ECLI:NL:RBROT:2024:11262

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
18 oktober 2024
Publicatiedatum
13 november 2024
Zaaknummer
10830523 CV EXPL 23-32642
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Arbeidsrecht
Procedures
  • Beschikking
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vordering tot nakoming van indexatieregeling in pensioenovereenkomst

In deze zaak vordert eiser, die in dienst is geweest bij Archer Daniels Midland Europoort B.V. (ADM), dat ADM een indexatie op basis van de prijsindex faciliteert en financiert voor zijn pensioenuitkering. Eiser heeft van 1 januari 1992 tot 4 augustus 2020 bij ADM gewerkt en nam deel aan de pensioenregeling die tot 1 januari 2013 bij Zwitserleven was ondergebracht. Sinds 1 april 2019 ontvangt hij een pensioenuitkering van Zwitserleven. Eiser stelt dat ADM op grond van het addendum bij de cao en het pensioenreglement gehouden is tot het faciliteren van de indexatie van zijn pensioenaanspraken. ADM betwist deze vordering en stelt dat eiser geen recht heeft op een onvoorwaardelijke indexatie.

Tijdens de zitting op 2 juli 2024 heeft eiser verduidelijkt dat hij niet een onvoorwaardelijke indexatie vordert, maar dat hij wil dat ADM jaarlijks een afweging maakt over de indexatie, zoals voor 2013. De kantonrechter heeft geoordeeld dat de vorderingen van eiser niet toewijsbaar zijn. De vordering om voor recht te verklaren dat ADM gehouden is tot indexatie kan niet worden toegewezen, omdat eiser slechts een voorwaardelijk recht op indexatie heeft. Ook de vordering om ADM te veroordelen tot nakoming van de voorwaardelijke indexatieafspraak is afgewezen, omdat eiser geen belang heeft bij deze vordering.

De kantonrechter heeft verder overwogen dat ADM discretionaire bevoegdheid heeft om te beslissen over de indexatie en dat er geen verplichting is om deze financieel mogelijk te maken. Eiser moet de proceskosten betalen, omdat hij ongelijk krijgt. Het vonnis is uitvoerbaar bij voorraad verklaard, wat betekent dat het onmiddellijk kan worden uitgevoerd, ook als er hoger beroep wordt ingesteld.

Uitspraak

RECHTBANK ROTTERDAM

locatie Rotterdam
zaaknummer: 10830523 CV EXPL 23-32642
datum uitspraak: 18 oktober 2024
Vonnis van de kantonrechter
in de zaak van
[eiser],
woonplaats: [plaatsnaam] ,
eiser,
gemachtigde: mr. M.R.V.L. Kicken (DAS Rechtsbijstand),
tegen
ARCHER DANIELS MIDLAND EUROPOORT B.V. ,
vestigingsplaats: Rotterdam,
gedaagde,
gemachtigde: mr. J.D.J. Kokje.
De partijen worden hierna ‘ [eiser] ’ en ‘ADM’ genoemd.

1.De procedure

1.1.
Het dossier bestaat uit de volgende processtukken:
  • de dagvaarding van 26 november 2023, met bijlagen;
  • het antwoord, met bijlagen;
  • de spreekaantekeningen van de beide gemachtigden.
1.2.
Op 2 juli 2024 is de zaak tijdens een zitting besproken. Daarbij waren aanwezig:
  • [eiser] en zijn echtgenote, met de gemachtigde;
  • namens ADM: [naam 1] , pensioenjurist en [naam 2] , HR manager, met de gemachtigde.

2.De beoordeling

Wat is de kern?
2.1.
[eiser] is bij ADM in dienst geweest en nam deel aan de pensioenregeling van ADM die tot 1 januari 2013 was ondergebracht bij Zwitserleven. Sinds 1 april 2019 ontvangt [eiser] een pensioenuitkering van Zwitserleven. [eiser] eist dat ADM een indexatie op basis van de prijsindex faciliteert en financiert, althans de voorwaardelijke indexatie afspraak nakomt, faciliteert en financiert. ADM is het met de eis niet eens. [eiser] krijgt ongelijk. Hierna wordt uitgelegd waarop deze beslissing is gebaseerd.
Wat is er gebeurd?
2.2.
[eiser] was van 1 januari 1992 tot 4 augustus 2020 in dienst bij ADM. Hij nam deel aan de pensioenregeling van ADM. Die pensioenregeling is neergelegd in het Pensioenreglement B van 21 september 2009 van Archer Daniels Midland Europoort B.V. [1] ADM had deze pensioenregeling tot 1 januari 2013 ondergebracht bij Zwitserleven. Per 1 januari 2013 heeft ADM de uitvoeringsovereenkomst met Zwitserleven beëindigd. Per die datum is de pensioenregeling gewijzigd en ondergebracht bij de Stichting Pensioenfonds voor de Grafische bedrijven (PGB).
2.3.
De opgebouwde pensioenrechten van de medewerkers zijn bij de overstap achtergebleven bij Zwitserleven. Er heeft geen waardeoverdracht plaatsgevonden naar PGB. In verband met de overgang van de pensioenregeling naar PGB is een addendum op de cao van ADM [2] overeengekomen. Daarin is afgesproken dat de pensioenaanspraken van actieve deelnemers (waaronder op dat moment [eiser] ) jaarlijks met 2% worden geïndexeerd en dat de opgebouwde pensioenrechten van inactieven (gepensioneerden en slapers) worden geïndexeerd conform de geldende regeling van voorwaardelijke indexatie bij de oude en toekomstige uitvoerder, Zwitserleven..
Wat vordert [eiser] ?
2.4.
In de dagvaarding heeft [eiser] een verklaring voor recht gevorderd dat ADM op grond van het addendum bij de cao, het pensioenreglement én artikel 7:611BW gehouden is tot het faciliteren van de indexatie/toeslagverlening van de tot 1 januari 2013 opgebouwde en ingegane pensioenaanspraken bij Zwitserleven conform en gelijk aan de prijsindex. Ook vordert [eiser] dat ADM wordt veroordeeld tot nakoming, facilitering én financiering van deze indexatie met terugwerkende kracht tot 1 april 2019.
2.5.
Op de zitting heeft [eiser] uitgelegd dat hij niet zozeer heeft bedoeld te vorderen dat ADM een onvoorwaardelijke indexatie moet faciliteren en financieren. Hij erkent dat hij alleen een voorwaardelijk recht heeft op indexatie. [eiser] heeft toegelicht dat zijn vordering zo moet worden begrepen dat hij wil dat ADM de pensioenregeling nakomt door elk jaar een afweging te maken om wel of geen indexatie te verlenen, zoals zij dat ook vóór 2013 deed. [eiser] wil inzicht in die afweging. De kantonrechter begrijpt de vordering van [eiser] zo dat hij nakoming van de voorwaardelijke indexatieafspraak vordert.
De vorderingen worden afgewezen
2.6.
De vorderingen van [eiser] worden afgewezen. Hierna wordt uitgelegd waarop deze beslissing is gebaseerd.
2.7.
De vordering van [eiser] om voor recht te verklaren dat ADM gehouden is een indexatie gelijk aan de prijsindex te faciliteren en te financieren, kan niet worden toegewezen. Toewijzing van die vordering zou er namelijk toe leiden dat [eiser] een onvoorwaardelijke indexatie krijgt. Daar heeft hij geen recht op. Partijen zijn het er over eens dat [eiser] op grond van de pensioenregeling alleen een voorwaardelijk recht op indexatie heeft.
2.8.
Ook de vordering om ADM te veroordelen om de voorwaardelijke indexatieafspraak na te komen, te faciliteren en te financieren, is niet toewijsbaar. [eiser] heeft namelijk geen belang bij die vordering.
2.9.
De pensioenregeling van ADM bepaalt dat aan slapers en pensioengerechtigden indexatie wordt verleend van maximaal de prijsindex, maar dat ADM beslist in hoeverre die indexatie wordt verleend. Of er wordt geïndexeerd en zo ja, hoeveel, hangt af van een beslissing van ADM. Uit de pensioenregeling volgt niet van welke factoren een besluit van ADM afhangt en ook niet dat ADM onder bepaalde omstandigheden verplicht is indexatie financieel mogelijk te maken. Zij heeft daartoe een discretionaire bevoegdheid. Dat volgt ook uit de wijze waarop in het verleden uitvoering is gegeven aan de pensioenregeling. Weliswaar heeft ADM voordat de pensioenregeling werd ondergebracht bij PGB in meerdere jaren indexatie verleend, maar er zijn ook jaren geweest waarin zij besloot dat niet te doen. Zij heeft daar elk jaar een besluit over genomen.
2.10.
Als ADM wordt veroordeeld om de voorwaardelijke indexatieafspraak na te komen, dan betekent dat dus niet meer dan dat ADM elk jaar een beslissing zal moeten nemen over wel of niet indexeren en, als zij besluit te indexeren, hiervoor een financiële bijdrage te betalen. ADM heeft uitgelegd dat zij de beslissing om wel of niet te indexeren elk jaar maakt en dat zij dat ook zal blijven doen. ADM heeft uitgelegd dat zij die afweging maakt op basis van de beschikbare financiële middelen. ADM heeft op de zitting verklaard dat zij niet kan zeggen wanneer er weer wordt geïndexeerd, maar dat het niet zo is dat zij op voorhand heeft besloten in de toekomst niet meer te indexeren. De kantonrechter gaat er vanuit dat ADM er als goed ex-werkgever naar zal streven de indexatie-ambitie voor de pensioenen van slapers en pensioengerechtigden, als de beschikbare middelen dit toelaten te realiseren. Er is na de opzegging van de uitvoeringsovereenkomst met Zwitserleven sprake van een duidelijke kentering. Voorheen werd meestal geïndexeerd, nadien (en dat is nu al meer dan tien jaar) in het geheel niet meer. In dit verband vindt de kantonrechter dat van ADM als goed ex-werkgever verlangd mag worden - meer dan tot noch toe is gebeurd - jegens haar ex-werknemers toe te lichten waarom zij sinds het beëindigen van de uitvoeringsovereenkomst met Zwitserleven in 2013 de pensioenen niet meer heeft geïndexeerd omdat anders de indruk ontstaat dat zij deze in de kou laat staan.
[eiser] moet de proceskosten betalen
2.11.
[eiser] moet de proceskosten betalen, omdat hij ongelijk krijgt (artikel 237 Rv). De kantonrechter begroot deze kosten aan de kant van ADM € 678,- aan salaris voor de gemachtigde (2 punten x € 339,-) en € 135,- aan nakosten. Dat is in totaal € 813,-. Hier kan nog een bedrag bij komen als dit vonnis wordt betekend.
Dit vonnis is uitvoerbaar bij voorraad
2.12.
Dit vonnis wordt uitvoerbaar bij voorraad verklaard, omdat ADM dat heeft gevraagd en [eiser] daar geen bezwaar tegen heeft gemaakt (artikel 233 Rv). Dat betekent dat het vonnis meteen mag worden uitgevoerd, ook als één van de partijen aan een hogere rechter vraagt om de zaak opnieuw te beoordelen.

3.De beslissing

De kantonrechter:
3.1.
veroordeelt [eiser] in de proceskosten, die aan de kant van ADM worden begroot op € 678,-;
3.2.
verklaart dit vonnis uitvoerbaar bij voorraad;
3.3.
wijst al het andere af.
Dit vonnis is gewezen door mr. S.H. Poiesz en in het openbaar uitgesproken.
34650

Voetnoten

1.Zie productie 5 bij dagvaarding
2.Zie productie 3 bij dagvaarding: Cao ADM Europoort 1 juli 2013 -1 juli 2015 Appendix VI