8.3.1.Ten aanzien van de vordering van [benadeelde partij 1]:
Door het onder 1 primair bewezenverklaarde strafbare feit heeft de verdachte tegenover de benadeelde partij als secundair slachtoffer een onrechtmatige daad gepleegd. Indien de benadeelde partij daardoor schade heeft geleden, is de verdachte hiervoor naar civiel recht aansprakelijk.
Schockschade
De benadeelde partij is de vader van [slachtoffer]. Hij is direct geconfronteerd met de gevolgen van het bewezenverklaarde misdrijf. De vader was niet aanwezig bij de ontploffing, maar is kort daarna ter plaatse gekomen. Hij heeft vele jaren ervaring als ambulancebroeder en heeft zijn zoon willen helpen die bewusteloos en met zeer ernstig gezichtsletsel op straat lag.
De confrontatie met zijn levensgevaarlijk gewonde zoon heeft een hevige emotionele schok bij de vader teweeg gebracht, waaruit psychisch letsel is voortgekomen. De psycholoog heeft bij de vader een persisterende rouwstoornis bij traumatische rouw gediagnosticeerd, waarvoor de vader (nog steeds) traumabehandelingen ondergaat.
Affectieschade
De rechtbank stelt vast dat de vader van het slachtoffer tot de kring van gerechtigden behoort, omdat [slachtoffer] als meerderjarig kind nog thuis woonde.
Eigen Schuld
Door de verdediging is een beroep gedaan op eigen schuld van [slachtoffer].
Op grond van artikel 6:101 van het Burgerlijk Wetboek (BW) wordt de vergoedingsplicht verminderd door de schade te verdelen over de benadeelde en de vergoedingsplichtige in evenredigheid met de mate waarin de aan ieder toe te rekenen omstandigheden hebben bijgedragen tot de schade, wanneer de schade mede een gevolg is van een omstandigheid die aan de benadeelde kan worden toegerekend. Dit kan anders zijn wanneer de billijkheid dit wegens de uiteenlopende ernst van de gemaakte fouten of andere omstandigheden van het geval eist.
[slachtoffer] en de verdachte gingen samen vuurwerk afsteken, terwijl zij geen van beiden de kennis hadden om dit vuurwerk veilig af te steken. De strafprocedure is niet geschikt om vast te stellen welk aandeel het handelen van de verdachte – niet kijken waar [slachtoffer] is – en het handelen van [slachtoffer] – bij de mortier blijven staan terwijl de verdachte de lont zou aansteken – bij de dood hebben gehad. Het beroep op eigen schuld kan in deze strafzaak niet ten volle worden beoordeeld.
De verwachting is niet dat er in het geheel geen vergoedingsplicht van de verdachte zal worden vastgesteld. Naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid schat de rechtbank het op dit moment toewijsbare bedrag op € 8.000,- aan schokschade en € 12.000,- aan affectieschade. Het bedrag aan schokschade is lager dan het bedrag aan affectieschade, omdat bij een volledige beoordeling van de vordering tot schokschade de intentie van de dader een andere rol kan spelen en bij die beoordeling mogelijk ook rekening gehouden wordt met hoogte van de vergoeding voor affectieschade.
Het overige deel van de vordering van de benadeelde partij wordt niet ontvankelijk verklaard en kan derhalve slechts bij de burgerlijke rechter worden aangebracht.
De benadeelde partij kan overeenkomstig de criteria van het BW betaling van de wettelijke rente vorderen over het bedrag dat zij aan schade heeft geleden. De verdachte heeft tegenover de benadeelde partij een onrechtmatige daad gepleegd, waarvoor hij aansprakelijk is. Hieruit vloeit voor hem een verbintenis tot schadevergoeding. Op grond van artikel 6:83 onder b BW treedt het verzuim bij een onrechtmatige daad van rechtswege in. Dit betekent dat de vordering tot schadevergoeding direct opeisbaar is na het ontstaan van de schade, te weten op de pleegdatum.
De enkele omstandigheid dat een proces lang duurde, is geen omstandigheid waaruit het naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid onaanvaardbaar zou zijn om af te wijken van de vorenstaande wettelijke hoofdregel. De rechtbank zal het te vergoeden schadebedrag vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 17 december 2022.
Nu de vordering van de benadeelde partij voor een belangrijk deel zal worden toegewezen, zal de verdachte worden veroordeeld in de kosten door de benadeelde partij gemaakt, tot op heden begroot op nihil en in de kosten ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog te maken.
Conclusie
De verdachte moet de benadeelde partij een schadevergoeding betalen van € 20.000,-, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 17 december 2022 en kosten als hieronder in de beslissing vermeld.
Tevens wordt oplegging van de hierna te noemen maatregel als bedoeld in artikel 36f Sr. passend en geboden geacht.
8.3.2.Ten aanzien van de vordering van [benadeelde partij 2]:
Door het onder 1 primair bewezenverklaarde strafbare feit heeft de verdachte tegenover de benadeelde partij als secundair slachtoffer een onrechtmatige daad gepleegd. Indien de benadeelde partij daardoor schade heeft geleden, is de verdachte hiervoor naar civiel recht aansprakelijk.
Affectieschade
De benadeelde partij is de moeder van [slachtoffer]. Zij behoort tot de kring van gerechtigden op affectieschade, omdat hij als meerderjarig kind nog thuis woonde.
Eigen Schuld
Door de verdediging is een beroep gedaan op eigen schuld van [slachtoffer].
De beoordeling van het beroep op eigen schuld terzake de affectieschade is gelijk aan het oordeel hierover zoals hiervoor vermeld bij de benadeelde partij [benadeelde partij 1]. Omwille van de leesbaarheid verwijst de rechtbank naar die beoordeling, beschouwt die als herhaald en ingelast, en neemt zij de gelijkluidende tekst hier niet opnieuw op.
Conclusie
De verdachte moet de benadeelde partij een schadevergoeding betalen van € 12.000,-, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf de pleegdatum van 17 december 2022 en kosten als hieronder in de beslissing vermeld.
Tevens wordt oplegging van de hierna te noemen maatregel als bedoeld in artikel 36f Sr. passend en geboden geacht.