ECLI:NL:RBROT:2024:11186

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
30 oktober 2024
Publicatiedatum
11 november 2024
Zaaknummer
FT RK 24-955
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Insolventierecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Toelating tot de wettelijke schuldsaneringsregeling (WSNP) met verzoek om eerdere ingangsdatum

Op 30 oktober 2024 heeft de Rechtbank Rotterdam uitspraak gedaan in een zaak betreffende de toelating van de heer [nummer] tot de wettelijke schuldsaneringsregeling (WSNP). De heer [nummer] bevond zich in een problematische schuldensituatie en heeft een verzoek ingediend om toegelaten te worden tot de WSNP. De rechtbank heeft vastgesteld dat hij aan de voorwaarden voor toelating voldoet, waaronder de eis dat hij te goeder trouw was bij het ontstaan van zijn schulden. De rechtbank heeft in het bijzonder gekeken naar de aanzienlijke schuld aan de Belastingdienst, die is ontstaan door fouten van zijn eerdere boekhouder. De heer [nummer] heeft echter aangetoond dat hij zich heeft ingespannen om zijn schulden terug te betalen door betalingsregelingen te treffen met de Belastingdienst.

Daarnaast heeft de heer [nummer] verzocht om de ingangsdatum van de WSNP vast te stellen op 29 februari 2024, acht maanden voor de datum van het vonnis. De rechtbank heeft dit verzoek toegewezen, omdat de heer [nummer] aan zijn WSNP-verplichtingen heeft voldaan, waaronder de afdrachtverplichting. De rechtbank heeft ook een bewindvoerder benoemd die toezicht houdt op de naleving van de verplichtingen tijdens de WSNP-periode. De rechtbank heeft de ingangsdatum van de WSNP vastgesteld op 29 februari 2024 en de einddatum op 29 augustus 2025. De beslissing is openbaar uitgesproken door rechter M. Aukema, in samenwerking met griffier T.M.M. de Laat.

Uitspraak

Rechtbank Rotterdam

Team insolventie
insolventienummer: [nummer]
vonnis van:
30 oktober 2024
op het verzoek van:
[verzoeker],
wonende te [adres] ,
[postcode] [woonplaats] .
Waar deze zaak over gaat
De heer [nummer] bevindt zich in een problematische schuldensituatie. Om tot een oplossing voor zijn schulden te komen heeft de heer [nummer] een verzoek gedaan te worden toegelaten tot de wettelijke schuldsaneringsregeling (WSNP). Dit verzoek wordt toegewezen. Daarnaast verzoekt de heer [nummer] om de ingangsdatum van de WSNP vast te stellen op 29 februari 2024. Dit verzoek wordt ook toegewezen. De rechtbank legt hierna uit waarom zij zo beslist.

1.De procedure

1.1.
De heer [nummer] heeft een verzoek ingediend om te worden toegelaten tot de WSNP.
1.2.
Het verzoek is behandeld op de zitting van 30 oktober 2024. Op de zitting zijn verschenen:
- de heer [nummer] ,
- mevrouw [persoon A] , partner van de heer [nummer] ,
- mevrouw [persoon B] , schuldhulpverlener bij Stroomopwaarts.

2.De beoordeling van het verzoek

De toelating

2.1.
De heer [nummer] kan worden toegelaten tot de WSNP als hij zich in een problematische schuldensituatie bevindt en hij te goeder trouw was bij het ontstaan en onbetaald laten van zijn schulden. De rechtbank kijkt daarbij vooral naar de afgelopen drie jaar. Ook moet de verwachting bestaan dat de [nummer] aan de verplichtingen van de WSNP zal voldoen.
2.2.
In dit geval heeft de rechtbank in het bijzonder gekeken naar de schuld aan de Belastingdienst. Bij de Belastingdienst is een aanzienlijke schuld ontstaan ter hoogte van in totaal € 196.156,-. De heer [nummer] heeft in dat kader verklaard dat zijn eerste ‘boekhouder’ de boekhouding niet goed heeft gedaan. Hierdoor zijn er vanuit de Belastingdienst vorderingen ontstaan met betrekking tot de Omzetbelasting, Inkomensheffing en de bijdrage zorgverzekeringswet. Op het moment dat de heer [nummer] daarvan op de hoogte raakte, heeft hij met behulp van een nieuwe boekhouder meerdere betalingsregelingen met de Belastingdienst getroffen, met het doel om tot een oplossing te kunnen komen. De rechtbank heeft de heer [nummer] in de gelegenheid gesteld om deze verklaring nog nader te onderbouwen met stukken. Op 23 oktober 2024 heeft de heer [nummer] stukken overgelegd waaruit blijkt dat hij zich sinds 2016 heeft ingespannen om de ontstane schuld aan de Belastingdienst terug te betalen nu hij meerdere betalingsregelingen heeft gesloten met, en meerdere betalingen zijn verricht aan de Belastingdienst. De rechtbank is van oordeel dat, gelet op die stukken en het feit dat de onderneming inmiddels is gestaakt, er onvoldoende aanleiding is vanwege de aard van deze schuld de WSNP langer te laten duren dan de gebruikelijke 18 maanden.
2.3.
De heer [nummer] voldoet aan alle eisen en wordt toegelaten tot de WSNP.
2.4.
De verplichtingen waaraan de heer [nummer] tijdens de WSNP moet voldoen zijn: de informatieverplichting, de inspanningsverplichting, de verplichting geen nieuwe schulden te laten ontstaan, de verplichting om schuldeisers niet te benadelen en de afdrachtverplichting. Er wordt een bewindvoerder benoemd. Deze bewindvoerder controleert of de verplichtingen worden nagekomen. Er wordt ook een rechter-commissaris benoemd. De taak van de rechter-commissaris is om toezicht te houden op de bewindvoerder.
2.5.
Als de heer [nummer] zich tijdens het WSNP-traject houdt aan alle verplichtingen die de WSNP met zich brengt, eindigt het traject met de zogenoemde “schone lei”. Dit betekent dat schuldeisers hun vorderingen ten aanzien waarvan de WSNP werkt niet meer op de heer [nummer] kunnen verhalen.
2.6.
De eerste 13 maanden van het traject geldt een postblokkade. Dat betekent dat in die periode alle post naar de bewindvoerder gaat. De bewindvoerder stuurt de post na controle door aan de heer [nummer] . Als de schuldsaneringsregeling eerder eindigt, stopt ook de postblokkade.
2.7.
De rechtbank is, gelet op het bepaalde in artikel 3 lid 1 Verordening (EU) 2015/848 van het Europees Parlement en de Raad van de Europese Unie, bevoegd deze insolventieprocedure als hoofdprocedure te openen nu het centrum van voornaamste belangen van de heer [nummer] in Nederland ligt.
De ingangsdatum
2.8.
Het WSNP-traject duurt in principe 18 maanden. De Faillissementswet bepaalt dat de termijn van de WSNP ingaat op de dag van dit vonnis.
2.9.
De heer [nummer] verzoekt de looptijd van de WSNP te verkorten met acht maanden. Dit wordt gezien als een verzoek om de ingangsdatum te bepalen op 29 februari 2024. Dat is dus acht maanden voorafgaand aan de datum van dit vonnis.
2.10.
Het verzoek om een eerdere ingangsdatum te bepalen wordt toegewezen als vanaf die eerdere datum de WSNP-verplichtingen (zie hiervoor onder 2.3.) zijn nagekomen. Een van die WSNP-verplichtingen is de afdrachtplicht, die onder meer inhoudt dat maandelijks het verschil tussen de netto inkomsten van een schuldenaar en het vrij te laten bedrag (hierna: vtlb) aan de boedel moet worden betaald. Het vtlb wordt berekend met de vtlb-calculator die via het internet beschikbaar is. Om voor een eerdere ingangsdatum in aanmerking te komen, moet dus aansluitend maandelijks sprake zijn van aflossingen die tenminste gelijk zijn aan het genoemde verschil tussen de netto inkomsten en het vtlb. Daarnaast moet er bij arbeidsgeschiktheid fulltime gewerkt worden of moet er aantoonbaar worden gesolliciteerd naar een fulltime baan.
2.11.
De rechtbank stelt vast dat het door de heer [nummer] in het voorafgaande schuldhulpverleningstraject gespaarde bedrag van € 368,- meer is dan het bedrag dat in de WSNP zou worden gespaard. Daarnaast is in de periode van het schuldhulpverleningstraject ook aan de inspanningsverplichting voldaan. De heer [nummer] heeft in dat kader zowel een medisch adviesrapport als een arbeidsdeskundig adviesrapport overgelegd. Uit die stukken blijkt dat hij vanaf de periode februari 2024 tot en met heden arbeidsongeschikt was.
2.12.
De rechtbank komt dus tot de conclusie dat het verzoek om een eerdere ingangsdatum moet worden toegewezen.

3.De beslissing

De rechtbank:
- spreekt de toepassing van de wettelijke schuldsaneringsregeling uit ten aanzien van:
[verzoeker],
geboren op [geboortedatum] -1970 te [geboorteplaats] ,
wonende te [adres] , [postcode] [woonplaats] ,
voorheen handelend onder de naam [verzoeker] ;
- benoemt tot rechter-commissaris mr. M. Aukema
en tot bewindvoerder R.I. de Jong,
gevestigd te Postbus 2022,
4200 BA Gorinchem;
- stelt de ingangsdatum van de schuldsaneringsregeling vast op 29 februari 2024 en de einddatum op 29 augustus 2025;
- draagt de bewindvoerder op om de komende tien maanden de post van de heer [nummer] in te zien;
- bepaalt dat de bewindvoerder een voorschot op de vergoeding mag nemen volgens het Besluit vergoeding bewindvoerder schuldsanering. Deze vergoeding is gelijk aan 1/11e deel van de overeenkomstig artikel 2 van dat Besluit te berekenen vergoeding. Dit kan alleen:
- zolang de schuldsaneringsregeling loopt en,
- voor zover de boedel toereikend is.
Dit is de beslissing van mr. M. Aukema, rechter, in samenwerking met mr. T.M.M. de Laat, griffier. Deze beslissing is in het openbaar uitgesproken op 30 oktober 2024.