In deze beschikking van de kinderrechter van de Rechtbank Rotterdam, gedateerd 22 augustus 2024, wordt een verzoek behandeld van de Raad voor de Kinderbescherming Rotterdam-Dordrecht tot ondertoezichtstelling en machtiging tot uithuisplaatsing van een minderjarige, geboren in 2008. De kinderrechter heeft de moeder, die belast is met het ouderlijk gezag, als belanghebbende aangemerkt. Tijdens de mondelinge behandeling, die op dezelfde datum plaatsvond, waren de moeder, haar advocaat mr. R. Feiner, en vertegenwoordigers van de Raad en de gecertificeerde instelling Jeugdbescherming Rotterdam Rijnmond aanwezig.
De Raad heeft verzocht om de ondertoezichtstelling van de minderjarige voor de duur van een jaar, evenals een machtiging tot uithuisplaatsing in een accommodatie van een jeugdhulpaanbieder. De kinderrechter heeft vastgesteld dat de minderjarige ernstige ontwikkelingsproblemen vertoont, waaronder LVB, ADHD en kenmerken van PTSS, en dat de thuissituatie bij de moeder problematisch is door frequente conflicten en fysieke agressie. De moeder heeft aangegeven dat zij niet langer in staat is om de zorg voor de minderjarige te dragen en heeft ingestemd met het verzoek van de Raad.
De kinderrechter oordeelt dat de wettelijke criteria voor ondertoezichtstelling zijn vervuld en dat de machtiging tot uithuisplaatsing noodzakelijk is voor de verzorging en opvoeding van de minderjarige. De kinderrechter heeft de minderjarige onder toezicht gesteld van de gecertificeerde instelling Jeugdbescherming Rotterdam Rijnmond en een machtiging tot uithuisplaatsing verleend, beide met ingang van 22 augustus 2024 tot 22 augustus 2025. De beschikking is uitvoerbaar bij voorraad verklaard, en hoger beroep kan worden ingesteld binnen drie maanden na de uitspraak.