Uitspraak
RECHTBANK ROTTERDAM
1.De procedure
- de dagvaarding van 14 juni 2024, met bijlagen;
- het antwoord, met bijlagen;
- de brief van Wooncompas van 27 september 2024, met een bijlage.
Rechtbank Rotterdam
In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Rotterdam op 8 november 2024 uitspraak gedaan in een geschil tussen [eiseres], een huurder, en Stichting Wooncompas, haar verhuurder. [Eiseres] stelde dat er gebreken in de woning waren, waaronder ernstige schimmelvorming en onvoldoende ventilatiemogelijkheden, en vorderde een schadevergoeding van € 10.160,93. Wooncompas betwistte de claims en stelde dat er geen gebreken waren. Tijdens de zitting op 9 oktober 2024 was [eiseres] aanwezig met haar gemachtigde en een begeleidster, terwijl Wooncompas vertegenwoordigd was door haar gemachtigde en enkele medewerkers.
De kantonrechter oordeelde dat [eiseres] onvoldoende bewijs had geleverd voor de gestelde gebreken. De claims over schimmelvorming, optrekkend vocht en hoge luchtvochtigheid werden niet onderbouwd met concrete gegevens of foto's. De kantonrechter concludeerde dat de door [eiseres] genoemde punten niet kwalificeerden als gebreken in de zin van artikel 7:204 BW. Bovendien werd opgemerkt dat de verhoogde luchtvochtigheid mogelijk het gevolg was van het gedrag van [eiseres] zelf, aangezien zij met 11 personen in de woning woonde.
Uiteindelijk wees de kantonrechter alle eisen van [eiseres] af en veroordeelde haar in de proceskosten, die op € 947,- werden begroot. De proceskostenveroordeling werd uitvoerbaar bij voorraad verklaard, wat betekent dat Wooncompas de kosten direct kon vorderen, ook als [eiseres] in hoger beroep zou gaan. De kantonrechter adviseerde [eiseres] om gebruik te maken van het aanbod van Wooncompas om voorlichting te geven over ventilatie, aangezien dit mogelijk een oplossing voor haar problemen zou kunnen bieden.