heeft de ontbinding van de huurovereenkomst geëist vanwege aanzienlijke huurachterstanden. De gedaagde, die sinds 1994 in de woning woont, heeft een huurachterstand van € 2.990,41 opgebouwd tot en met februari 2024. De kantonrechter heeft vastgesteld dat de gedaagde niet tijdig de huur heeft betaald, wat in strijd is met de verplichtingen uit de huurovereenkomst. De Woningbouwvereniging heeft ook incassokosten van € 235,98 en rente gevorderd, welke door de kantonrechter zijn toegewezen.

De kantonrechter heeft de huurovereenkomst ontbonden en de gedaagde veroordeeld om binnen veertien dagen de woning te ontruimen. De rechter heeft rekening gehouden met de persoonlijke omstandigheden van de gedaagde, waaronder het feit dat zij twee meerderjarige kinderen heeft en dat zij sinds medio 2017 regelmatig te laat heeft betaald. Ondanks haar verzoek om een betalingsregeling, heeft de gedaagde niet aangetoond dat zij in staat is om de huurachterstand op korte termijn af te lossen.

De Woningbouwvereniging heeft tijdens de mondelinge behandeling aangegeven bereid te zijn om de uitvoering van het vonnis op te schorten, mits de gedaagde uiterlijk 1 maart 2024 een acceptabel voorstel voor een betalingsregeling indient. De kantonrechter heeft de proceskosten aan de gedaagde opgelegd, die in totaal € 1.211,85 bedragen. Dit vonnis is uitvoerbaar bij voorraad verklaard, wat betekent dat de Woningbouwvereniging het vonnis kan uitvoeren voordat het onherroepelijk is.

Uitspraak

RECHTBANK ROTTERDAM

locatie Rotterdam
zaaknummer: 10789830 CV EXPL 23-29902
datum uitspraak: 16 februari 2024
Vonnis van de kantonrechter
in de zaak van
Woningbouwvereniging Hoek van Holland,
vestigingsplaats: Hoek van Holland, gemeente Rotterdam,
eiseres,
gemachtigde: Flanderijn,
tegen
[gedaagde01],
woonplaats: Hoek van Holland, gemeente Rotterdam,
gedaagde,
die zelf procedeert.
De partijen worden hierna ‘de Woningbouwvereniging’ en ‘ [gedaagde01] ’ genoemd.

1.De procedure

1.1.
Het dossier bestaat uit de volgende processtukken:
  • de dagvaarding van 24 oktober 2023, met bijlagen;
  • de aantekeningen van het mondelinge antwoord;
  • de akte van de Woningbouwvereniging van 5 januari 2024, met bijlagen.
1.2.
Op 18 januari 2024 is de zaak tijdens een mondelinge behandeling besproken met [naam01] van Flanderijn namens de Woningbouwvereniging en [gedaagde01] .

2.De beoordeling

Waar gaat de zaak over?
2.1.
Deze zaak gaat over de woning aan de [adres01] in Hoek van Holland, die [gedaagde01] huurt van de Woningbouwvereniging. De Woningbouwvereniging stelt dat [gedaagde01] een flinke huurachterstand heeft laten ontstaan die ontbinding van de huurovereenkomst rechtvaardigt. De Woningbouwvereniging eist dat de huurovereenkomst wordt ontbonden, dat [gedaagde01] wordt veroordeeld de woning te ontruimen en de huurachterstand te betalen met rente en kosten en (een bedrag gelijk aan) de huur per maand totdat de woning is ontruimd. [gedaagde01] is het daar niet mee eens. Zij brengt naar voren dat ze meteen een boete moet betalen als ze de huur niet voor de eerste dag van de maand betaalt, maar dat ze wel altijd elke maand de huur betaalt.
De kantonrechter geeft de Woningbouwvereniging gelijk en wijst de eis grotendeels toe.
Huurachterstand
2.2.
[gedaagde01] moet € 2.990,41 aan huurachterstand betalen, berekend tot en met februari 2024. Alles wat [gedaagde01] heeft betaald is in dit bedrag verwerkt en daarbij zitten dus ook geen boetebedragen, zoals [gedaagde01] denkt. Tijdens de zitting is afgesproken dat de betaling van [gedaagde01] van 5 januari 2024 wordt toegerekend aan de huur voor februari 2024. [gedaagde01] moet de eerstvolgende huurbetaling dan (pas) vóór 1 maart 2024 te doen, zodat zij vanaf nu met haar vierwekelijks loon voortaan op tijd (dus vóór elke eerste van de maand) de huur kan blijven voldoen.
Incassokosten en rente
2.3.
De incassokosten van € 235,98 worden toegewezen, omdat aan alle voorwaarden is voldaan om deze kosten vergoed te krijgen (artikel 6:96 BW). Ook de rente wordt toegewezen, omdat de Woningbouwvereniging genoeg heeft gesteld waaruit volgt dat deze moet worden betaald en [gedaagde01] dat niet heeft betwist.
Ontbinding huurovereenkomst en ontruiming woning
2.4.
De huurovereenkomst wordt ontbonden, omdat [gedaagde01] verplicht is de huur op tijd te betalen en dat niet heeft gedaan (artikel 6:265 BW). De huurachterstand is ernstig genoeg om de huurovereenkomst te beëindigen. Dat is meestal zo bij een huurachterstand van meer dan drie maanden, maar de kantonrechter moet alle omstandigheden afwegen. [1] De kantonrechter heeft rekening gehouden met de volgende omstandigheden, die volgen uit de processtukken en hetgeen tijdens de zitting is besproken.
[gedaagde01] woont sinds 1994 in de woning. Er wonen twee meerderjarige kinderen bij haar. [gedaagde01] heeft een zwaarwegend belang bij het behoud van haar woning, terwijl de Woningbouwvereniging groot belang heeft bij een huurder die de huur volledig en op tijd betaalt. [gedaagde01] heeft de huur (in ieder geval) vanaf medio 2017 bijna altijd te laat betaald (niet vóór de eerste van de maand) en is daar ook meerdere keren over aangeschreven door de verhuurder. Vanaf medio 2017 is er bijna altijd een kleine huurachterstand geweest, die inmiddels is opgelopen tot een bedrag dat overeenkomt met ruim vijf maanden huur. De Woningbouwvereniging heeft in juli 2023 de toen bestaande huurachterstand en de contactgegevens van [gedaagde01] doorgegeven aan de gemeente in het kader van schuldhulpverlening, maar [gedaagde01] zegt geen hulp van de gemeente te willen bij het oplossen van haar schulden. Zij heeft tijdens de mondelinge behandeling gezegd dat ze bezig is met haar werkgever om te kijken naar mogelijkheden om haar schulden op te lossen. [gedaagde01] heeft echter tijdens deze rechtszaak niet laten zien dat zij op korte termijn de huurachterstand zou kunnen aflossen en de lopende huur op tijd kan betalen.
2.5.
[gedaagde01] moet de woning met al haar spullen en medebewoners verlaten, omdat de huurovereenkomst is ontbonden. Zij moet binnen veertien dagen na de datum van dit vonnis de woning verlaten. Tot en met de dag van de ontruiming moet [gedaagde01] een bedrag aan huur dan wel gebruiksvergoeding van € 530,49 per maand betalen (artikel 7:225 BW).
Toezegging verhuurder; alsnog een betalingsregeling?
2.6.
Tijdens de mondelinge behandeling heeft [gedaagde01] gezegd dat zij met haar werkgever bezig is met een oplossing voor haar schulden en dus ook voor de huurachterstand. De Woningbouwvereniging heeft tijdens de mondeling behandeling toegezegd dat zij dit vonnis niet ten uitvoer zal leggen als [gedaagde01] met behulp van haar werkgever uiterlijk 1 maart 2024 een concreet en acceptabel voorstel doet om de huurachterstand en kosten af te lossen, die betalingsregeling goed nakomt en de lopende huur op tijd betaalt. [gedaagde01] doet er dus goed aan om zo snel mogelijk met haar werkgever een voorstel voor een betalingsregeling te maken en die tijdig voor te leggen aan de gemachtigde van de Woningbouwvereniging.
Proceskosten
2.7.
[gedaagde01] moet de proceskosten betalen, omdat zij voor het grootste deel ongelijk krijgt (artikel 237 Rv). De kantonrechter begroot deze kosten aan de kant van de Woningbouwvereniging op € 129,85 aan dagvaardingskosten, € 487,00 aan griffierecht, € 476,00 aan salaris voor de gemachtigde (2 punten x € 238,00) en € 119,00 aan nakosten. Dat is in totaal € 1.211,85. Hier kan nog een bedrag bijkomen als dit vonnis wordt betekend.
Uitvoerbaarheid bij voorraad
2.8.
Dit vonnis wordt uitvoerbaar bij voorraad verklaard (artikel 233 Rv).

3.De beslissing

De kantonrechter:
3.1.
veroordeelt [gedaagde01] om aan de Woningbouwverenging te betalen € 2.990,41 aan huurachterstand berekend tot en met februari 2024, met de wettelijke rente zoals bedoeld in artikel 6:119 BW over de hoofdsom die na iedere wijziging vanaf 24 oktober 2023 heeft opengestaan tot de dag dat volledig is betaald;
3.2.
ontbindt de huurovereenkomst tussen partijen en veroordeelt [gedaagde01] om binnen 14 dagen na de datum van dit vonnis de woning aan de [adres01] in Hoek van Holland te ontruimen met alle personen en zaken die zich daar vanwege [gedaagde01] bevinden en het gehuurde met alle sleutels ter beschikking van de Woningbouwvereniging te stellen;
3.3.
veroordeelt [gedaagde01] om vanaf maart 2024 tot en met de dag waarop de ontruiming plaatsvindt aan de Woningbouwvereniging te betalen € 530,46 per maand met de verhoging die is toegestaan;
3.4.
veroordeelt [gedaagde01] om aan de Woningbouwverenging te betalen € 235,98 aan incassokosten;
3.5.
veroordeelt [gedaagde01] in de proceskosten, die aan de kant van de Woningbouwvereniging worden begroot op € 1.211,85;
3.6.
verklaart dit vonnis uitvoerbaar bij voorraad;
3.7.
wijst al het andere af.
Dit vonnis is gewezen door mr. M.C. van der Kolk en in het openbaar uitgesproken.
34286

Voetnoten

1.Hoge Raad 28 september 2018, ECLI:NL:HR:2018:1810.