Uitspraak
Rechtbank Rotterdam
30 oktober 2024
1.De procedure
2.De beoordeling van het verzoek
De toelating
3.De beslissing
/19e deel van de overeenkomstig artikel 2 van dat Besluit te berekenen vergoeding. Dit kan alleen:
Rechtbank Rotterdam
In deze zaak heeft de heer [verzoeker] een verzoek ingediend om toegelaten te worden tot de wettelijke schuldsaneringsregeling (WSNP) vanwege een problematische schuldensituatie. De rechtbank heeft op 30 oktober 2024 uitspraak gedaan. De heer [verzoeker] voldoet aan de voorwaarden voor toelating tot de WSNP, maar zijn verzoek om een eerdere ingangsdatum is afgewezen. De rechtbank heeft vastgesteld dat de heer [verzoeker] niet voldoende heeft onderbouwd dat hij aan de afdrachtverplichting heeft voldaan. Tijdens de zitting op 16 oktober 2024 zijn zowel de heer [verzoeker] als zijn schuldhulpverlener, mevrouw [persoon A], aanwezig geweest. De rechtbank heeft de heer [verzoeker] meerdere keren de gelegenheid gegeven om de aflossingen op maandbasis nader te onderbouwen, maar de overgelegde stukken waren onvoldoende. De rechtbank heeft ook opgemerkt dat er geen bewijs is dat de heer [verzoeker] gedurende het schuldhulpverleningstraject aan de sollicitatieplicht heeft voldaan. De rechtbank heeft uiteindelijk besloten dat het verzoek om een eerdere ingangsdatum moet worden afgewezen, omdat niet is aangetoond dat de heer [verzoeker] aan de vereiste verplichtingen heeft voldaan. De WSNP is vastgesteld met een ingangsdatum van 30 oktober 2024 en een einddatum van 30 april 2026. De rechtbank heeft een bewindvoerder benoemd en de heer [verzoeker] is verplicht om gedurende dertien maanden zijn post door de bewindvoerder te laten controleren.