ECLI:NL:RBROT:2024:11055

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
28 oktober 2024
Publicatiedatum
7 november 2024
Zaaknummer
C/10/684079 / FA RK 24-5967
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Personen- en familierecht
Procedures
  • Beschikking
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Afwijzing verzoek tot wijziging geslachtsnaam minderjarigen op grond van Wet gecombineerde geslachtsnaam

Op 28 oktober 2024 heeft de Rechtbank Rotterdam een beschikking gegeven in een zaak betreffende een verzoek tot wijziging van de geslachtsnaam van twee minderjarigen. De moeder, die optreedt als wettelijk vertegenwoordigster van de minderjarigen, had op 8 augustus 2024 een verzoekschrift ingediend om de geslachtsnaam van de minderjarigen te wijzigen in [geslachtsnaam 2]. De vader, die niet verschenen was tijdens de mondelinge behandeling op 30 september 2024, had geen verweer gevoerd tegen het verzoek. De rechtbank heeft vastgesteld dat de minderjarigen de Nederlandse nationaliteit hebben en dat de moeder het eenhoofdig ouderlijk gezag over hen uitoefent.

Tijdens de mondelinge behandeling is de moeder gewezen op de jurisprudentie en de wetsgeschiedenis van de Wet introductie gecombineerde geslachtsnaam, waaruit bleek dat er geen wettelijke basis was voor haar verzoek. Hierop heeft de moeder haar verzoek ingetrokken. De rechtbank heeft vervolgens het verzoek afgewezen, waarbij is bepaald dat elke partij zijn eigen kosten draagt. De beschikking is gegeven door kinderrechter mr. S.L. Raphael en in het openbaar uitgesproken in aanwezigheid van griffier mr. T. Houtepen. Tegen deze beschikking kan hoger beroep worden ingesteld bij het gerechtshof Den Haag binnen drie maanden na de dag van de beschikking.

Uitspraak

Rechtbank Rotterdam

Team familie
Zaaknummer / rekestnummer: C/10/684079 / FA RK 24-5967
Beschikking van 28 oktober 2024 over wijziging geslachtsnaam
in de zaak van:
[naam 1], hierna: de moeder,
wonende te [plaatsnaam 1] ,
in haar hoedanigheid van wettelijk vertegenwoordigster van de minderjarigen:
[minderjarige 1] ,geboren op [geboortedatum 1] 2016 te [geboorteplaats] , en
[minderjarige 2], geboren op [geboortedatum 2] 2018 te [geboorteplaats] ,
advocaat mr. M.C. Bekkering te Rotterdam.
Als belanghebbende wordt aangemerkt:
[naam 2], hierna: de vader,
wonende te [plaatsnaam 2] ,
niet verschenen.

1.De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
- het verzoekschrift met bijlagen van de moeder, ingekomen op 8 augustus 2024.
1.2.
De mondelinge behandeling van de zaak heeft plaatsgevonden op 30 september 2024. Bij die gelegenheid zijn verschenen:
  • de vrouw, bijgestaan door haar advocaat;
  • de raad voor de kinderbescherming Rotterdam Dordrecht, hierna: de raad, vertegenwoordigd door [naam 3] .
De man is, hoewel behoorlijk opgeroepen, niet verschenen tijdens de mondelinge behandeling.

2.De vaststaande feiten

2.1.
Als door de moeder gesteld en niet door de vader weersproken, wordt in deze zaak uitgegaan van de volgende feiten.
2.2.
Bij de erkenning door de vader is aan de minderjarigen de geslachtsnaam [geslachtsnaam 1] gegeven, te weten de geslachtsnaam van de vader. Dit hadden partijen afgesproken ten tijde van de erkenning.
2.3.
Moeder is van rechtswege belast met het eenhoofdig ouderlijk gezag over de minderjarigen.
2.4.
Moeder heeft de Nederlandse nationaliteit en vader heeft de Kaapverdische nationaliteit. De minderjarigen hebben de Nederlandse nationaliteit.

3.De beoordeling

3.1.
Gecombineerde geslachtsnaam
3.1.1.
Moeder verzoekt de rechtbank de ambtenaar van de burgerlijke stand te gelasten de geslachtsnaam van de minderjarigen te wijzigen in [geslachtsnaam 2] en voor zover nodig te bepalen dat de toestemming van de vader voor wijziging van de geslachtsnaam van de minderjarigen wordt vervangen door de in deze zaak te geven beschikking.
3.1.2.
Vader heeft geen verweer gevoerd.
3.2.
Rechtsmacht en toepasselijk recht
Rechtsmacht
3.2.1.
De Nederlandse rechter heeft op grond van artikel 3 aanhef en onder a Rv rechtsmacht, omdat (in ieder geval) de moeder en de minderjarigen hun gewone verblijfplaats hebben in Nederland.
Toepasselijk recht
3.2.2.
Op grond van artikel 10:19 lid 1 BW worden de geslachtsnaam en de voornamen van een persoon bepaald door het recht van de staat waarvan hij de nationaliteit heeft. De minderjarigen hebben de Nederlandse nationaliteit zodat Nederlands recht wordt toegepast op het verzoek.
3.3.
Overige beoordeling
3.3.1.
Tijdens de mondelinge behandeling is aan de vrouw voorgehouden dat, gelet op de jurisprudentie en de wetsgeschiedenis van de Wet introductie gecombineerde geslachtsnaam, geen wettelijke basis bestaat voor haar verzoek tot wijziging van de geslachtsnaam van de minderjarigen. Daarop heeft de vrouw haar verzoek ingetrokken, zodat de rechtbank dit zal afwijzen.
3.4.
Proceskosten
3.4.1.
Gelet op de aard van de procedure bepaalt de rechtbank dat elk van de partijen de eigen kosten draagt.

4.De beslissing

De rechtbank:
4.1.
wijst het verzoek af.
Deze beschikking is gegeven door mr. S.L. Raphael, (kinder)rechter, en in het openbaar uitgesproken in aanwezigheid van mr. T. Houtepen, griffier, op 28 oktober 2024.
Tegen deze beschikking kan – voor zover er definitief is beslist –hoger beroep worden ingesteld bij het gerechtshof Den Haag. Het hoger beroep kan slechts worden ingesteld door een advocaat.
Door verzoeker en degenen aan wie een afschrift van de beschikking is verstrekt of verzonden moet het hoger beroep worden ingesteld binnen drie maanden na de dag van de beschikking. Voor andere belanghebbenden geldt voor het instellen van hoger beroep een termijn van drie maanden na de betekening van de beschikking of nadat de beschikking hun op andere manier bekend is geworden.