Op 21 oktober 2024 heeft de kinderrechter van de Rechtbank Rotterdam een beschikking gegeven over de verlenging van de ondertoezichtstelling van twee minderjarigen, [minderjarige 1] en [minderjarige 2]. De zaak werd behandeld in het kader van de jeugdbescherming, waarbij de gecertificeerde instelling Jeugdbescherming Rotterdam Rijnmond (GI) het verzoek indiende. De kinderrechter heeft vastgesteld dat de minderjarigen ernstig in hun ontwikkeling worden bedreigd, met zorgen over de geestelijke gezondheid van [minderjarige 1] en het gedrag van [minderjarige 2]. De moeder van de kinderen, die het ouderlijk gezag heeft, heeft ingestemd met het verzoek van de GI om de ondertoezichtstelling te verlengen.
De kinderrechter heeft in haar beoordeling de relevante stukken en de mondelinge behandeling meegenomen. Tijdens de zitting op 21 oktober waren de moeder, een vertegenwoordiger van de GI en de informant aanwezig. De kinderrechter heeft de mening van de minderjarigen gevraagd, maar zij hebben geen mening gegeven. De kinderrechter heeft geconcludeerd dat de situatie van de minderjarigen vraagt om een verlenging van de ondertoezichtstelling, gezien de zorgen over hun ontwikkeling en de noodzaak van verdere begeleiding.
De kinderrechter heeft de ondertoezichtstelling verlengd voor de duur van zes maanden, tot 7 mei 2025, en verklaarde de beschikking uitvoerbaar bij voorraad. De beslissing is openbaar uitgesproken en kan door belanghebbenden worden aangevochten binnen de gestelde termijn.