In deze uitspraak beoordeelt de Rechtbank Rotterdam het beroep van eiseres tegen de verleende omgevingsvergunning aan vergunninghoudster voor het realiseren van 40 tijdelijke woningen in Numansdorp. De vergunning is verleend door het college van burgemeester en wethouders van Hoeksche Waard op 19 september 2023, voor een periode van 15 jaar. Eiseres betwist de vergunning en stelt dat de termijn van 15 jaar niet is onderbouwd en dat het bouwplan onomkeerbare gevolgen met zich meebrengt. De rechtbank heeft het beroep op 10 oktober 2024 behandeld, waarbij zowel eiseres als de gemachtigden van de verweerder en vergunninghoudster aanwezig waren.
De rechtbank overweegt dat de aanvraag voor de omgevingsvergunning is ingediend vóór de inwerkingtreding van de Omgevingswet, waardoor de Wabo en de Chw van toepassing zijn. De rechtbank concludeert dat verweerder in redelijkheid de omgevingsvergunning heeft kunnen verlenen. Eiseres heeft onvoldoende aangetoond dat de termijn van 15 jaar niet gerechtvaardigd is, en de rechtbank oordeelt dat de vergunninghouder verplicht is om de woningen na deze termijn te verwijderen en het terrein te herstellen. De rechtbank wijst erop dat de woningen demontabel zijn en dat de vergunninghouder in staat is om de woningen na 15 jaar te verwijderen zonder onomkeerbare gevolgen. De rechtbank verklaart het beroep ongegrond en wijst de verzoeken van eiseres om terugbetaling van griffierecht en vergoeding van proceskosten af.