Uitspraak
RECHTBANK ROTTERDAM
1.[gedaagde 1],
[gedaagde 2],
[gedaagde 3],
1.De procedure
2.De beoordeling
maximaal5% is opgenomen, maakt het oordeel dus niet anders. Dat geldt ook voor de omstandigheid dat de huurprijs niet steeds verhoogd is met 5%, want pas voor het eerst met 3,3% per 1 juli 2022 en vervolgens met 4,1% per 1 juli 2023 en met 5,5% per 1 juli 2024.
- € 1.265,43 van 1 juli 2022 tot 1 juli 2023 (€ 1.225,- plus 3,3%);
- € 1.317,31 van 1 juli 2023 tot 1 juli 2024 (€ 1.265,43 plus 4,1%).
3.De beslissing
- € 5.210,98 aan achterstallige huur, service- en meubileringskosten tot en met de maand mei 2024, met de wettelijke rente zoals bedoeld in artikel 6:119 BW over de bedragen waaruit het bedrag van € 5.210,98 is ontstaan vanaf de datum waarop deze bedragen opeisbaar zijn geworden tot de dag dat volledig is betaald;
- € 769,02 aan buitengerechtelijke incassokosten;