4.1.Bewezenverklaring
In bijlage II heeft de rechtbank de inhoud van wettige bewijsmiddelen opgenomen, houdende voor de bewezenverklaring redengevende feiten en omstandigheden. Op grond daarvan, en op grond van de redengevende inhoud van het voorgaande, is wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte het ten laste gelegde heeft begaan op die wijze dat:
In de zaak met parketnummer 83/088283-22
2.
Zij,
inde periode van 1 januari 2020 tot en met 1 februari 2023 te
's-Gravenhage en Nieuwersluis, heeft deelgenomen aan een organisatie, bestaande uit een samenwerkingsverband van natuurlijke personen en rechtspersonen, te weten verdachte, en [medeverdachte 2] en [medeverdachte 3] en [naam bedrijf 3] en [medeverdachte 1] , en [persoon A] en [persoon B] ,
welke organisatie tot oogmerk had het plegen van misdrijven, te weten de misdrijven omschreven in:
- artikel 420bis/ter Wetboek van Strafrecht ((gewoonte)witwassen);
- artikel 225 Wetboek van Strafrecht (valsheid in geschrifte);
- artikel 285a Wetboek van Strafrecht (beïnvloeden getuigen).
3.
Zij, in de periode van 1 januari 2020
tot en met 1 februari 2023, te ’s-Gravenhage, tezamen en in vereniging met anderen, meermalen,
geschriften (bedrijfsadministratie) telkens opzettelijk valselijk heeft opgemaakt, hebbende genoemde rechtspersoon en haar mededaders toen en daar opzettelijk in de bedrijfsadministratie van [verdachte rechtspersoon] , zijnde een samenstel van geschriften bestemd om tot bewijs van het daarin vermelde te dienen, valse facturen ten name van [verdachte rechtspersoon] en/of [naam bedrijf 2] . gericht aan:
- [naam bedrijf 4] d.d. 14 augustus 2020 ; en
- [naam bedrijf 5] d.d 14 november 2020 ; en
- [naam bedrijf 6] d.d. 30 september 2021 ; en
- [naam bedrijf 7] d.d. 16 juni 2021 ; en
- [naam bedrijf 8] . d.d. 27 september 2022 ; en
- [naam bedrijf 9] d.d. 26 september 2022 ; en
- [naam bedrijf 10] . d.d. 27 februari 2022 ; en
- [naam bedrijf 11] d.d. 30 april 2020 t/m 19 juni 2020 ,
elk zijnde geschriften die bestemd waren om tot bewijs van enig feit te dienen, opgenomen, bestaande die valsheden telkens hierin - zakelijk weergegeven - dat op die facturen werd voorgedaan dat [verdachte rechtspersoon] of [naam bedrijf 2] . werkzaamheden heeft verricht terwijl in werkelijkheid die werkzaamheden niet hebben plaatsgevonden,
zulks telkens met het oogmerk om die geschriften als echt en onvervalst te gebruiken of door anderen te doen gebruiken.
In de zaak met parketnummer 83/071938-24
1.
Zij, in de periode van 1 januari 2020
tot en met 1 februari 2023, te ’s-Gravenhage en Nieuwersluis en elders in Nederland en Turkije en Spanje, tezamen en in vereniging met anderen, meermalen,
van één of meer voorwerpen, te weten:
geldbedragen en een hoeveelheid bitcoins, de herkomst heeft verhuld en heeft verhuld wie de rechthebbende(n) op die geldbedragen zijn, en
heeft verworven en voorhanden heeft gehad en heeft overgedragen en heeft omgezet, en daarvan gebruik heeft gemaakt,
terwijl zij, verdachte, en haar mededaders wisten dat die geldbedragen - onmiddellijk of middellijk - afkomstig waren uit enig misdrijf,
terwijl zij, verdachte, en haar mededaders, van het plegen van witwassen een gewoonte hebben gemaakt.
Hetgeen meer of anders is ten laste gelegd is niet bewezen. De verdachte moet daarvan worden vrijgesproken.