Uitspraak
Rechtbank Rotterdam
1.Onderzoek op de terechtzitting
2.Tenlastelegging
3.Eis officier van justitie
- bewezenverklaring van het ten laste gelegde;
- veroordeling van de verdachte tot een gevangenisstraf van 8 maanden met aftrek van voorarrest, waarvan 4 maanden voorwaardelijk, met een proeftijd van twee jaar en daaraan gekoppeld de bijzondere voorwaarden die de reclassering heeft geadviseerd in het rapport van 18 oktober 2024.
4.Waardering van het bewijs
hij, op 17 juli 2024 te Rotterdam, een wapen als bedoeld in art. 2 lid 1 Categorie III onder 1º van de Wet wapens en munitie, te weten een vuurwapen in de zin van artikel 1, onder 3º van die wet in de vorm van een pistool van het merk Zoraki model M906, kaliber 7.65mm (.32 Auto) en voor dat wapen geschikte munitie in de zin van art. 1 onder 4º van de Wet wapens en munitie, te weten munitie als bedoeld in art. 2 lid 2 van die wet, van de Categorie III, te weten kogelpatronen van het kaliber 32. Auto, voorhanden heeft gehad;
hij, op 17 juli 2024 te Rotterdam, opzettelijk aanwezig heeft gehad
ongeveer 0,4 gram van een materiaal bevattende cocaïne, zijnde cocaïne een middel als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst I.
5.Strafbaarheid feiten
6.Strafbaarheid verdachte
7.Motivering straf
8.Toepasselijke wettelijke voorschriften
9.Bijlagen
10.Beslissing
gevangenisstraf voor de duur van 7 (zeven) maanden,
groot 3 (drie) maandenniet ten uitvoer zal worden gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten;