Uitspraak
RECHTBANK ROTTERDAM
1.De procedure
- de dagvaardingen van 22 juni 2023 met betekeningsstukken;
- de akte overlegging producties van DHL France, met producties 1 tot en met 6;
- de incidentele conclusie tot onbevoegdheid, met producties 1 tot en met 9;
- de conclusie van antwoord in het onbevoegdheidsincident, met producties 7 tot en met 9;
- de conclusie van repliek in het bevoegdheidsincident, met producties 10 tot en met 16;
- de conclusie van dupliek in het onbevoegdheidsincident, met productie 10.
2.Feiten
3.De vordering in de hoofdzaak
4.Het geschil in het incident
5.De beoordeling in het incident
ft High Cube Shipper Ownedcontainers over zee van Shanghai of Taicang in China naar Rotterdam of Antwerpen.
demurragemoeten betalen omdat zij containerruimte had gereserveerd op de [schip 1]. Daarnaast is USD 24.179,20 voor
trucking and destination chargesin verband met de containers van de [schip 2] onbetaald gelaten.
detentionkosten voor de 30 containers van de [schip 2] voldaan. Voor het geval dat de rechtbank van oordeel is dat DHL France en DHL UK er gerechtvaardigd op mochten vertrouwen dat SunPower France in eigen naam zaken deed, heeft DHL France ook SunPower France gedagvaard.
Effer/Kantner). De rechtbank moet bij het beoordelen van hetgeen de eiser ter onderbouwing van de bevoegdheid stelt ook acht slaan op de betwistingen van de verweerder(s), zij het dat bewijslevering in deze fase niet is vereist. Vergelijk HvJEU 16 juni 2016, ECLI:EU:C:2016:449 (
Universal Music) en daarin genoemde rechtspraak.
If Maxeon are interested in reservering either of these options (...)’ en bij de reactie van Billaud van 23 juni 2021 ‘
for us all in MAXEON’ en bij zijn functieaanduiding onderaan zijn mail ‘
MAXEON EMEA Operations Head of in & out Logistics’. Duidelijkheid bestaat daarover in deze fase echter nog niet.
destination chargesvoor de containers van de [schip 2] nauw samenhangt met het zeevervoer van die containers met dat schip. Dat maakt SunPower Switzerland ook de logische debiteur voor de
trucking costs and destination chargeswaarvan DHL France in deze procedure betaling vordert. Dat acht de rechtbank voldoende om in het kader van dit incident een contractuele band - met betrekking tot de [schip 2] - tussen DHL France en SunPower Switzerland aan te nemen die voldoet aan het ook in het geval van EVEX II autonoom uit te leggen begrip ‘overeenkomst’ volgens de jurisprudentie van het HvJEU en zijn voorganger, het HvJEG. Er is namelijk geen sprake van een contractuele verbintenis die DHL France en SunPower Switzerland volstrekt niet vrijwillig met elkaar zijn aangegaan. Vergelijk bijvoorbeeld HvJ EG 17 juni 1992, ECLI:EU:C:1992:268 (
Handke/TMCS).
ICF/Balkenende) en HvJ EU 23 oktober 2014, ECLI:EU:C:2014:2320 (
Haeger & Schmidt/Mutuelles de Mans assurances IARD e.a.). in verbinding met punt 22 van de considerans van Rome I-Vo.
our last charter’ en biedt aan de
destination costsgelijk te maken voor beide loshavens. Dat is taalgebruik dat beter past bij een rol als vervoerder. Een expediteur treedt normaal gesproken slechts als doorgeefluik op en grijpt niet zelf in in de tarieven. Vervolgens zijn hoofdzakelijk vrachtgelden en bijkomende kosten gefactureerd over het aantal vervoerde containers, en niet bijvoorbeeld een (
all-in) expediteursloon/commissie. DHL France heeft kennelijk zelf de foutvrachtrekening van de feitelijk zeevervoerder ontvangen voor de [schip 1] en deze gedragen. Dit alles wijst meer op een positie als vervoerder dan op die van expediteur.
.Ook het bepaalde in lid 3 van artikel 5 Rome I-Vo maakt dat niet anders, omdat de overeenkomst geen kennelijk nauwere band in de zin van die bepaling heeft met een ander land dan Nederland.
on behalf of itself and its Affiliates” en anderzijds de Delaware vennootschap SunPower Corporation. Op zichzelf is niet in geschil dat in artikel 15.2 van de MLSA een exclusieve forumkeuze voor een Amerikaanse rechter is opgenomen:
assignment) door SunPower Corporation aan Maxeon Solar Technologies Ltd. en al haar dochtervennootschappen. Ter onderbouwing van deze cessie van 8 juni 2020 beroepen SunPower c.s. zich uitsluitend op een als productie 6 in het geding gebrachte brief van een medewerker van SunPower Corporation aan de CEO van DHL Mexico, waarop die CEO zijn handtekening heeft gezet. Deze brief luidt, voor zover relevant:
oféén van haar dochtervennootschappen. Dat SunPower Switzerland een
subsidiaryvan Maxeon Solar Technologies Ltd. is, is niet genoeg om zich als cessionaris te kunnen beroepen op de forumkeuze in artikel 15.2 MLSA.
6.De beslissing
woensdag 22 januari 2025voor conclusie van antwoord;