In deze zaak vordert eiser, die in dienst is geweest bij Archer Daniels Midland Europoort B.V. (ADM), dat ADM een indexatie op basis van de prijsindex faciliteert en financiert voor zijn pensioenuitkering. Eiser heeft van 1 januari 1992 tot 4 augustus 2020 bij ADM gewerkt en nam deel aan de pensioenregeling die tot 1 januari 2013 bij Zwitserleven was ondergebracht. Sinds 1 april 2019 ontvangt hij een pensioenuitkering van Zwitserleven. Eiser stelt dat ADM op grond van het addendum bij de cao en het pensioenreglement gehouden is tot het faciliteren van de indexatie van zijn pensioenaanspraken. ADM betwist deze vordering en stelt dat eiser geen recht heeft op een onvoorwaardelijke indexatie.
Tijdens de zitting op 2 juli 2024 heeft eiser verduidelijkt dat hij niet een onvoorwaardelijke indexatie vordert, maar dat hij wil dat ADM jaarlijks een afweging maakt over de indexatie, zoals voor 2013. De kantonrechter heeft geoordeeld dat de vorderingen van eiser niet toewijsbaar zijn. De vordering om voor recht te verklaren dat ADM gehouden is tot indexatie kan niet worden toegewezen, omdat eiser slechts een voorwaardelijk recht op indexatie heeft. Ook de vordering om ADM te veroordelen tot nakoming van de voorwaardelijke indexatieafspraak is afgewezen, omdat eiser geen belang heeft bij deze vordering.
De kantonrechter heeft verder overwogen dat ADM discretionaire bevoegdheid heeft om te beslissen over de indexatie en dat er geen verplichting is om deze financieel mogelijk te maken. Eiser moet de proceskosten betalen, omdat hij ongelijk krijgt. Het vonnis is uitvoerbaar bij voorraad verklaard, wat betekent dat het onmiddellijk kan worden uitgevoerd, ook als er hoger beroep wordt ingesteld.