11.Beslissing
verklaart bewezen, dat de verdachte het ten laste gelegde feit, zoals hiervoor omschreven, heeft begaan;
verklaart niet bewezen hetgeen aan de verdachte meer of anders ten laste is gelegd dan hiervoor bewezen is verklaard en spreekt de verdachte daarvan vrij;
stelt vast dat het bewezenverklaarde oplevert het hiervoor vermelde strafbare feit;
verklaart de verdachte strafbaar;
veroordeelt de verdachte tot een
gevangenisstraf voor de duur van 15 (vijftien) maanden;
bepaalt dat van deze gevangenisstraf een gedeelte, groot
9 (negen) maandenniet ten uitvoer zal worden gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten;
verbindt hieraan een proeftijd, die wordt gesteld op 3 (drie) jaren;
tenuitvoerlegging kan worden gelast als de veroordeelde de algemene voorwaarde niet naleeft en ook als de veroordeelde gedurende de proeftijd een bijzondere voorwaarde niet naleeft of een voorwaarde die daaraan van rechtswege is verbonden;
stelt als algemene voorwaarde:
- de veroordeelde zal zich vóór het einde van de proeftijd niet aan een strafbaar feit schuldig maken;
stelt als bijzondere voorwaarden:
1. de veroordeelde zal op geen enkele wijze contact (laten) opnemen, zoeken of hebben met zijn dochter [slachtoffer] , geboren op [geboortedatum 2] 2011, zolang het Openbaar Ministerie dit verbod nodig vindt. Mocht het voorts op termijn wenselijk en mogelijk worden geacht door de reclassering, door de behandelaar(s) van de veroordeelde en door de bij [slachtoffer] betrokken instanties, dat er wordt toegewerkt naar en contact plaatsvindt tussen de veroordeelde en [slachtoffer] onder begeleiding van de daarvoor aangewezen instanties, werkt de veroordeelde hier aan mee;
2. de veroordeelde zal zich niet bevinden in de straat waar het Avicenna College is gevestigd, te weten de Montessoriweg in Rotterdam;
3. de veroordeelde zal zich niet bevinden in de gebieden Kop van Zuid en Noordereiland in Rotterdam, en het gebied dat wordt begrensd door de in Rotterdam gelegen straten het Stootblok, de Stieltjesstraat, de Nassaukade, de Feyenoordkade, de Vuurplaat, de Persoonskade en de Persoonshaven;
4. de veroordeelde zal zich melden bij Reclassering Nederland in Rotterdam, en blijft zich melden op afspraken met de reclassering, zo vaak en zolang de reclassering dat nodig vindt;
5. de veroordeelde zal zich onthouden van het gebruik van drugs en werkt mee aan controle op dit verbod. De controle gebeurt met urineonderzoek. De reclassering bepaalt hoe vaak de veroordeelde wordt gecontroleerd;
6. de veroordeelde zal zich laten behandelen door ambulant behandelcentrum Fivoor of polikliniek De Waag of een soortgelijke zorgverlener, te bepalen door de reclassering. Deze behandeling duurt de gehele proeftijd of zoveel korter als de reclassering verantwoord vindt. De veroordeelde houdt zich aan de huisregels en de aanwijzingen die de zorgverlener geeft voor de behandeling. Gelet op de problematiek kan hieronder ook het innemen van medicijnen vallen, als de zorgverlener dat nodig vindt;
verstaat dat van rechtswege de volgende voorwaarden zijn verbonden aan de hierboven genoemde bijzondere voorwaarden
- de veroordeelde zal ten behoeve van het vaststellen van zijn identiteit medewerking verlenen aan het nemen van één of meer vingerafdrukken of een identiteitsbewijs als bedoeld in artikel 1 van de Wet op de identificatieplicht ter inzage aanbieden;
- de veroordeelde zal medewerking verlenen aan reclasseringstoezicht, daaronder begrepen de medewerking aan huisbezoeken en het zich melden bij de reclassering zo vaak en zolang als de reclassering dit noodzakelijk acht;
geeft aan genoemde reclasseringsinstelling opdracht toezicht te houden op de naleving van de voorwaarden en de veroordeelde ten behoeve daarvan te begeleiden;
beveelt dat de tijd die door de veroordeelde voor de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en in voorlopige hechtenis is doorgebracht, bij de uitvoering van de opgelegde gevangenisstraf in mindering wordt gebracht, voor zover deze tijd niet reeds op een andere vrijheidsstraf in mindering is gebracht;
veroordeelt de verdachte om tegen behoorlijk bewijs van kwijting aan de benadeelde partij [slachtoffer] , te betalen een bedrag van
€ 1.500,- (zegge: eenduizendvijfhonderd euro), als vergoeding van immateriële schade, te vermeerderen met de wettelijke rente hierover vanaf 14 juli 2024 tot aan de dag der algehele voldoening;
verklaart de benadeelde partij niet-ontvankelijk in het resterende deel van de vordering; bepaalt dat dit deel van de vordering slechts kan worden aangebracht bij de burgerlijke rechter;
veroordeelt de verdachte in de proceskosten door de benadeelde partij gemaakt, tot op heden aan de zijde van de benadeelde partij begroot op nihil en in de kosten ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog te maken;
legt aan de verdachte
de maatregel tot schadevergoedingop, inhoudende de verplichting aan de staat ten behoeve van [slachtoffer] te betalen
€ 1.500,-(hoofdsom,
zegge: eenduizendvijfhonderd euro), vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 14 juli 2024 tot aan de dag van de algehele voldoening; bepaalt dat indien volledig verhaal van de hoofdsom van € 1.500,- niet mogelijk blijkt,
gijzelingkan worden toegepast voor de duur van
25 dagen;de toepassing van de gijzeling heft de betalingsverplichting niet op.
Dit vonnis is gewezen door mr. M. van Zinnen, voorzitter,
en mrs. M.I. Blagrove en S. Wahedi, rechters,
in tegenwoordigheid van D.J. Boogert, griffier,
en uitgesproken op de openbare terechtzitting op de datum die in de kop van dit vonnis is vermeld.
De voorzitter en de oudste rechter zijn buiten staat dit vonnis te ondertekenen.
Bijlage I
Aan de verdachte wordt ten laste gelegd dat
hij
op of omstreeks 14 juli 2024 te Rotterdam, in elk geval in Nederland,
met een kind in de leeftijd van twaalf tot zestien jaren, te weten [slachtoffer]
(geboren op 22 november 2011) een of meer seksuele handelingen heeft verricht, te
weten
- het betasten van en/of wrijven over en/of knijpen in en/of likken aan de
borst(en) van die [slachtoffer] en/of
- het tongzoenen met die [slachtoffer] , althans het op de mond zoenen van
die [slachtoffer]
en welke aanranding werd voorafgegaan door, vergezeld van en/of gevolgd door
dwang, geweld en/of bedreiging door
- het psychisch overwicht dat hij, verdachte, als zijnde de vader van die
[slachtoffer] , op die [slachtoffer] had en/of
- het aanwenden van zijn ouderlijk gezag jegens die [slachtoffer] , waardoor
hij, verdachte, haar zijn wil heeft opgedrongen en/of haar aan zijn wil
heeft onderworpen en/of de wil van haar heeft gemanipuleerd en/of
- die [slachtoffer] de woorden toe te voegen: “Ga op het bed liggen. Ik heb
hier een mes. Niet schreeuwen anders ga ik je dood maken. Ga liggen."
en/of "Ik ga je levend begraven als je gaat schreeuwen.”, althans woorden
van gelijke dreigende aard of strekking en/of
- het voorbijgaan aan de verbale en fysieke uitingen van die [slachtoffer]
dat zij het niet wilde en/of
- ( stevig) vasthouden van die [slachtoffer] .